De kernboodschap van Occupy is populistisch
De beweging kan een nuttige thermometer zijn voor de democratie, maar is in de kern populistisch zeggen Matthijs Rooduijn en Sarah de Lange, verbonden aan de onderzoeksgroep ‘Challenges to Democratic Representation’ van het Amsterdam Institute for Social Science Research.
Analisten breken zich het hoofd over de vraag wie de Occupyers nu precies zijn en wat ze willen. De conclusie is veelal dat het gaat om een bonte verzameling van anarchisten, andersglobalisten, communisten en verontwaardigde kiezers die pleiten voor een eerlijkere verdeling van de welvaart, meer duurzaamheid, en vrede op aarde.
Hoewel deze analyse op hoofdlijnen klopt, helpt zij ons niet verder bij het verklaren van het succes van de Occupy-beweging. Om de Occupy-beweging echt te begrijpen, zullen we de boodschap van de actievoerders moeten doorgronden. En die boodschap is populistisch van aard.
Binnen het populisme staat het idee dat de corrupte elite het gewone volk verraden heeft centraal. Daarbij kunnen ‘elite’ en ‘volk’ op verschillende wijzen invulling krijgen. Deze invulling is grotendeels afhankelijk van de maatschappelijke en politieke context.
Waar de ene populist claimt op te komen voor de autochtone Nederlander, stelt de andere populist de belangen van de hardwerkende jan modaal voorop. Hoewel de identiteit van ‘de man in de straat’ die de populist zegt te vertegenwoordigen verschilt van beweging tot beweging, gelooft iedere populist dat het volk namens wie hij of zij spreekt één en ondeelbaar is.