Johanna

126 Artikelen
147 Waanlinks
1.805 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Halsema: ‘Wilders winkelt behoorlijk selectief in de grondrechtensupermarkt’

Femke Halsema (Foto: GroenLinks)

Vorige week zaterdag hield Femke Halsema een lezing over de relatie tussen vrijzinnigheid, religie en politiek, die in de pers en het blogcircuit ruimschoots aandacht kreeg. Als je niet beter wist, zou je bijna denken dat de voorvrouw van GroenLinks nooit eerder was opgekomen voor de emancipatie van vrouwen en homo’s, dat ze nooit eerder op de barricaden had gestaan voor gelijke behandeling van alle burgers in ons land. Je kreeg stellig de indruk dat rechts dit thema al jaren geleden op de agenda had geplaatst en Halsema nu eindelijk, als eerste van de linkse elite in hun kielzog gevolgd was. Daar zijn wel een aantal kanttekeningen bij te plaatsen.

Om te beginnen is het natuurlijk niet zo dat rechts van oudsher strijdt voor vrouwenemancipatie. Door de jaren heen is dat toch vooral een strijd ter linkerzijde geweest. Bovendien is het lang niet voor het eerst dat GroenLinks zich met dit thema bezighoudt, want emancipatie en ontwikkeling zijn thema’s die de partij na aan het hart liggen. Zo nodigde GroenLinks in 2006 moslimvrouwen uit naar de Tweede Kamer, om van henzelf te horen hoe ze zelf naar hun positie kijken, wat ze zelf denken te kunnen doen aan hun emancipatie en wat ze van anderen en de overheid daarin verwachten. Ook in die tijd stelde Halsema al dat de emancipatie van vrouwen een mensenrecht is.

De interpretatie van rechts gaat ook voorbij aan het feit dat het nieuwe nogal rechtse kabinet tot nu toe niet laat zien vrouwenemancipatie hoog in het vaandel te hebben staan. Niet meer dan drie vrouwen kon men in onze samenleving vinden die geschikt waren voor het ministerschap. Stel je daarover kritische vragen, dan krijg je van rechtse mensen als antwoord dat de vrouwenstrijd achterhaald is, dat het aantal vrouwen er niet toe doet en dat het om de kwaliteit gaat. Waarmee dan natuurlijk simpelweg wordt gesuggereerd dat vrouwen met kwaliteiten er niet zijn. Terwijl het zonneklaar is dat een aantal mannen in het kabinet in ieder geval zelf niet over relevante bestuurlijke ervaring beschikt. Het zijn het soort argumenten dat wij vrouwen nu al decennialang horen. Je krijgt dan ook het gevoel dat we nogal teruggeworpen worden in de tijd. Dat gevoel wordt versterkt door de kabinetsplannen voor de kinderopvang, die men zodanig wil saneren dat een gemiddeld gezin straks zo’n 3000 euro per jaar extra kwijt is voor kinderopvang. Het lijkt me duidelijk wie de rekening daarvan gaat betalen. Dit soort maatregelen draagt niet bepaald bij aan de emancipatie en participatie van vrouwen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: ‘Mannenkabinet’

[qvdd]

Mark Rutte heeft gezegd op kwaliteit af te gaan. Daarbij heeft hij blijkbaar vooral gelet op de bijdrage die kandidaten hebben geleverd aan de totstandkoming van het kabinet.

Demissionair minister Tineke Huizinga (ChristenUnie) spreekt haar ongenoegen uit over de man-vrouwverhouding in het nieuwe kabinet. Volgens Huizinga is een gezelschap met een goede man-vrouwverhouding het plezierigste gezelschap om in te werken. Ze is ervan overtuigd dat Rutte meer geschikte vrouwen had kunnen vinden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het gekrenkte ego van Wilders

‘Kwaad’, ‘beledigend’, schandelijk’, ‘onjuist en ongepast’, het zijn overbekende kwalificaties uit de mond van PVV-leider Wilders en zijn volgelingen. Donderdag viel de eer te beurt aan de Indonesische ambassadeur Yunus Effendi Habibie, die het had gewaagd zijn zorgen uit te spreken en het komende staatsbezoek van de Indonesische president wilde heroverwegen ingeval er een regering met Wilders zou komen.

Wilders haastte zich om te melden dat de ambassadeur vrijheid van meningsuiting heeft, maar wat stelt dat voor als hij in dezelfde adem van onze minister van Buitenlandse Zaken eist dat hij de ambassadeur ontbiedt, hem de oren wast en een toontje lager laat zingen? Dezelfde Maxime Verhagen, aldus Wilders, ‘die in een andere positie toch bezig is om vriendschapsbanden te proberen te smeden met de PVV’. Alsof dat relevant is voor de beoordeling van de uitspraken van Habibie door de Nederlandse regering.

Als ik het er niet mee eens ben, en het is namens de regering gedaan, dan vindt ik ook dat de regering, althans dat is mijn vraag, moet zeggen dat daar afstand van wordt genomen en dat helder maken aan die Indonesische ambassadeur.

Dus: omdat Wilders het er niet mee eens is, moet onze regering de ambassadeur ringeloren. Hoezo vrijheid van meningsuiting. Natuurlijk mag Wilders wel alles zeggen, maar niemand mag daar iets van vinden, laat staan consequenties aan verbinden. Vindt Yunus Effendi Habibie echter iets, dan mag hij eigenlijk helemaal niet zeggen wat hij wil, want we moeten er consequenties aan verbinden, we moeten laten zien dat die vriendschapsbanden die we smeden ons menens zijn. Het heeft een hoog gehalte van: ‘wie niet voor mij is, is tegen mij’. Het is de gekrenkte trots van de narcist die vindt dat hij onvoorwaardelijk gesteund dient te worden, ongeacht zijn doen en laten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de dag: Verhuftering

[qvdd]

In de jaren vijftig was de empathie voor de dader wel sterk aanwezig. Dat had ook te maken met de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog bestond heel sterk het gevoel: het kwaad zit in iedereen. Onder bepaalde omstandigheden kan iedereen een misdaad plegen. Daarom mogen we daders niet dehumaniseren. Het zijn ook mensen. Als je nu zegt: eigen schuld, dikke bult, dan duw je ook het kwaad in jezelf weg. Je wilt niet begrijpen dat de neiging om kwaad te doen in ieder mens zit. Dat jij ook geweld had kunnen gebruiken als je toevallig minder goed was opgevoed of in een ruwe buurt was opgegroeid. Als dat besef er niet is, wordt er een monsterlijk beeld van misdadigers gecreëerd. Er rust nog altijd een taboe op de doodstraf. Maar ook dat taboe zal de komende jaren worden uitgedaagd.

Socioloog/filosoof Bas van Stokkom in de Volkskrant van zaterdag 18 september 2010 over het nieuwe taboe om oog te hebben voor de dader, zijn motieven en de context waarin het delict plaatsvond.

Vorige Volgende