Sebastiaan van der Lubben

111 Artikelen
1 Waanlinks
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Sebastiaan van der Lubben : journalist; politiek verslaggever; liveblogger; politieke theorie; geschiedenis; docent (internet) journalistiek; pop-up journalistiek (Virtuele Reportages Trouw, Radio Amerika); tools, tricks en tips; drummer (Phat Elvis); vader (van drie zonen), onderzoeker; ichikyu jiu jitsu en zeer matige schaker.
Foto: Ron Mader (cc)

Journalistiek als retorische situatie

COLUMN - Stel: we onderzoeken niet hoe feitelijk nieuws is (dat laten we gedurende deze post over aan de vele factcheckers), maar hoe feiten tot stand komen en worden ondermijnd. Wat zouden we daar in vredesnaam mee opschieten? De constructie van feiten (niet afhaken!) vormt een belangrijk onderdeel van mijn onderzoek naar geloofwaardigheid in Nederlandse liveblogs. Het zal sommige lezers pijn doen (of ergernis wekken) dat ik de journalistiek niet beschouw als het probleemloos doorgegeven van de realiteit, maar als een retorische situatie of doelbewuste poging om publiek ervan te overtuigen de juiste versie van de realiteit voorgeschoteld te krijgen. Daarvoor zijn gelukkig argumenten.

Retorische situatie

Het liveblog is zo’n retorische situatie bij uitstek en een net zo populair als problematisch journalistiek genre. Het wordt steeds vaker ingezet (en gewaardeerd) bij sportwedstrijden, rechtszaken, rampspoed (terroristische aanslagen of natuurrampen) en politieke evenementen (campagnes en debatten). Daarbij is weinig tijd om informatie te checken of verifiëren wat leidt tot een verschuiving in journalistieke waarden, van first be right, then be first naar never wrong for long. En dat staat haaks op het ethische kompas van de journalistiek.

Als journalistiek een beroep is van verificatie en haar primaire taak het brengen van de waarheid is, zoals Kovachs en Rosenstiel beweren, hoe staat onmiddellijke (live) verslaggeving dan in verhouding tot waarheid en feitelijkheid? Als alle feiten voor het oprapen zouden liggen en zonder probleem herkenbaar voor de dienstdoende redacteur, is er niks aan de hand. Maar die redenering loopt spaak op de weerbarstige praktijk waar feiten niet altijd zo snel herkenbaar zijn of zo eenvoudig voor het oprapen liggen en, als ze er wel zijn, niet altijd direct worden opgemerkt.

Foto: Free Press/ Free Press Action Fund (cc)

Nepnieuws is meer dan alleen een statelijke factor

De PvdA vindt dat minister van Binnenlandse Zaken, Kajsa Ollongren (D66) niet doorpakt in de bestrijding van nepnieuws (NRC, 21 februari 2019). Lezing van een (oude) brief aan de Kamer (van 13 december 2018) geeft de sociaal-democraten gelijk. Daarin uiterst summiere plannen om beïnvloeding van Nederlandse verkiezingen tegen te gaan. Summier omdat maar een half aangrijpingspunt (van de drie) in de bestrijding van nepnieuws door Ollongren wordt aangegrepen. Belangrijk omdat de brief staand beleid is.

Beleid

Een bron, een boodschap, een kanaal en publiek – veel eenvoudiger kan een communicatiemodel niet. Veel eenvoudiger kan beleid om nepnieuws te bestrijden evenmin. Wie is de bron?, wat weten we van het kanaal?, wat is dan de boodschap en welk effect heeft dat op het publiek? Ollongren vraagt het wetenschappers, maar stelt ook direct grenzen aan zowel de bron, de boodschap als het kanaal.

Bron

Zo richt haar ministerie zich alleen op statelijke actoren. Niet-statelijke actoren van nepnieuws hebben nadrukkelijk niets van de Nederlandse overheid te vrezen. Vreemd.

Nederlandse ambtenaren in strijd tegen nepnieuws moeten dus eerst aantonen dat een bron een statelijke actor is (of daaraan gelieerd) voordat … ja, voordat wat eigenlijk? De bron wordt onthuld? Van internet geweerd? Opgepakt als hij op vakantie komt in Amsterdam? Hopelijk gelekt naar journalisten voor een kek verhaal.

Foto: The White House (cc)

Lofrede als journalistiek genre

COLUMN - De dood van voormalig president George H.W. Bush zette On the Media aan een kritiek over de elegie (geen eulogie), het klassieke genre van de lijkrede. Presentatrice Brooke Gladstone verbaasde zich over het selectieve geheugen van collega’s in hun herinneringen aan de voormalige CIA-chef, ééntermijnspresident en nestor van de familie Bush (een zoon volgde hem op, de tweede waagde een poging).

Amerika was een week in de greep van speeches waarmee de 41ste president van Amerika uitgeleide werd gedaan. Daarin roemde vrienden en collegae Bush en plukte On the media de meest ronkende citaten om ze in een kort overzicht achter elkaar te plakken: kind, decency, strong silent type, no bragger, the last gentleman in Washington, in politics he had only friends which whom he differed …Maar hoe vriendelijk was Bush nu echt? Een onbehoorlijke vraag, want over de doden niks dan goeds. In een elegie is geen plaats voor blaam. Het is de functie niet. Dat verbaasde het progressieve On the Media: want er was toch blaam zat?

Het was Bush die AIDS koppelde aan gedrag en homo’s adviseerde zich te beheersen; het was Bush die Reagans voodoo-economics omarmde en verder uitrolde; het was Bush die een tot op het bot racistisch filmpje inzette om zijn directe tegenstander Dukakis uit te schakelen; het was ook Bush die als zittende Republikein verloor van een aanstormende Democraat. Stuk-voor-stuk kritische noten die Gladstone niet had gehoord, maar nog voorin haar geheugen zaten.

Foto: Minister-president Rutte (cc)

Hang op! Click weg! Bel uw bron!

COLUMN - Potdicht zat de formatie van 2017. Journalisten meldden zich keurig bij verschillende woordvoerders, maar die hielden gedisciplineerd te kaken stijf op elkaar. Philip van Praag kan er nog steeds niet over uit en komt, na een lange tirade tegen de professionele woordvoerder en spindoctor tot de conclusie dat die ‘weg’ moeten. Tegenover deze formatie staat nog altijd die fameuze van 1977. Die voltrok zich eerder in de kolommen van kranten dan in het Catshuis. Zoals alles in die tijd was ook de transparantie radicaal, wat overigens leidde tot een veroordeling van de PvdA, met tien zetels winst tot de oppositiebanken. Om maar even het belang van informatiemanagement in een politieke omgeving aan te geven.

Het idee dat wat van belang is (zoals de vorming van een kabinet) los te laten in de veronderstelling dat dat beter is, is natuurlijk naïef. Los van de vraag of vrije informatie kwaliteitswinst oplevert (ik ben overigens geneigd te denken van wel), heeft de overheid een intrinsieke drive om te reguleren.

Anders gezegd: er is nauwelijks een fundamenteel betwister begrip dan openbaarheid. Aan vrije informatie kleven risico’s en regeren is bovenal reduceren van die risico’s. De geschiedenis wordt achteraf geschreven (door overwinnaars). Dat er mannetjesmakers, spindoctors, image experts, newsmanagers en voorlichters rondlopen om de actualiteit te bewaken (Rutte zoekt iemand die zijn tweets wil componeren), is dus niet zo verbazingwekkend. Dat journalisten zich ermee inlaten, is dat wel.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Trumps geklitte tijdlijnen vragen om journalistieke luizenkam

COLUMN - De New York Times zette private en publieke gebeurtenissen over mogelijke obstructie van de rechtsgang door Trump inzake Russische inmenging tijdens zijn verkiezing naast elkaar. De twee kolommen lezen als een verhaal en zou wel eens een vorm kunnen zijn waarin veel overzichtelijker nieuws kan worden gepresenteerd.
© Van der Lubben Opera-Momentopname2018-07-31 112652 www.nytimes

Dat overzicht is hard nodig. Trump Inc. grossieren namelijk in (bewust geschapen) onduidelijkheid. Neem, recent, zijn advocaat Rudy Giuliani die 30 juli binnen twee uur onthulde dat er een bijeenkomst met Russen is geweest en dat zo’n bijeenkomst nooit heeft plaatsgevonden. Hoe moeten journalisten dit nu coveren en, belangrijker, hoe kunnen we onthouden dat het een onduidelijkheid betreft?

De complexiteit wordt veroorzaakt doordat twee tijden door elkaar lopen, namelijk het moment waarop iemand iets zegt en de timing van de vertelde gebeurtenis in een groter verhaal.

Een voorbeeld. TIJD 1: Ik schrijf nu dat ik gisteren een ijsje heb gegeten. TIJD 2: Het feit dat ik een ijsje heb gegeten, past in een reeks handelingen die zich gisteren voltrokken (ik ging ook even naar de stad, las nog wat en moest koken).

Mijn verhaal wordt complex als ik op twee momenten twee verschillende verhalen vertel: ik zeg bijvoorbeeld nu dat ik gisteren helemaal geen ijsje heb gegeten. U moet een olifantengeheugen hebben om de varianten die nu nog ontstaan uit elkaar te kunnen houden. Want wanneer heb ik nu gezegd dat ik gisteren geen ijsje heb gegeten?

Foto: Roel Wijnants (cc)

Een motie, afgestemd in de formatie

OPINIE - We hebben een blik door een kier van de geschiedenis op de formatie-onderhandelingen van het huidige kabinet gekregen. Als we er doorheen gluren, begrijpen we waarom die zo lang heeft geduurd.

De ChristenUnie krijgt het recht om een motie in te dienen die de regering oproept de moorden in Armenië officieel ‘genocide’ te noemen – en geen kwestie. De VVD wilde er nooit aan, maar Joel Voordewind krijgt toestemming zonder dat de coalitie barst. Nu ben ik te weinig historicus om inhoudelijke uitspraken te doen, ik beperk me hier tot het politieke pardon voor Voordewind om met deze motie geschiedenis te schrijven. Een motie. Radio 1 had er een item over, Voordewind mocht het zelf even komen uitleggen.

Hij meldde natuurlijk niet dat een motie geen amendement is – deze regering kan de motie naast zich neerleggen, overdenken, in een lade schuiven en wachten. Heel lang wachten terwijl Rutte overgaat tot de orde van de dag. Een motie roept op en blijkens de gevoeligheden, heel bijbels, gegeven dit kabinet in de woestijn. Kwalijker is dat deze motie onderwerp van gesprek was tijdens de formatie.

Tot op dat micro-niveau worden afspraken met coalitiefracties afgestemd en de Kamer aan de regering gebonden. Onderwerpen zijn taboe, moties onderwerp van afstemming, de controlerende taak van de Kamer op specifieke punten op sterk water gezet om hommeles te voorkomen. Met zo’n kleine meerderheid is elke motie die niet is afgekaart een potentiële motie van wantrouwen of aanleiding tot breuk. Nu gaat deze over een historische gebeurtenis, ben ik toch benieuwd welke wezenlijkere onderwerpen zijn toegedekt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lokale verkiezingen zeggen niets over landelijke coalitie

COLUMN - Het mag niet en elke vier jaar leggen politicologen dat opnieuw uit. Maar de verleiding is blijkbaar te groot: journalisten kunnen het niet laten om lokale resultaten om te rekenen naar een landelijk beeld. De hypothetische vraag ‘Wat betekenen deze lokale uitslagen als er nu Tweede Kamerverkiezingen zouden zijn gehouden?’ moeten media niet stellen.  

Er zijn empirische redenen om de som niet en een retorische reden om de rekensom wel te maken. De retorische reden is dat nummers objectiveren en overtuigen (wat de aantrekkingskracht verklaart). Probleem is dat de rekensom an sich buitengewoon problematisch is. Het is een aantrekkelijke gedachte om de coalitie (de Haagse dat is) de maat te nemen met een gigantisch zetelverlies of juist op te geilen met flinke winst, maar de verschillen tussen de verkiezingen op lokaal en landelijk niveau zijn gewoon te groot om net te doen alsof er (numeriek) geen verschillen zijn. Dan worden niet appels en peren vergeleken, maar appels met bromfietsen.

Duh …

De gemeente is het Rijk niet. Tussen beide bestuurslagen zitten meer verschillen dan overeenkomsten. Er is bijvoorbeeld sprake van een hierarchische verhouding tussen beide: het Rijk heeft altijd het laatste woord. En meer dan praktische bezwaren is het Rijk ook de arena voor ideologische tweestrijd. Zo is in Leiden een samenwerking binnen het college tussen SP en VVD volstrekt normaal, in Haagse kringen zal er dan nog heel wat water door de Rijn moeten stromen als die samenwerking al niet was uitgesloten.

Foto: Jon S (cc)

Verschil: vertrouwen in de media of mijn media

ONDERZOEK - Wat dit jaar bleef liggen is mooi onderzoek over vertrouwen in (Amerikaanse) media. Het maakt nogal uit of je respondenten vraagt of zij ‘media’ vertrouwen of ‘hun media’. Onderzoek van American Press Institute eerder dit jaar nuanceerde ‘het’ vertrouwen in ‘media’ door ook te vragen naar het vertrouwen in  media dat respondenten daadwerkelijk gebruiken. Consumenten blijken zeer goed in staat om media-kanalen te vinden waar ze wel voldoende vertrouwen in hebben. De resultaten van beide vragen laten steeds een gespleten beeld zien: gaat ‘media’ onderuit, ‘mijn media’ scoort steeds veel hoger (Zie grafiek –  klik voor groter beeld).

© www.americanpressinstitute.org screenshot 2017-12-22-10-27-26-228

Onderuit

De constatering eerder dit jaar is interessant, want het onderscheid tussen media en mijn media is niet gemaakt in onderzoek van bijvoorbeeld het SCP. Daar werd – ook eerder dit jaar – geconstateerd dat het vertrouwen in media door jongeren daalt. Kranten en televisie kregen in 2008 van respondenten van 18-34 jaar een 6,4 en is gedaald naar een 5,5.

Jongeren

Dit beeld van dalend vertrouwen in pers als instituut onder jongeren is nog eens bevestigd door Peter Kanne en Femke van Schelven in hun onderzoek naar “Jongeren en democratie. Onderzoek in opdracht van Vrij Nederland“. (Enschede: I&O Research, januari 2017) dat het SCP aanhaalt. Daar ging het vertrouwen tussen 2007 en 2017 onderuit van 42 naar 28 procent. Dramatische cijfers, maar ook hier geen onderscheid tussen pers en pers die jongeren vooral volgen (en waar ze mogelijk veel meer vertrouwen in hebben).

Foto: Free Gaza movement (cc)

Strategisch geblunder van Mark Rutte

OPINIE - Hadden Opstelten en Teeven eerst moeten debatteren om pas dan hun hoofd te buigen en met hun ontslagbrief ‘voor volk en vaderland’ richting Koning te togen? Een retorische vraag. Aftreden in een persconferentie waar niemand vragen mag stellen, getuigt van weinig respect voor het parlement. Misschien wel de reden dat het zo vaak gebeurt. Met meer besef van die verhoudingen zou Opstelten waarschijnlijk nooit zo in de problemen zijn gekomen. Maar dat terzijde.

Aftreden voordat een debat kan plaatsvinden is kwalijker dan de minachting die de bewindspersonen ermee uitdrukken; het laat vragen onbeantwoord terwijl het vertrek wel verschoont. Het parlement moet hele goede redenen hebben om over de Teevendeal te praten met de nieuwe minister en staatssecretaris. Twee geslachtofferde bewindspersonen sluit onderwerpen voor langdurige tijd af. Maar niet voor altijd. En daarmee blijft de deal als een zwaard van Damocles boven Justitie en Veiligheid hangen. Iedere opvolger daar zal allereerst de zuurkast met de gewraakte overeenkomst moeten schonen voordat het onherstelbare gaten in zijn reputatie brandt.

We hebben nu het tweede orde-probleem: het was geen 1,25 miljoen maar ruim 4,7. Wie verkeerd voorlicht, moet verdwijnen. Een politieke doodzonde. Maar door het voortijdig vertrek van de minister/staatssecretaris, krijgen we ook geen inzage meer in de deal zelf: het eerste orde-probleem. Wat is daar nu precies gebeurd en hoe kan je zoiets zo slecht onderzoeken dan wel compleet vergeten?

Foto: Gerard Stolk (cc)

Geheime, zwarte gaten

OPINIE - Amerikanen martelen, Nederlanders niet. Tenminste: niet zolang we er geen (journalistiek) onderzoek naar doen. Maar helaas: geheime diensten zijn in Nederlandse media weinig sexy. En zo modderen ze voort.

Het kostte de Amerikaanse politica Dianne Feinstein (81 jaar – u leest het goed) ruim zes jaar om een rapport over Amerikaanse martelpraktijken boven tafel te krijgen.

Tot dat moment, nu een maand geleden, waren er goed gedocumenteerde vermoedens in Amerikaanse media. Het was wachten op een officiële bevestiging van de CIA zelf. En die ligt er nu – binnen één generatie. Rijst de vraag wat dit rapport zegt over de openbaarheid van de praktijken van de Nederlandse geheime dienst: AIVD. Wie zou in het Nederlandse parlement zo’n rapport boven tafel kunnen krijgen? Over, zeg, de Molukse treinkapingen, acties tegen de Nederlandse kraakbeweging, optreden van Nederlandse militairen in Libanon, Joegoslavië of Afghanistan?

Waarschijnlijk niemand.

Parlementair toezicht op de AIVD valt onder de Commissie Stiekem waarin fractieleiders vooral zaken geheim houden, want zo is het nu eenmaal institutioneel verankerd. Dus zijn we aangewezen op de vierde macht – de pers. Maar wie houdt zich actief met de geheime dienst in Nederland bezig? Je moet aan diepe zelfhaat lijden om in het onderwerp te duiken. Zelden blijven zoveel deuren gesloten.

Foto: Jeroen Mirck (cc)

Wat de verborgen camera van PowNed onthulde

ACHTERGROND - Een burgemeester die flirt met een jonge man: schande! Maar waarom precies? Omdat de burgemeester er nog lang niet aan toe is, vindt Rutger Castricum van PowNed. Deel 2: juiste methode, verkeerde invalshoek (deel 1 hier).

‘Wat bleek? Bij de eerste ontmoeting… ging het eigenlijk al direct over het sociale mediagebruik van de burgemeester,’ zo leidde Castricum de ‘ontmoeting’ in tussen de anonieme bron van PowNed en burgemeester van Maastricht, Onno Hoes. Het was tijd voor de beelden met de verborgen camera.

Na de inleiding (zie vorige post) werd het tijd om barbertje op te hangen. Het gaat over direct messages die door Hoes ‘heel bedachtzaam’ werden gewist. Dat moet dan de opmaat zijn voor de normoverschrijding waarnaar het halverwege het item nog altijd raden is. We zien Hoes binnen komen lopen, onder in beeld het (vreemde) onderschrift ‘Daten met een verborgen camera’ (volgens mij is het een date met Hoes…). Het gesprek tussen Hoes en zijn date begint.

‘Op Facebook heb je privé en zakelijk, want je hebt ook gewoon een privéleven,’ zegt de bron. Blijkbaar niet, want de man heeft een camera omhangen van PowNed. Op Twitter staat bij Hoes’ functie (burgemeester) genoemd. ‘Maar ik raak je toch op een privévlak,’ zegt de bron. Hoes beaamt. Bron: ‘Met wat je stuurt, moet je oppassen! Vandaar de keus om te reageren vanuit een privébericht.’ Hoes beaamt.

Foto: Jeroen Mirck (cc)

Onno Hoes in opspraak (gelokt?)

Als de affaire Onno Hoes ergens over gaat, dan vooral over dubieuze journalistieke methoden.

Onno Hoes, burgemeester van Maastricht, heeft zich volgens PowNews ‘opnieuw’ in de nesten gewerkt. Of, zoals presentator Dominique Weesie het in zijn intro woensdag 3 december verwoordde: ‘Precies een jaar na de zoenaffaire met toy boy Ruud, blijkt de burgervader opnieuw zijn boekje te buiten zijn gegaan. En opnieuw is er een toy boy in het spel.’

Twee keer ‘opnieuw’ suggereert urgentie, belang en vooral heel veel nieuwswaarde. Maar wat is er nu echt aan de hand? Dit keer betreft ‘het’ een twintigjarige jongen die ‘de afgelopen dagen gesprekken publiceerde die hij via de WhatsApp voerde met Onno Hoes. In die gesprekken zijn onder meer fragmenten te zien van uit de agenda van de burgemeester en een foto van zijn werkkamer.’

Dit roept direct (onbeantwoorde) vragen op: 1) hoe die jongen aan de foto’s komt, 2) waarom de jongen deze foto’s heeft gepubliceerd en 3) wat Hoes precies kan worden aangerekend?

‘Hoes kwam vorig jaar ook al in de problemen nadat een affaire met een jonge man op straat kwam te liggen. De gemeenteraad oordeelde toen dat zijn optreden een burgemeester onwaardig was maar gaf hem nog een laatste kans. Mochten er opnieuw feiten naar boven komen die aantoonbare schade zouden opleveren aan het ambt, dan zou het wel eens over en uit kunnen zijn, aldus een aantal partijen in de raad destijds.’

Vorige Volgende