Christian Jongeneel

1.816 Artikelen
361 Waanlinks
2.092 Reacties
Achtergrond: Christian Jongeneel
Christian Jongeneel is auteur van twee romans en zakelijk leider van twee literaire instellingen in Rotterdam. Op de achtergrond is hij politiek actief voor GroenLinks.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Equatoriaal Guinee betaalt wisselgeld

Simon Mann, Obiangs wisselgeld (Foto: Flickr/Podknox)

De inwoners van het kleine Equatoriaal Guinee verdienen gemiddeld 37.000 dollar per jaar. Dat hebben ze te danken aan hun president, want hij en zijn familie halen zoveel binnen dat ze ruimschoots compenseren voor de rest van de bevolking, die het met een dollar per dag moet doen. President Teodoro Obiang Nguema liet zich afgelopen weekend dan ook herkiezen. De uitslag laat nog even op zich wachten, maar hij heeft beloofd meer stemmen te halen dan de vorige keer, toen de teller op 97,1 procent bleef steken.

Het hele verhaal over de vele schendingen van de mensenrechten, oliedollars en bijbehorende vriendschap met de VS hoeft hier niet verteld te worden. De corruptie is zo schaamteloos dat de zoon van president Obiang er tijdens een rechtszaak in Zuid-Afrika vrolijk over vertelde. “In mijn land is het gebruikelijk dat ministers een partnerschap afsluiten met buitenlandse bedrijven die naar contracten van de overheid dingen, zodat een aanzienlijk deel van het bedrag op hun eigen bankrekening belandt.”

Met zo enorm veel olie en zo’n kleine elite is Equatoriaal Guinee natuurlijk ideaal voor staatsgrepen. Obiang zelf claimt er al vele overleefd te hebben, al zeggen oppositieleiders dat veel ervan verzonnen zijn enkel om hen achter de tralies te kunnen zetten. In 2004 mislukte een machtsgreep onder leiding van de Britse huurling Simon Mann, die beweerde steun van Zuid-Afrika te hebben voor zijn coup.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het rommelt zachtjes in Namibië

Verlaten diamantmijn bij Kolmanskop (Foto: Flickr/calips96)

De voormalige guerillabeweging Swapo gaat voor de vijfde keer op rij de parlements- en presidentsverkiezingen winnen in Namibië. Vandaag en morgen gaan de één miljoen kiesgerechtigden naar de stembus in het zeer woestijnrijke land, dat het vooral moet hebben van toerisme en (vanwege de crisis ingestorte) mijnbouw. Na Niger is Namibië de grootste exporteur van uranium ter wereld.

Hoewel de winnaar vaststaat, krijgt Swapo voor het eerst serieus tegenstand. De Rally for Democracy and Progress (RDP) splitste zich twee jaar geleden van Swapo af. Ze is vooral een vehikel voor enkele ontevreden oudgedienden van Swapo, maar positioneert zich ook als tegenstander van de corruptie die onvermijdelijk toeslaat als dezelfde kliek te lang aan de macht blijft. Die houding uit zich ook in een harde opstelling jegens Zimbabwe. Swapo verdedigt Robert Mugabe, een strijdmakker uit de tijd van de blanke overheersing van zuidelijk Afrika immers.

Kennelijk maakt Hidipo Hamutenya, de leider van de RDP, de regering echter zo nerveus dat Swapo hem voor de rechter gedaagd heeft wegens uitspraken over vermeende verkiezingsfraude. De nationale mensenrechten-organisaties heeft zich ook kritisch uitgelaten over de kiesraad – en kan juridische actie tegemoet zien.

Nu zal er ongetwijfeld het één en ander mis zijn, maar dat neemt niet weg dat Swapo werkelijk populair is onder de bevolking. Namibië kan echter ook een stevige oppositie gebruiken, liefst niet versplinterd over de dertien partijen die het tegen Swapo opnemen. Het tellen van de stemmen gaat naar verwachting een week duren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Burkina Faso en Niger geven het goede voorbeeld

Het grensgebied van Niger en Burkina Faso (Foto: Flickr/Danny Boy!)

Kijk zo hoort het nou als je een grensconflict hebt: je gaat naar het International Court of Justice (ICJ) in Den Haag. Niger en Burkina Faso kondigden hun gang gisteren aan. Beide partijen, straatarme landen met krakkemikkige democratieën, zijn daar meer bij gebaat dan bij een oorlog. Het ICJ loste vier jaar geleden al een dispuut tussen Niger en Benin op.

Burkina Faso en Niger steggelen al lang over hun 650 kilometer lange grens, maar de spanning liep de laatste jaren op. Begin dit jaar dreigde het even flink uit de hand te lopen, toen politici in het grensgebied beschuldigingen uitten over wederzijdse misdragingen. Lokaal bestond echter ook de wil om het probleem vreedzaam op te lossen. Het lijkt erop dat dit ervoor gezorgd heeft dat de nationale regeringen zich nu tot het ICJ wenden.

Bij een zaak voor het ICJ moeten beide partijen zich vooraf binden aan de uitkomst. Dat is gebeurd. In het geval van Niger en Benin had het hof drie jaar nodig om tot een uitspraak te komen. Het lastige is vooral dat het om voormalige Franse koloniën gaat, zodat er weinig historisch materiaal over de juiste grens bestaat. Maar de gang naar het hof van beide landen is vooral een lichtpunt voor Afrika, waar wapens nog altijd de meest geëigende manier zijn om conflicten op te lossen.

Vorige Volgende