M&M

543 Artikelen
142 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Elke tweede zondag van de maand is Kunst op Zondag voor M&M: Maria Willems en Michiel van Hunenstijn. Maria heeft een fotoblog met fotoseries van alledaagse onderwerpen. Michiel is dichter voor-halve-dagen. Ze gaan regelmatig samen op pad om kunst te bekijken. Voor Kunst op Zondag koppelen ze een fotografische en een poëtische registratie aan elkaar.
Foto: Maria Willems (eigen foto - met toestemming) / Lille Fantastic - 2012 Børre Saethre (Untitled - The Tarkin Doctrine)

Kunst op zondag | Besmette wereld

In de zomer van 1920 verwerkte de Belgische dichter Paul van Ostaijen zijn ervaringen uit de Eerste Wereld Oorlog tot de dichtbundel Bezette Stad. Een bundel die ik nog elke keer als ik ‘m opensla als modern beschouw. De bundel is nu nog steeds aanwezig: op T-Shirts is het Boem Paukeslag nog elke zomer weer te lezen. De aantrekkingskracht van deze bundel zat ‘m vooral in het typografische aspect. Er zijn geen saaie bladspiegels in Bezette Stad te vinden, je bladert daar van de ene verrassing naar de andere. Dan bestaat een enkel gedicht uit vijf verschillende lettersoorten, dan weer danst en buitelt een gedicht over de bladzijde. Dan weer staat er een ode aan de toen erg populaire actrice Asta Nielsen, dan weer een lofrede aan de Singer naaimasjien. Als je iemand in je omgeving hebt die zegt niet van gedichten te houden deze bundel geeft, dan zou zij wellicht een uitzondering kunnen maken voor Bezette Stad. En tot besluit een financieel feitje: het originele manuscript van Bezette Stad (‘de Heilige Graal van de Vlaamse Literatuur’) is dit jaar aangekocht door Vlaanderen voor 725.000 euro. Letterlijk een waardevolle dichtbundel.

In 2020 werden we geconfronteerd met het coronavirus. Dat besmette niet alleen de stad maar inmiddels de hele wereld. Het culturele Vlaams-Nederlands Huis deBuren, een forum voor cultuur en samenleving, nodige Vlaamse en Nederlandse dichters en kunstenaars uit om artistiek te reflecteren op de dichtbundel van Paul van Ostaijen. En dat is gelukt. En hoe. Het is een magnifieke bundel geworden. Kloek ook. Een plezier om te lezen. Of om gewoon te kijken naar het feest van typografische aspecten, want ja, Van Ostaijen inspireert nog steeds. Ook mij.

Closing Time | I Don’t Want To Go To Chelsea

Was het omdat zijn voornaam Elvis is? Lag het aan zijn hoornen bril? Aan dat hij op die elpeehoes achter een Hasselblad camera stond? Lag het aan dat hij zijn voeten zo krampachtig, zo gespannen naar binnen had staan? Kwam het door dat jankende orgel in dat nummer? Lag het aan zijn geknepen en snerende uitspraak? Lag het aan die bas en strakke drums? De tekst misschien? Of is het gewoon alles bij mekaar dat maakt dat het na 44 jaar nog steeds een lekker nummer is?

Closing Time| Boy With The Arab Strap

Wanneer heb ik voor het laatst een blokfluit op een poppodium gezien? Heb ik überhaupt ooit een blokfluit tijdens een popconcert gezien? Ik kan het me niet herinneren, spreek ik Mark Rutte maar na. Maar in mijn geval klopt het. Ik heb nog nooit een blokfluit gezien of gehoord tijdens een concert. Waarschijnlijk omdat het instrument niet erg rock’n’roll en macho is. En omdat het geluid wel erg iel is. De Schotse band Belle & Sebastian zit daar niet zo mee. Staan ze op het Glastonbury Festival, dan wordt er gewoon gefloten op zo’n ding. Ook leuk is dat ze wat fans uitnodigen om tijdens dit nummer op het podium te komen. Maar ja, dan sta je daar en dan blijkt dat het dansen en het hopsen op dit nummer toch lastiger is dan gedacht. Maar maakt niet uit, het is een prachtig nummer, het is mooi weer en iedereen heeft lol.

Closing Time |  It’s All So Incredibly Loud

Plaat van The Glass Animals om onrustig van te worden. Zit je toch steeds te wachten op die dreun, die drums, dat moment dat die eronder gaat komen. Wanneer het intro overgaat in het dans gedeelte. Want zo doen ze dat bij die danceplaten: langzaam, beloftevol beginnen, en dan langzaam toewerken, beetje publiek plagen, naar de verlossende break. Maar dat komt dus niet. De beat versnelt niet. De dreun wordt niet harder en opzwepender. Het volume gaat niet omhoog. Wat je nu hoort, zo blijft het. Smooth. En dat is goed want zo is het af, niks meer aan doen.

Closing Time | National Song

Die vier tonen blijven dan de rest van de dag in mijn hoofd janken, duiken op als ik de trap op loop, als ik fiets, als ik buiten loop, dan vooral. Ze blijven slepen, ze dreigen er steeds naast te gaan, vals te worden. Dat je gaat denken, laat de rest van dat nummer maar zitten, kom maar gelijk weer met die vier noten. Haast het kenmerk van een verslaving: je ontspant pas als je krijgt waar je zo naar verlangt. Dan pas wordt de boel weer gesust.

Closing Time | Goede Vrijdag

De musical/film Jesus Christ Superstar begint met de Overture en eindigt met John Nineteen: Forty-One. Oftewel, Johannes 19 vers 41. Muziek: Andrew Loyd Webber en, altijd een beetje ondergewaardeerd gebleven, tekst van Tim Rice. Er is dus besloten om het verhaal over Jezus te laten stoppen op Goede Vrijdag, bij de dood van Jezus. Bij de dood van Jezus aan het kruis. Terwijl met Pasen de opstanding gevierd wordt. Maar die zit er dus niet bij. Misschien komt er ooit nog een Part Two – Jesus The Ressurection.

Closing Time | Odetta In Paris

Toen ik de eerste keer dit filmpje zag, Odetta in Paris, dacht ik, waar zijn de microfoons,  waar is de snoerenspaghetti op het podium? Waar zijn de pedalen, de kastjes, de boxen, de knopjes? Is het wel live? En wat een vreemd zaaltje, zo met al die losse houten stoelen. En wat een net publiek, jong oud, maar allemaal netjes met bloesje, stropdas, colbertjasje, haar netjes geknipt, en heerlijk, een paar dames met de tas op schoot. En niemand die joelt, roept of op zijn vingers fluit tussen de nummers door. En tijdens de nummers houden ze ook heel netjes hun bakkes. Moet je tegenwoordig ‘ns horen tijdens een concert. Enfin. Toen ik het filmpje nog een keer bekeek zag ik toch een microfoon op een standaard een eindje voor de bas staan. Idem bij de gitaar. Maar waar zingt Odetta in?

Closing Time | Rakaya Fetuga, Windrush DAY 2020

Poëzie, park, podium, zomer, blazers, trommeltjes, reggae, kinderen, zon, zeepbellen, gras, picknick, hoedjes, dansen, giga-oorringen, drankje – feest ter gelegenheid van Windrush Day. The Windrush was een passagierschip dat in 1948, 1017 passagiers vervoerde van The British West Indies, onder andere Jamica, toen nog onderdeel van het Britse Rijk, naar Engeland. Ze waren welkom als arbeidskrachten om de economie te helpen opbouwen. De Onafhankelijkheidsdag binnen die koloniën verschilt van eiland tot (ei-)land. De spoken word artiest Rakaya Fetuga zegt hier een, misschien wat erg direct gedicht, maar hoe ze het brengt, maakt dat weer goed.

Closing Time | Wading Through The Waters Of My Time

Richard Hawley speelde gitaar in de jaren negentig popband Pulp, maar kennelijk ligt zijn hart toch meer bij de oude klassieke country, zeg Jim Reeves. En als je zo’n stem hebt als Richard Hawley, zacht, rijk, warm en in brons gedoopt, dan is de vergelijking met Roy Orbison zo gemaakt. Retro tot he max, las ik ergens. En dat klopt wel, hij was in de jaren vijftig beslist niet uit de toon gevallen. Hij kent zijn klassiekers. De liedjes op de plaat Coles Corner, gaan over verlies, liefde, romantiek en heimwee – ah, als ik het niet dacht.

Closing Time | Isolation

Het gaat niet goed met Aleksej Navalny.
De Russische oppositieleider verblijft in Pokrov,
een strafkolonie waar hij een straf uit moet zitten
van tweeënhalf jaar. De strafkolonie is berucht vanwege
haar strenge regime en mishandeling van gedetineerden.
Navalny wordt medische zorg onthouden en hij wordt
gemarteld door slaaponthouding. De woordvoerder
van president Poetin, Dimitri Peskov,
wijst de aantijging van de hand: Navalny
wordt net als alle andere gevangen in Pokrov gewoon
’s nachts elk uur gewekt, o.a. door met een zaklamp recht
in het gezicht schijnen. En dan is er die man die hem
dan filmt en hardop de tijd noemt. Dit gebeurt elke nacht,
elk uur, continu, nacht in, nacht uit, altijd. Tot het ochtend wordt.
‘Om de orde en discipline te handhaven.
Dus ja, wat is het probleem precies?

Closing Time | Blue

 Je hebt zingen, je hebt samenzang, je hebt close harmony, en er is kwelen. En dat is wat The Jayhawks hier doen in deze song. Bestaat er eigenlijk een neutraal gebruik van het begrip kwelen? Want zo bedoel ik het eigenlijk nu. Want wat doen ze dat mooi. En hup, daar glijden die stemmen weer gezamenlijk de hoogte in, op naar die uithaal: bluehuehuehuehuehue, jank dat verdriet en die eenzaamheid er maar uit mannen, geef het een stem.

Closing Time | Under A Stormy Sky

Ik heb iemand gekend die oud klooster- en kerkmeubilair zocht en kocht. Dus de altaren, de kansel, de kerkbanken, doopvont, lambrisering, biechtstoelen – alles ging mee in de vrachtauto naar zijn werkplaats, waar alles bij elkaar kwam, en waar de geur van wierook, boenwas en heiligheid hing. Hij verzaagde en schaafde het houtwerk om er interieurs voor restaurants en cafes van te maken. De kansel werd de receptiebalie, het altaar werd de bar, zoiets. Maar, zei hij, ik maak en verkoop geen interieurs, ik maak en verkoop sfeer.

Vorige Volgende