Joost

2.655 Artikelen
2.816 Waanlinks
25.075 Reacties
Achtergrond: Kordite (cc)
Technisch opperhoofd en voorzitter van Sargasso, wat in de praktijk betekent dat hij nog geen zak te zeggen heeft :).

Developt (?) zich in het dagelijks leven het ongans en heeft veel te veel ideeën om uit te voeren.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Einde abonnemententerreur, behalve door kranten

Het lijkt erop dat de abonnemententerreur ten einde is. Automatische verlenging van (al dan niet) in een vlaag van verstandsverbijstering aangegane verplichtingen behoren binnenkort tot het verleden.

Afgelopen donderdag werd een wetsvoorstel van de PvdA daartoe aangenomen, en vanaf 1 januari 2010 is het wet. Stilzwijgende verlengingen behoren hierdoor tot het verleden. Er kunnen nog wel abonnementen en lidmaatschappen voor onbepaalde tijd worden afgesloten, maar deze krijgen een opzegtermijn van maximaal een jaar maand.

De wet geldt voor sportscholen, boekenclubs, internet- en telefoniebedrijven en autopechdiensten, waarbij je op dezelfde manier op moet kunnen zeggen als dat je het abonnement bent aangegaan.

Maar missen we hier niet een branche? Die van de dode boom, te weten kranten en tijdschriften? Inderdaad, deze krijgen een uitzonderingspositie en mogen een opzegtermijn van drie maanden hanteren. En wat zijn de dwingende redenen om de kranten en tijdschriften deze uitzonderingspositie te geven?

Allereerst logistiek. Het schijnt moeilijk te zijn binnen een maand door te geven dat iemand geen prijs meer stelt op een krant, of aan de adverteerders duidelijk te maken dat het ledenaantal maandelijks fluctueert i.p.v. drie-maandelijks.

Maar de meest belachelijke redenen zijn wel het feit dat de krantensector het moeilijk heeft en het grote belang van kranten voor de Nederlandse democratie en samenleving.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Gloeilampverbod is symboolpolitiek

Zonlicht door peertje (Foto: Flickr/Steffe)

Zelden grotere symboolpolitiek gezien dan het uitfaseren van de gloeilamp of, op z’n Brussels gezegd, het ‘opschalen van de efficiëntie-eisen van verlichting’. Op de opiniepagina’s proberen mensen zoals klimaatexpert Bas Eickhout in de NRC Next van afgelopen woensdag te redden wat er te redden valt en het te spinnen tot een nuttige maatregel. Tevergeefs. Ze hebben halve waarheden en kleine leugens nodig om hun gelijk aan te tonen.

Zo haalt Eickhout aan dat negentien procent van de elektriciteit in de wereld opgaat aan verlichting. En dus is het verbod een goed verbod. Ik hoop voor hem dat hij er zelf in gelooft, want anders zou ik hem betichten van moedwillig onvolledige informatie verspreiden. Maar goed, behalve klimaatexpert is Eickhout ook GroenLinks-europarlementariër. Helemaal klimaatneutraal kan je hem dus niet noemen.

Allereerst heeft die negentien procent slechts betrekking op het wereldwijde stroomverbruik, niet op het Europese. Het zou goed kunnen dat dat percentage in Europa anders is. Daarnaast is, met het oog op het milieu, het focussen op stroomverbruik zeer twijfelachtig. Daar gaat gaat het natuurlijk niet om, het gaat immers om het totale energieverbruik. Strikt genomen klopt het wat Eickhout zegt, maar door dat niet te benoemen schetst hij toch een onvolledig beeld.

In die negentien procent zit daarbij niet alleen het aandeel van huishoudens besloten, maar ook het aandeel van de industrie en de overheid. Denk aan het verlichten van kantoren, bedrijventerreinen, en – ook niet geheel onbelangrijk – straatverlichting. Deze nieuwe wetgeving gaat daar helemaal geen invloed op hebben, aangezien de overheid en het bedrijfsleven veel efficiëntere verlichting gebruiken. In Nederland is het aandeel van verlichting in het stroomverbruik per huishouden slechts vijftien procent. Nog steeds een aardige hap, maar wel flink minder dan geschetst.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: Verschrikkelijke beslissing

“Ik vind dit een verschrikkelijke beslissing. Het is duidelijk een politieke overweging. Ik zie geen andere rationele reden waarom ze dit zouden doen.”

Cheney reageert op het besluit van de regering Obama een onderzoek te openen naar de harde ondervragingsmethoden door de CIA van de vorige regering. Verder zegt hij:

“Ik denk dat hij aan het proberen is zijn verantwoordelijkheid te ontduiken. En ik denk dat dat verkeerd is.”

Wie welke verantwoordelijkheid nou ontduikt blijft echter wat onduidelijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Man of vrouw, en wie bepaalt dat?

Caster Semenya (Foto: Wikimedia Commons/Michel Langeveld)

De Zuid-Afrikaanse atlete Caster Semenya loopt de laatste tijd erg goed. Zo liep ze de beste seizoenstijd op de 800 meter. En waar iemand succes heeft is er al snel jaloezie. Normaliter volgen dan bijna vanzelf de dopingbeschuldigingen, maar in dit geval is er een andere stok om mee te slaan. Semenya ziet er nogal mannelijk uit, wat mensen laat twijfelen aan haar geslacht.

Zoveel zelfs dat de internationale atletiekunie (IAAF) een kleine twee weken geleden besloot tot een test. De uitslag is nog niet bekend, en het is de vraag of de sportorganisatie wel kán bepalen of Semenya wel of geen vrouw is. Kijken of ze de uiterlijke kenmerken van een vrouw heeft is namelijk niet voldoende en alles wat daarna komt is eigenlijk vooral een filosofische vraag. Is ze genetisch gezien een vrouw, maar heeft ze mannelijke hoeveelheden testosteron? Moet je haar dan diskwalificeren? En als ze genetisch gezien een man blijkt te zijn, maar een vrouwelijke hoeveelheid testosteron en oestrogeen aanmaakt? Is ze dan geen vrouw?

En als je haar diskwalificeert op deze kenmerken, wat is dan de drempelwaarde waarop je deze mensen gaat diskwalificeren? En wat betekent dit alles voor de aangeboren afwijkingen of ’talenten’ van andere atleten? Iedereen produceert andere hoeveelheden testosteron en oestrogeen. Het zou best eens kunnen zijn dat deze waarden bij veel topatleten afwijkend zijn, en zo zou het kunnen dat naar aanleiding van deze zaak opeens veel meer vrouwelijke atleten, die het geluk hadden er vrouwelijker uit te zien, tot man worden verklaard.

Vorige Volgende