Geen bal op tv | De kunst van het zweven
COLUMN - Zwevend tussen hoop en vrees was ik mijn stempas kwijt. Normaal vind ik ‘m dan binnen een half uur, maar nu niet. Ik was ervan overtuigd dat ik hem een weekje eerder op de trap had zien liggen. Waarom ik er toen gewoon langs ben gelopen, zijn van die raadselen die van het leven zo’n verdomd interessante aangelegenheid maken.
Terwijl ik het huis overhoophaalde, begonnen ze op de NPO met het slotdebat. Zo nu en dan, tussen het zoeken door, ging ik er even voor zitten. Het deed me deugd dat het debat van alle bullshit was ontdaan. Gewoon zoveel mogelijk lijsttrekkers uitnodigen en er dan steeds twee tegenover elkaar die een goed voorbereid debat voerden over één stelling. Met Rob Trip als bijna onzichtbare gespreksleider. Dacht ik dat het debat zijn beste tijd had gehad, blaast de NOS het nieuw leven in door terug te gaan naar de basis.
Onze kat zat zelfgenoegzaam haar kont schoon te likken terwijl Geert Wilders soepeltjes gehakt maakte van Lodewijk Asscher, die zich in een laatste wanhopige poging probeerde op te pompen om boos te worden. Een dag later zei Rosenmöller tegen Tweebeeke dat bij Asscher gisteren de straatvechter naar boven kwam. Maar ik zag geen straatvechter. Ik zag een uitgebluste acteur die zijn best deed te spelen dat hij boos was. Wilders snoof en Asscher was gezien.