Herstel vertrouwen in EU
ONDERZOEK - Ondanks alle twijfels die worden geuit over de continuïteit van de Europese samenwerking geven Europese burgers de EU dit jaar weer wat meer krediet. De prioriteiten die burgers stellen wijken wel af van de focus op vrijhandel bij de meeste Europese politici.
Een moeizaam verlopende Brexit, de winst van eurosceptische partijen in verschillende landen, voortdurende onenigheid over het immigratiebeleid, de openlijke oppositie van de Hongaarse en Poolse regeringen en het conflict over de onafhankelijkheid van Catalonië: een somber beeld van de toekomst van de samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie is niet moeilijk te schetsen. Toch blijkt uit de nieuwe Eurobarometer van het Europese Parlement dat burgers de EU voorzichtig weer wat meer vertrouwen geven.
Voor het onderzoek in opdracht van het Europese Parlement interviewde Kantar Public tussen 23 september en 2 oktober 27.881 mensen in alle 28 lidstaten. Gemiddeld vindt 47% van de Europese burgers dat hun stem telt in de EU. Dat is het beste resultaat sinds de verkiezingen van 2009. Nog net iets meer, 48% is het niet met deze stelling eens. Dat is een daling van 11 procentpunten vergeleken met vorig jaar. Voor de nationale context ligt het gemiddelde van ‘mijn stem telt’ op 61%. Zweden en Denemarken scoren het hoogst in het vertrouwen dat een stem van de burger er toe doet, zowel nationaal als Europees. De laagste cijfers worden behaald in Griekenland.