Weekendcollege | Lekker en gezond, wie bepaalt dat?
Dit is de vierde aflevering in de lezingenserie De Urgentie van Duurzaamheid, van Studium Generale Utrecht. De bijdrage is geschreven door Melanie Peters.
Wat is duurzaam in de veehouderij en in de gezondheidszorg? In de vierde dubbellezing in de serie “Duurzaamheid als wereldbeeld: de rol van wetenschap in maatschappelijke verandering” bogen prof. dr. Miedema (decaan geneeskunde, vicevoorzitter van de Raad van Bestuur UMC) en prof. dr. Pijpers (decaan Diergeneeskunde, UU) zich over die vraag. Als duurzaamheid volgens de definitie van Bruntland “kwaliteit van leven is voor ons en toekomstige generaties”, dan zouden artsen en de biomedische wetenschappers bij uitstek degenen zijn aan wie we dat kunnen vragen.
Toch is dit niet de medisch-wetenschappelijke traditie. Wetenschappers maken hun vraag zo klein, dat ze er een goed wetenschappelijk verantwoord antwoord op kunnen verwachten. Hoe zit het met dat ene eiwit in de lever? Deze 1.0 benadering voldoet echter niet meer. De grote vragen behoeven aandacht en daar willen patiënten, bedrijven en politiek over meepraten. Wetenschap 3.0 gaat over cocreatie van kennis. Dat zal niet zomaar tot consensus leiden, maar wel tot robuuste kennis.
Al laten de tientallen jaren durende discussies in de veehouderij – over dierenwelzijn, milieu, diervoeder uit de derde wereld en de vraag hoe gezond het is om vlees te eten – zien dat het nog steeds de vraag is in hoeverre we echt grip krijgen op wat we belangrijk vinden en wat dat mag kosten. Een varken dat rolt in de modder op de derde verdieping van een varkensflat? Als het goed gebeurt, zijn megastallen vanuit oogpunt van hygiëne en welzijn zelfs te verkiezen boven een kleinschalige boerderijtje. Maar zijn we dan niet weer met technologie aan het oplossen wat eigenlijk voortkomt uit de bovenmatige aanspraak die we maken op wat de aarde ons biedt? En om op gezondheid terug te komen: lukt het ons om de omslag te maken naar preventie en zuiniger te zijn op onze gezondheid in plaats van te investeren in levensverlengende, extreem dure technologie?