Kiplekkere Kerry
ACHTERGROND - John Kerry: 60 procent, Joe Biden: 51 procent, Barack Obama: 45 procent. Job approval dat is. Het is geen unicum dat de minster van Buitenlandse Zaken beter scoorde dan zijn/haar president. Condoleeza Rice deed het onder Bush Jr.. Rice scoorde 61procent, de president die zij diende 52 procent (dat was in maart 2005). En ook Henry Kissinger was populairder dan zijn meester (Ford). Alleen Eisenhower draaide de percentages om: hij scoorde een job approval van 61 procent, John Foster Dulles scoorde 39 procent.
De waardering voor Kerry is om een reden verbazingwekkend. Terwijl Obama keihard wordt afgestraft voor de ‘rode ijn in het zand’ waar Assad straffeloos overheen mag stappen, mag Kerry zijn oorlogsretoriek ongestraft inruilen voor hoog diplomatiek spel. Het was de minister van Buitenlandse Zaken die zeker wist dat het regime achter de gifgasaanval zat. Hij noemde die aanval ‘moreel obsceen’. Een vraag tijdens een persconferentie – kan Assad militair ingrijpen voorkomen? – zette hem op een andere koers, lijkt het.
Dat kon – als Assad zijn chemische wapens zou overdragen aan de internationale gemeenschap. Moest die internationale gemeenschap nog wel worden gesmeed. Morele obsceniteit veronderstelt hard ingrijpen, maar blijkt niet zo’n diepe streep in het zand te zijn. Het oordeel klinkt harder dan de mogelijke consequenties die eraan verbonden zijn. Kerry sloeg moreel superieur op de trom, maar keerde toch ook weer op zijn schreden terug. Net als Obama. Grote verschil: 15 procent tussen beider job approval. Grootste verschil: Obama trok anderhalf jaar geleden een streep in het zand, Kerry deed dat anderhalve week geleden. De draai is sneller, de waardering hoger.