Lezers en schrijvers in hetzelfde schuitje
RECENSIE - “Lezen is extreem moeilijk”, schreef Kurt Vonnegut. “Als je er goed bij stilstaat is het bijna iets onmogelijks. Ons publiek kan eenvoudig niet groot zijn. Want het moet nu eenmaal ongelooflijk knap zijn.”
Renate Dorrestein haalt die woorden aan in haar nieuwste boek Dagelijks werk. Een schrijversleven. Het is een bundeling uit wat ze haar ‘schaduwoeuvre’ noemt, een verzameling inleidingen voor boeken, e-mails, en in betrekkelijk obscure bladen en boeken gepubliceerde bijdragen. Samen vormen ze een ‘literaire autobiografie’, een verslag van haar denken over het schrijven. Het is het soort boeken waarop moderne literatuurwetenschappers als ik het goed begrijp: een boek waarin de auteur een beeld van zichzelf geeft, van wie ze in de ogen van haar lezers wil zijn. En ik geloof dat het antwoord is: één van hen. Zij het wel één van hen die niet lang meer te leven heeft – ze heeft een onbehandelbare vorm van kanker.
Grachtentuinen
Er verschijnen gek genoeg maar weinig van dit soort boeken, waarin het literaire schrijverschap wordt gepresenteerd als werk. Schrijvers hebben toch vaak de neiging om hun werk te presenteren als iets bijzonders, iets wat ze onderscheidt van zelfs hun lezers (het aantal Nederlandse schrijvers dat niet echt van lezen lijkt te houden is niet te tellen), als enorm getob, iets wat tegelijkertijd iedereen wel wil, maar dat slechts aan weinigen gegeven is.