Nick Ottens

54 Artikelen
26 Waanlinks
263 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Galerij der Groten 3/8: Polk

In deze serie worden acht presidenten uit de Amerikaanse geschiedenis behandeld die volgens de auteur als voorbeeld zouden moeten dienen voor tegenwoordige en toekomstige ambtsdragers. Enkele van deze historische leiders zijn helaas relatief onbekend; de meesten zeer ondergewaardeerd.

james-polkJames K. Polk (1795-1849) was een fervent aanhanger van Andrew Jackson en wordt vaak de laatste sterke president van voor de Burgeroorlog genoemd. Omdat hij het grondgebied van de Verenigde Staten aanzienlijk uitbreidde en een aaneenschakeling van cruciale overwinningen boekte op buitenlands beleid wordt hij verder door historici gewoonlijk als één van de meest succesvolle presidenten bestempeld.

Gedurende zijn vier jaar als president (1845-1849) verlaagde Polk import- en exporttarieven waardoor de handel opbloeide en de belastingopbrengst met maar liefst de helft toenamen. Verder weerhield hij de instelling van een nieuwe centrale bank, iets waartegen ook Jackson had geageerd, en handhaafde hij een onafhankelijke staatskas. Polk ambieerde geen tweede termijn en stierf, geslaagd maar uitgeput, minder dan een jaar na zijn aftreden. De presidenten na hem, tot Lincoln meer dan tien jaar later werd gekozen, slaagden er niet in de almaar groeiende kloof tussen het industriële Noorden van het land en het slavenhoudende Zuiden te dichten.

De Burgeroorlog betekende een gigantische tegenslag voor de republiek. De daaropvolgende Reconstructie werd in het Zuiden als een economische kwelling ervaren terwijl de segregatie het offer van elke gesneuvelde soldaat van de Unie onteerde.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Galerij der Groten 2/8: Jackson

In deze serie worden acht presidenten uit de Amerikaanse geschiedenis behandeld die volgens de auteur als voorbeeld zouden moeten dienen voor tegenwoordige en toekomstige ambtsdragers. Enkele van deze historische leiders zijn helaas relatief onbekend; de meesten zeer ondergewaardeerd.

andrew-jacksonIets minder federalistisch dan Madison maar desondanks pleitbezorger van persoonlijke vrijheid en de vrije markt was Andrew Jackson (1767-1845), de zevende president van de Verenigde Staten. Zijn historische beoordeling wordt nogal bevuild door zijn steun voor de slavernij en de deportatie van Indianen gedurende zijn ambtstermijn, echter door veel meer mensen kiesrecht te verschaffen en een duidelijke scheiding tussen de machten van de staten en de federale overheid aan te brengen gaf Jackson vorm aan de moderne Democratische Partij en naam aan de zogenaamde Jacksoniaanse Democratie waarvan James K. Polk (1795-1849) de laatste president was.

Alhoewel zeker niet in weelde geboren en slechts beperkt opgeleid wist Jackson zich op te werken tot volksvertegenwoordiger en generaal tijdens de oorlog met Engeland van 1812. Jackson versloeg de Britse invasiemacht bij New Orleans en vergaarde erdoor nationale bekendheid wat hem in staat stelde in 1828 het presidentschap te winnen.

Onmiddellijk na zijn beëdiging pleitte hij voor afschaffing van het kiescollege en verdere democratisering van het overheidsapparaat. De benoeming van staatsdienaren moest volgens Jackson geheel vrij staan van hun politieke affiniteit maar zich uitsluitend op basis van hun kennis en kunde voltrekken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Dagelijkse Standaard onder vuur

michael-van-der-galien

De zondag hoeft niet saai te zijn. Nadat Michael van der Galiën op De Dagelijkse Standaard de Democraten in de Verenigde Staten ervan betichtte “knokploegen” in te zetten tegen de rechtse oppositie en Obama er verantwoordelijk voor stelde door gebruik te maken van een citaat dat geenszins betrekking had op het onderwerp, kwamen de felle reacties van alle kanten binnen.

Zelfs volgens Het Vrije Volk ging Van der Galiën te ver. Duns Ouray noemde zijn beschuldigingen “hysterisch” en “ronduit kwalijk”. “Bij Michael van der Galiën slaan echt de stoppen door.”

Bert Brussen deed er nog een schepje bovenop, bestempelde De Dagelijkse Standaard als een verzameling van “geestelijk gestoorde conservatieve bloggers” en meende dat Van der Galiën Obama met Pol Pot vergeleek. De reactie was onverbiddelijk: “Leuk geprobeerd,” schreef Van der Galiën, maar hij is geen racist. Brussen zou er goed aan doen zich eens iets van “fatsoensnormen” aan te trekken. Het soort fatsoen allicht waarmee je de president van de Verenigde Staten weggezet als een losgeslagen vakbondsleider die een mob mentality naar Washington meebrengt.

Brussen opende vervolgens de aanval op De Dagelijkse Standaard als zodanig en verweet het blog zich niet te houden aan haar eigen doelstelling om een “nieuwe standaard” neer te zetten voor “politiek, cultureel en economisch commentaar op het Internet.” “Maar helaas,” schreef Brussen, “zoals bij alle gevallen van ‘fatsoenlijk rechts’ zijn de ego’s te groot, de lontjes te kort en ontbreekt het aan actief leiderschap.”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Galerij der Groten 1/8: Madison

In deze serie worden acht presidenten uit de Amerikaanse geschiedenis behandeld die volgens de auteur als voorbeeld zouden moeten dienen voor tegenwoordige en toekomstige ambtsdragers. Enkele van deze historische leiders zijn helaas relatief onbekend; de meesten zeer ondergewaardeerd.

james_madisonEén van de vier founding fathers van de Verenigde Staten en de vierde president van de jonge republiek was James Madison (1751-1836), één van de auteurs van de nog altijd invloedrijke Federalist Papers en vader van de eerste tien amendementen op de Amerikaanse Grondwet, de Bill of Rights.

Madison pleitte voor uitvoerige checks and balances om de rechten van het individu te beschermen tegen een tirannie van de meerderheid en stond een grote federale overheid tegen. Hoewel hij als president (1809-1817) een nationale bank, een staand leger en belastingen op basis van tarieven accepteerde bleef Madison zich verzetten tegen verregaande bestuurlijke bemoeienis vanuit Washington, hoe goed bedoeld zij ook mocht zijn. Zijn presidentschap wordt voornamelijk herinnerd vanwege de oorlog met Engeland van 1812, echter zijn nalatenschap is er één van een standvastig hoeder van de grondwet die hij mede schreef alsmede een bevlogen voorvechter van de rechten van de staten waaruit Amerika bestaat.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Internet is eerste levensbehoefte

Van de bijstand kunnen gezinnen met kinderen niet fatsoenlijk rondkomen volgens een representatieve groep burgers die ondervraagd is door het Sociaal Cultureel Planbureau en het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). “Eerste levensbehoeften” als een sportclub en internet zijn daar nauwelijks van te betalen.

Rond de honderdduizend gezinnen leven in ons land van een bijstandsuitkering. Zij krijgen, afhankelijk van de gezinssamenstelling, 1300 per maand plus toeslagen en kinderbijslag. Een paar met drie kinderen heeft zo maximaal 1831 euro te besteden volgens het Nibud. Desalniettemin krijgt de paternalistische informatieverstrekker uit Utrecht de voorbeeldbegroting in deze categorie niet rond. Maandelijks gaapt er een gat van—schrikt U niet—dertig euro!

Niet alleen het Nibud, ook de gemiddelde Nederlander vindt dit een erbarmelijke situatie. Gezinnen die van een uitkering leven hebben amper geld voor schoolreisjes, een computer met internet of een mobieltje. Ook dat zijn tegenwoordig eerste levensbehoeften, kregen de onderzoekers te horen. Dat het op vrijwel iedere school in ons land inmiddels barst van de computers en dat andere kinderen dikwijls zelf werken om een mobiele telefoon aan te kunnen schaffen is natuurlijk totaal irrelevant, alsmede het feit dat de Wet werk en bijstand slechts is bedoeld om in de “noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien.” Alles dat ertoe doet is dat mensen in de bijstand zielig zijn en ook recht hebben op gezond voedsel en lidmaatschap van de lokale voetbalclub en bibliotheek. Behalve dan natuurlijk, dat ze er geen recht op hebben.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het treurige lot van de Venezolaanse cacao-industrie

venezuelan-black

Venezolaanse cacao staat wereldwijd bekend als een product van de hoogste kwaliteit. Chocolademakers uit Europa beconcurreren elkaar meedogenloos om toegang te krijgen tot de Venezolaanse markt en zijn bereid aanzienlijke sommen geld neer te leggen voor dit unieke product. Desalniettemin brengt het land tegenwoordig niet veel meer cacao voort dan drie eeuwen geleden: minder dan één procent van de wereldwijde productie.

Al bijna een eeuw lang, tot op de dag van vandaag, is olie ’s lands voornaamste exportproduct. Ondanks uitgestrekte vruchtbare gronden kreeg de olie-industrie altijd voorrang van overheidswege en moest Venezuela zelfs voedsel importeren. Dictator op dictator wist zichzelf aan de macht te houden dankzij de enorme olieopbrengsten met als laatste incarnatie Hugo Chávez die de afgelopen jaren grootste sociale werken opzette, grotendeels gefinancierd door een almaar stijgende olieprijs.

De afgelopen maanden is de olieprijs echter sterk gekelderd, wordt Chávez in eigen land meer en meer veracht en zoekt de schreeuwdictator steun bij landen als China en Rusland die maar al te graag opstappen om hun invloed in Zuid-Amerika uit te breiden. Chávez zijn oplossing voor de noodlijdende cacao-industrie: de weinige private ondernemers overdonderen met controles, regelgeving en intimidatie.

Reeds voor de Tweede Wereldoorlog werden tal van cacaoplantages onder het bewind van Juan Vicente Gómez geconfisqueerd. Ambtenaren vergaarden vervolgens praktisch een monopolie over de sector terwijl de export van allesbehalve olie door een combinatie van regelzucht en tarieven werd tegengewerkt. De cacaoproductie daalde jaar op jaar. Onder Chávez namen de belemmering alleen maar toe. Waar, voordat Chávez aan de macht kwam, cacao-exporteurs vier formulieren moesten invullen om hun producten overzees te mogen verschepen worden zij nu geconfronteerd met maar liefst tweeënvijftig verschillende vergunningseisen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Indiase kernonderzeeër verstoort machtsbalans

akula-klasse

India liet afgelopen weekend haar eerste kernonderzeeër te water en voegde zich daarmee volgens haar premier, Manmohan Singh, tot een exclusieve club van de tot dusver vijf landen die over deze technologie beschikken.

Het prototype, de Arihant (wat “verwoester der vijanden” betekent in het Sanskriet) werd volgens Singh met Russische steun gebouwd en “symboliseert de nauwe strategische partnerschap welke we met Rusland genieten,” aldus de premier.

Met de Arihant beschikt India binnenkort over een drievoudig afleveringssysteem voor kernwapens: vanuit de lucht middels bommenwerpers en langeafstandsraketten, en over zee. Pakistan heeft slechts de eerste twee en is onthutst over deze ontstane imbalans. Er bestaat echter nog enige twijfel over de volledige potentie van de Indiase onderzeeër. Aanvankelijk werd de Arihant namelijk ontworpen als aanvalsonderzeeër; waarschijnlijk is echter dat de huidige boot wel degelijk, eventueel met kernkoppen geladen, raketten kan dragen en afvuren.

Een gewapend conflict met een buurland is voor India nog altijd een reëele mogelijkheid. De laatste oorlog met Pakistan kwam pas in 1999 terwijl een toekomstige aanvaring met China niet wordt uitgesloten. Met een kustlijn van meer dan 7500 kilometer, waarlangs dertien grote havens en bijna tweehonderd kleinere zijn gelegen, heeft India een goede reden om haar marine uit te breiden. De grootste dreiging vandaag de dag gaat echter niet meer van staten uit, maar van terroristen. Alhoewel India zichzelf graag als de grootmacht van de Indische Oceaan beschouwt en zelfs tot taak gesteld ziet om deze zee veilig te stellen voor handelsverkeer zijn grootste onderzeeërs allicht niet de meest praktische instrumenten om piraten te bestrijden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Rusland herwint invloedssfeer ondanks recessie

kremlin

De economische teruggang heeft Rusland zwaar geraakt. Nog maar een jaar geleden groeide de economie van het land met acht procent en stegen reëele lonen zelfs tweemaal zo snel. Toen halveerde echter de olieprijs en stortte de economie in een vrije val. Tot op de dag van vandaag is een gebrek aan krediet het grootste probleem. Ondanks enorme kapitaalinjecties is het nog altijd moeilijk om aan een lening te komen. “De ernst van de kredietcrisis,” is volgens The Economist, “de prijs die Rusland betaalt voor het niet ontwikkelen van een eigen financiële markt en het niet intomen van de inflatie.” De twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden door de mentaliteit van de gemiddelde Rus die het leven te onzeker acht om geld te sparen of een verzekering af te sluiten. In plaats daarvan geeft hij elke roebel die hij verdient liever zo snel mogelijk uit.

De recessie heeft de akeligste tekortkomingen van de Russische economie blootgelegd: de ongezonde afhankelijkheid van olie en gas; corruptie; en onverbiddelijk staatsinmenging. Het Kremlin is maar al te bereid om buitenlandse concurrenten de deur te wijzen echter vooralsnodig toont het weinig enthousiasme om wankelende ondernemingen daadwerkelijk te nationaliseren. Het wil niet zelf opscheept geraken met enorme buitenlandse schulden.

De situatie drijft Rusland in een soort economische isolement; één welke vele van de oude Sovjetrepublieken omarmt. Zo heeft Moskou aangekondigd niet langer lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie na te streven terwijl landen als Kirgizië en de Oekraïne miljoenen aan steun vanuit de Russische hoofdstad krijgen toebedeeld. Voor wat hoort wat, dus zet Kirgizië de Amerikanen het land uit. “Rusland ziet de crisis als een kans om haar invloed in de voormalige Sovjet wereld te vergroten,” aldus een Amerikaanse expert. Het ondervindt daar maar weinig weerstand. De Amerikanen zijn niet bereid om omwille van enkele Centraal-Aziatische staatjes het conlict met Rusland op te zoeken en de Chinezen zijn tot dusver alleen geïnteresseerd in zaken, niet in politieke invloed.

Vorige Volgende