Allochtonen zijn al decennia het haasje
Een gastbijdrage van Ruben Gowricharn, hoogleraar sociale cohesie en transnationale vraagstukken aan de Universiteit van Tilburg. Het stuk is ook te lezen op Sociale Vraagstukken.
Donners integratienota is geen knieval voor de PVV. Het is de uitkomst van een morele diskwalificatie van allochtonen die al decennia aan de gang is. Zelfs de rechterlijke macht maakt zich hieraan schuldig. Tegelijkertijd worden burgerschap en tolerantie gepredikt. Dat is de spagaat waarin Nederland zich bevindt.
Het is eerder opgemerkt: de multiculturele samenleving is geen experiment en kan dus ook niet mislukt zijn. Het is geen ontwerp, zoals de welvaartsstaat, die een wilsuiting is geweest. Verscheidenheid van culturen is historisch een haast natuurlijk verschijnsel. In Nederland komt die tot uiting in bijvoorbeeld de restanten van de zuilenmaatschappij, de heterogeniteit aan streekculturen en de variatie aan stedelijke leefculturen. Die verscheidenheid verschilt in één wezenlijk opzicht van wat nu de multiculturele samenleving wordt genoemd: de huidige verscheidenheid wordt belichaamd door diverse allochtone groepen, zichtbare minderheidsgroepen, klein in aantal, versnipperd, sociaal en politiek zwak, in veel opzichten zelfs weerloos.
Met de multiculturele samenleving wordt niet alleen het allochtone bevolkingsdeel bedoeld, maar meer specifiek de groepsvorming van allochtonen die zich sinds de jaren zestig en zeventig voltrok. De ontzuiling ging gepaard met processen van secularisering en individualisering, ontwikkelingen die haaks stonden op de allochtone groepsvorming. Dat leidde tot jeuk en kriebel bij de baby-boom-generatie, die zich heeft ontpopt als de ‘anti-zuilengeneratie’. De oplossing van dit zuileneczeem bestaat uit assimilatie, individualisering en nationale verbondenheid – de cocktail van het huidige nationalisme. Het moet niet verwonderen als historici later zullen optekenen dat de huidige politieke elite bezig is af te rekenen met het eigen verleden.