Reinout van Brakel

105 Artikelen
1 Waanlinks
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

Roemenen goed in techniek

Dit weekend zag ik op Nieuwsuur een item over een Roemenen die zijn opgepakt voor skimmen. Een samenwerking tussen de Roemeense en Nederlandse politie leidde tot arrestaties. Geen fijne zaak natuurlijk; het kost de banken miljoenen. Maar er zit toch ook een bijzonder verhaal aan vast. De werkwijze van deze criminelen is verbluffend: ze maken de apparatuur in pinautomaten exact na.

Aan het woord was een Roemeense politieman. Op de vraag hoe het komt dat vooral Roemenen zo actief zijn op dit gebied, gaf hij twee antwoorden. Ten eerste dat het niet alleen Roemenen zijn die zich met deze praktijken bezig houden. Ten tweede dat met de kennis die ze opdoen in het Roemeense onderwijssysteem dergelijke technologie goed is na te maken. Kun je burgers ook te slim maken?

Opmerkelijk en ik zocht naar aanwijzingen in de statistieken: krijgen ze daar meer en beter onderwijs in technische vakken? Zou onderstaande grafiek een deel van de verklaring geven?

Roemeense kinderen van 15 jaar besteden per week het meeste tijd aan huiswerk van alle Europeanen. Het percentage dat meer dan 4 uur per week aan huiswerk besteedt is daar het hoogst: vooral in het vak Science. In Nederland besteden de meeste kinderen minder dan 2 uur (wij hebben dan wel bijna de meeste schooluren in Europa: zou dat particulier initiatief al bij voorbaat ontmoedigen?).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tekorten aan leerkrachten

Vrijdag in het nieuws: in Nederland dreigt groot tekort aan leraren volgens Europese Commissie. De eerste reactie is dan toch: dat wisten we al lang. Maar waar komt het nieuws dan vandaan? Gisteren werd het nieuwe rapport over onderwijs in Europa gepubliceerd: “Key Data on Education in Europe 2012”.

De grafiek over lerarentekorten staat op pagina 113. De conclusie dat er tekorten zijn in gekwalificeerde docenten staat op pagina 14, waarbij Nederland ook specifiek genoemd wordt. Er zijn niet alleen tekorten op de “core subject”, maar ook in andere vakken. In één moeite door voorspellen de schrijvers dat het erger wordt: de basis daarvoor kan ik niet vinden.

De exacte vraag was welk deel van de 15-jarigen op school, last heeft van tekorten aan gekwalificeerde docenten, op kernvakken. Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en de UK scoren hoog. Het gaat om het oordeel van het hoofd van de school.

Key Data on Education 2012, Europese Commissie, Eurydice

Of deze cijfers zomaar vergelijkbaar zijn, betwijfel ik wel. In Nederland registreren we veel: ik denk dat aan/ afwezigheid van docenten en leerlingen hier beter wordt bijgehouden dan in menig ander land. Ook is de vraag wat hier bedoeld is met “qualified teachers”.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Scholen teren in op reserves

DATA - Het CBS liet vorige week weten dat scholen interen op hun reserves. In de periode 2006-2010 stegen de lasten van basis- en middelbare scholen harder dan de baten. Hoewel scholen de laatste jaren gemiddeld meer geld uitgeven dan dat er binnenkomt, heeft een groot aantal nog veel geld in kas.

Dat de lasten van scholen in de periode 2006-2010 harder stegen dan de baten, komt voornamelijk door een toename van de uitgaven aan personeel. De personeelskosten groeiden met 21 procent. Het aantal voltijdbanen nam met 2,5 procent toe; daarnaast kwamen veel leraren in hogere salarisschalen terecht. Ten slotte stegen de cao-lonen met 11 procent. De cao-loonstijging was hoger dan de inflatie in deze periode (7 procent).

Doordat scholen de laatste jaren meer geld uitgeven dan dat er binnenkomt, is het aandeel scholen met veel geld in kas gedaald. Bij goed financieel management ligt de liquiditeit van een school tussen de zogenoemde signaleringswaarden van 0,5 en 1,5. In 2010 had 73 procent van de scholen een liquiditeit boven de 1,5; een jaar eerder was dat nog 77 procent.

Van de basisscholen had 80 procent in 2010 een liquiditeit boven de 1,5, tegen 47 procent van de middelbare scholen. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat basisscholen doorgaans kleiner zijn dan middelbare scholen. Kleinere scholen houden vaak grotere reserves aan omdat ze meer risico lopen, bijvoorbeeld bij teruglopende leerlingaantallen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Meer lesuren deeltijders, lost lerarentekort bijna op

Het Research Centre for Education and Labour Market (ROA) onderzoekt al 25 jaar de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. In een rapport uit december 2011 kijken ze naar de arbeidsmarkt tot 2016. Er staan veel relevante gegevens in, met voorspellingen over de vervangings- en uitbreidingsvraag van specifieke beroepen en opgeleiden. In hoofdstuk 4 kijken ze ook naar een aantal scenario’s om tekorten op te heffen, door deeltijders langer te laten werken. Dat kan in sommige beroepsgroepen veel helpen, in andere minder: dat hangt o.a. ook samen met de huidige gemiddelde werktijd (dicht tegen de 40, dan is een opplusscenario niet realistisch).

Zo zal het opplussen van het aantal arbeidsuren van deeltijders niet leiden tot een significante vermindering van het personeelstekort voor VMBO bouw en VMBO metaal. Het hoogst haalbare voor deze opleidingstypen is een vermindering van het personeelstekort met ongeveer 10%. In dat geval zou iedereen minimaal 24 uur per week moeten werken. Ook het grote tekort aan personeel met een technische opleiding op MBO-, HBO- en WO-niveau is moeilijk weg te werken door het opplussen van deeltijdbanen. De verwachte tekorten aan arbeidskrachten worden bij deze opleidingen voor minder dan 30% opgelost.
Met uitzondering van de HBO lerarenopleiding natuur en techniek, is het tekort aan personeel voor de HBO lerarenopleidingen goed terug te dringen door het opplussen van deeltijdbanen. Het tekort aan personeel met een HBO lerarenopleiding basisonderwijs kan voor meer dan twee derde worden opgelost als iedereen met een dergelijke opleiding minimaal 24 uur per week gaat werken. Maar ook het verhogen van de werkweek van werkenden met een kleine of grote deeltijdbaan leidt tot een afname van het tekort met minimaal 30%.

Foto: copyright ok. Gecheckt 24-10-2022

Welke lesmethode werkt het beste?

In de serie Kortlopend Onderzoek, vond ik een fascinerende studie van het door het GION (Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs). Fascinerend omdat de uitkomsten wellicht ingaan tegen de heersende opinies. GION deed onderzoek op één school, naar de effecten van drie didactische methodes. De school wilde weten hoe ze Dalton onderwijs kon vormgeven, met behulp van moderne media en het digitale schoolbord.

Dezelfde lesstof voor geschiedenis in groep 5 werd uitgewerkt in drie didactische methodes: de ‘Daltonvariant’, de ‘Directe Instructievariant’ en de ‘Interactieve variant’. De ‘Daltonvariant’ heeft als kenmerken het zelfontdekkend en taakgericht leren in een ICT-omgeving; de ‘Directe Instructievariant’ met een PowerPoint presentatie met alleen beeldmateriaal en zelfstandig werken uit een leerboek en de ‘Interactieve variant’ met klassendiscussie waarbij de verwerking deels klassikaal via het digitale schoolbord verloopt.

De onderzoekers lieten verschillende toetsen afnemen. Onderstaande grafiek toont het resultaat.


Directe instructie leidt tot de beste leerresulaten, op korte afstand gevolgd door de Daltonvariant en op redelijk grote achterstand daarvan de interactieve variant. De achterstand kan worden verklaard uit het ontbreken van uitgebreide individuele verwerking van de lesstof in de interactieve variant. In deze variant verliep de verwerking klassikaal aan de hand van meerkeuze vragen en een klassikale quiz via het digitale schoolbord. De leerstof wordt op deze manier blijkbaar minder goed verwerkt. In de andere varianten is er veel meer individuele verwerking van de leerstof.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Veel hoogopgeleiden geen doel op zich

Begin deze week hoorde ik op het journaal dat Zijlstra de ambities voor het hoger onderwijs heeft bijgesteld. Het streven naar een groot aandeel hoger opgeleiden in Nederland wordt opzij gezet. Een hoog percentage hoger opgeleiden moet geen doel op zich zijn, vindt staatssecretaris van Onderwijs Halbe Zijlstra.

“Tot nu toe had Nederland zich verbonden aan Europese afspraken om het percentage jongeren dat hoger onderwijs heeft gevolgd op te krikken naar 40 procent in 2020. “Als er druk komt op de kwaliteit van het hoger onderwijs, dan moet het percentage aan de kant”, zei Zijlstra zondag tijdens een door de Volkskrant georganiseerd openbaar interview in het Amsterdamse debatcentrum De Rode Hoed.” (Bron: NRC, Zijlstra laat Europese norm los, veel hoger opgeleiden geen doel meer, 16 jan.)

Hoe doet Nederland het eigenlijk nu? In het strategische raamwerk voor “education and training”, dat in mei 2009 is overeengekomen, is één van de benchmarks voor 2020:

“the share of 30 to 34-year-olds with tertiary educational attainment should be at least 40%”

In het Eurostat 2011 jaarboek vind ik onder Education een aantal tabellen en grafieken. Daarbij ook een grafiek met de gegevens over bovenstaande indicator. Ik kan niet anders concluderen dan dat we gemiddeld al op de 40% zitten. Gemiddeld heeft in 2010 41,6% van de 30 tot 34-jarigen een tertiair diploma. In een andere weergave van Eurostat, worden de gegevens nog uitgesplitst naar regio.  In West-Nederland is dat 46,4%, in Oost-Nederland 35,7%.

Foto: copyright ok. Gecheckt 01-03-2022

Is beter onderwijs met geld te koop?

Het SCP gooit met een nieuw rapport “de knuppel in het hoenderhok”, en dat levert vernietigende commentaren op.

Het SCP heeft zeven publieke diensten onderzocht: primair en voortgezet onderwijs, ziekenhuiszorg, extramurale en intramurale verpleging en verzorging, politie en rechtspraak. De kosten van deze diensten stegen in de periode 1995-2010 meestal veel sneller dan de hoeveelheid product, ook nadat rekening is gehouden met de invloed van de geldontwaarding. De kostprijs per eenheid product – een behandeling in het ziekenhuis, het onderwijs aan een leerling op de basisschool, enzovoort – nam dus voortdurend verder toe. Het SCP kijkt vervolgens of de hogere kostprijs te verklaren is door de verbetering van de kwaliteit en doeltreffendheid van de dienstverlening. Dat blijkt in het algemeen niet zo te zijn.

Het CBS constateert al jaren dat de kosten in het onderwijs stijgen, terwijl het aantal leerlingen in met name PO en VO nauwelijks toeneemt. 1 miljard erbij voor klasssenverkleining (zoals Ria Bronneman opmerkt, Netelenbos gebruikte daarvoor een “window of opportunity”) en 1 miljard erbij voor de leerkrachten zijn een deel van de verklaring. Dat klassenverkleining en méér geld voor leerkrachten op macroniveau geen rechtstreekse correlatie hebben met leerprestaties in enge zin is goed te begrijpen. Het geld is destijds ook niet alleen voor dat doel aangewend; aantrekkelijkheid van het beroep was ook een argument.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ongelijke beloning tussen mannelijke en vrouwelijke docenten

DATA - In het boek “The Black Swan” beschrijft Nassim Nicholas Taleb de impact die één zeer onwaarschijnlijke gebeurtenis kan hebben op onze samenleving. Ik las het boek destijds in één adem uit en ik herinner me vooral dat de “zwarte zwaan” in die week wel erg dichtbij kwam, in de vorm van een zwarte Suzuki. Vandaag las ik in De Volkskrant een opmerkelijk bericht over ongelijke beloning in het onderwijs en ik vroeg me even af of het hier om een mogelijke “zwarte zwaan” voor de onderwijssector gaat.

De beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen zijn in Europa gemiddeld 17%. In Nederland zijn de verschillen nog groter: tussen de 20% en 25%. (Bron: The gender pay gap in the Member States of the European Union: quantitative and qualitative indicators. Belgian Presidency report 2010).

Het CBS schrijft in 2010 nog: “Loonverschillen hangen sterk samen met de bedrijfstak. Bij de financiële instellingen bedroegen de gemiddelde uurloonverschillen tussen mannen en vrouwen in 2008 meer dan 30 procent, terwijl deze in het onderwijs maar net boven de 15 procent uitkwamen”.

Eén docente van een middelbare school heeft daarover nu een klacht ingediend, en gelijk gekregen van de Commissie Gelijke Behandeling. Het CGB verwijst op haar website naar een rapport over beloningsverschillen in de zorg: ik zou heel graag willen weten hoe het in het onderwijs gesteld is. Gezien de algemene trends en het vele onderzoek dat ernaar gedaan is, kan ik me niet voorstellen dat deze docente de enige is. De diverse rapporten over de “versterking van de functiemix” in het onderwijs die ik vond, geven helaas geen uitsplitsing naar geslacht.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Een leven lang leren

DATA - Europese beleidsmakers willen graag dat ook volwassenen naar school gaan, of in ieder geval iets leren. Als beleidsmakers het belangrijk vinden, moet het eerst gemeten worden. En dat is geen eenvoudige opgave. Want wat is leren als je er geen gebouw aan kunt koppelen? In het initiële onderwijs is het gemakkelijk; je meet simpelweg hoeveel mensen geregistreerd staan bij een onderwijsinstelling. Met geavanceerde apparatuur meet je aan- en afwezigheid en als je geluk hebt zijn er goede toetsen die vooruitgang in het leren meten. En ook als ze niets leren, is verblijf in een onderwijsinstelling nuttig, want het stelt de ouders in staat om economisch actief te zijn. Dat is niet cynisch bedoeld, maar één van de maatschappelijke functies van het onderwijs: onderdak bieden. Liefst met een beetje fatsoenlijke luchtkwaliteit en schone toiletten.

Voor volwassenen moet je terugvallen op enquêtes. Waarbij je ook nog onderscheid moet maken in formeel en informeel leren. De Europese Commissie voert om de zoveel jaar een enquête uit. In Nederland is die voor het laatst in 2010 door het CBS uitgevoerd (ik wacht met spanning de resultaten van de CVTS af). In Nederland is er nog een goed meerjarenonderzoek gedaan naar LLL, door het ROA. Het rapport bevat een schat aan inzichten. Een paar opvallende resultaten:

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Ontslagen in speciaal onderwijs wringt

DATA - Gisteren twee nieuwsberichten die toch moeilijk met elkaar te rijmen zijn: 3000-5000 ontslagen in het speciaal onderwijs, en tegelijkertijd een aanhoudende groei van het aantal leerlingen in dat speciale onderwijs. We diagnotiseren steeds beter, is één van de verklaringen.

Ik zie het van dichtbij met dyslexie: tot aan mijn generatie was daar geen aandacht voor. En hoewel het voor de mensen die het betrof kon leiden tot vervelende (school)carrières, werd dyslexie niet gezien als een groot maatschappelijk probleem. Nu de scores op rekenen en taal omhoog moeten en scholen worden afgerekend op prestaties, wordt het wel een “probleem”. Dat er in de maatschappij evenveel ruimte moet zijn voor mensen die wat minder kunnen schrijven, lijkt daarbij weleens vergeten te worden. We overschatten de waarde van onderwijs denk ik wel eens.

Het CBS laat in onderstaande grafiek de ontwikkeling zien in het speciaal onderwijs, waar de aantallen maar toe blijven nemen. Daar gaat het vooral om leerlingen met ernstige ontwikkelingsstoornissen. Ik kan me niet voorstellen dat daar uitsluitend betere diagnostiek de oorzaak is, maar weet ook even geen goede verklaring.

In het schooljaar 2010/’11 zaten er bijna 69 duizend leerlingen op speciale scholen. In het schooljaar 2003/’04 waren dat er nog 54 duizend. De groei van het aantal leerlingen op speciale scholen deed zich vrijwel uitsluitend voor binnen het voortgezet onderwijs: van 20,5 duizend leerlingen in 2003/’04 naar bijna 34,5 duizend in 2010/’11. Binnen het basisonderwijs bleef het aantal leerlingen op speciale scholen nagenoeg constant, met 33,6 duizend leerlingen in 2003/’04 versus 34,4 duizend in 2010/’11.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Associate Degree in opkomst

Wie op Associate degree googelt, ziet dat het wemelt van de plannen om samen met ROCs nieuwe opleidingen te starten. Met name de ROCs verspreiden daarover diverse persberichten: begrijpelijk omdat het een aantrekkelijk perspectief is voor MBO-ers die door willen stromen.

De Associate degree (Ad) is een tweejarige opleiding op hbo-niveau die bedoeld is voor mbo’ers die na hun opleiding door willen studeren en werkenden en werkzoekenden die weer willen gaan studeren. Ad-programma’s hebben nu nog een tijdelijke status, maar op 8 februari 2011 is besloten dat de Associate degree definitief zal worden ingevoerd als onderdeel van het hoger onderwijs.

Een Ad-programma wordt aangeboden door een hogeschool en heeft een studielast van 120 studiepunten. Wie de studie met succes afrondt, ontvangt een wettelijk erkend getuigschrift (diploma) en een wettelijke graad: de Associate degree (Ad).Na het behalen van een Ad-diploma kunnen studenten zich inschrijven voor een vervolgstudie tot het eindniveau van de bachelor-opleiding.

Met Associate degrees wordt sinds 2006 proefgedraaid. Het aantal ingeschreven studenten is toegenomen. Ad-studenten zijn positief over de opleiding en afgestudeerden vinden vaak een baan die aansluit bij hun studie. Circa 40 procent van de afgestudeerden stroomt direct door naar de vervolgfase van de bacheloropleiding.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Minder werkboeken in het onderwijs

Vorige week verscheen een nieuw rapport van Regioplan over de schoolboeken. De minister stuurde een evaluatie van de Wet gratis schoolboeken naar de Kamer, voorzien van een aanbiedingsbrief.

Het betreft mijns inziens een zeer belangrijk rapport, omdat deze wet tot nogal wat onbedoelde neveneffecten heeft geleid. PvdA-Kamerlid Dijsselbloem betoogde dat er geen van boven opgelegde grote veranderingen in het onderwijs meer mochten plaatsvinden. Het veranderen van de boekenmarkt leek wellicht een kleine ingreep. Maar scholen zijn óók logistieke bedrijven: als je in een complex logistiek systeem ingrijpt, heeft dat ook consequenties voor het primaire proces.

Dat bleek al snel, toen scholen ineens Europees moesten gaan aanbesteden; specialistisch werk waar ze geen verstand van hadden. Conrectoren/ sectordirecties die het boekenfonds in portefeuille hadden, kregen er een hoop werk bij. OCW moest een grote taskforce en projectgroep in het leven roepen, om alle scholen te ondersteunen.

Even terug naar de bedoeling van de Wet. Hoofddoel van de Wet gratis schoolboeken (WGS) uit 2008 is de schoolkosten voor ouders te verlagen. De wet verplicht scholen in het voortgezet onderwijs (inclusief praktijkonderwijs en groen vmbo) om lesmateriaal kosteloos aan ouders te verstrekken. Dit betreft uiteraard schoolboeken, maar ook bijvoorbeeld digitaal lesmateriaal en syllabi. Zaken als atlassen, woordenboeken en tekendozen moeten ouders nog zelf aanschaffen. Een met dit eerste hoofddoel samenhangend nevendoel is te voorkomen dat kinderen zonder boeken op school verschijnen omdat ouders de kosten niet (kunnen) betalen.

Vorige Volgende