Gastauteur

2.318 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Bert Kaufmann (cc)

Zelensky heeft óók een binnenlands actieplan nodig

ANALYSE - In de afgelopen maand is duidelijk geworden dat Oekraïne is verzwakt en dat het aan het front moet inleveren. Rusland maakt langzaam maar gestaag vorderingen. Guido van de Leemput van de actiegroep ‘Stop de Oorlog’ gaf afgelopen donderdag ter gelegenheid van de maandelijkse herdenking van de oorlog een beeld van de stand van zaken, 32 maanden na de Russische inval.

Volgende week wordt een nieuwe Amerikaanse president gekozen en wie het ook wordt de verhoudingen in het Westen zullen veranderen. In die tijd wil Zelensky een positieve beslissing van de Amerikaanse regering over zijn overwinningsplan. Het wachten is echter eerst op een nieuwe president.

Minstens zo belangrijk voor de wereldpolitiek is de oorlog in het Midden-Oosten die de afgelopen maand in een stroomversnelling terecht is gekomen. Na de raketaanval van Iran op Israël op 1 oktober beloofde Israël wraak, nog voor de Amerikaanse verkiezingen. De situatie in het Midden-Oosten heeft voor de regering van de VS meer aandacht en belang dan in Oekraïne. Het gevaar van internationalisering van de oorlog dreigt.

Ten slotte is afgelopen maand de Nieuwe Vredesbeweging gestart met een sterk hoopgevend voorbeeld in Duitsland.

Dat brengt me op de volgende onderwerpen

Foto: HonestReporting (cc)

Dubbele moraal

OPINIE - Een gastbijdrage van Frans Kuijpers, eerder verschenen op zijn weblog ‘Ballonnendoorprikker’.

We gaan even wat jaren terug in de tijd. Om precies te zijn naar de Somalische hoofdstad Mogadishu in oktober 1993. Amerikaanse soldaten wilden twee naaste handlangers van Mohamed Farrah Aidid, de leider van een opstandelingengroep gevangennemen. Gevangennemen voor het aanvallen en doden van soldaten van de Verenigde Naties. Die poging liep gierend uit de hand en leidt tot veel slachtoffers. Black Hawk Down is de enigszins geromantiseerde verfilming van deze gebeurtenis. De Amerikaanse verliezen en vooral het in de straten tonen van gedode Amerikaanse soldaten, leidde tot grote verontwaardiging. Ik moest hieraan denken bij het zien van de berichtgeving over de dood van Hamasleider Sinwar.

Dat de dood van een vijand tot vreugde leidt in het kamp van de tegenstander, daar kan ik me nog wel iets bij voorstellen. Dus ook bij de blijdschap van de aanhangers van Aidid met de dood van de Amerikaanse soldaten. De verontwaardiging over het tonen van de lichamen van die soldaten als een soort trofee, die kon ik ook heel goed begrijpen. Zoiets doe je niet. Een dode vijand is, net als een gevangen soldaat, een mens die je met respect behandelt.

Foto: Bert Kaufmann (cc)

Zelensky zet de draai in

ANALYSE - Na een roerige zomer kondigde president Zelensky eind augustus aan dat hij een plan voor de overwinning heeft. De zonder westerse goedkeuring ondernomen Oekraïense aanval op de Russische provincie Koersk, begin augustus, moet worden voortgezet en daarvoor wil Oekraïne westerse langeafstandswapens. Doel van deze operatie is Rusland tot onderhandelingen te dwingen, waarbij Rusland door de inname van Koersk tot concessies zou moeten worden gebracht. Niet langer is de militaire overwinning het doel, maar een onderhandelde overeenkomst. Wat zijn de verschillende posities over de oorlog ín de Oekraïense staat? Komt er een einde aan de ‘hete fase’ van de oorlog? Een analyse van Guido van Leemput.

Tweede conferentie

In juli beloofde Zelensky ‘een einde aan de hete fase’ binnen zes maanden. In de dagen van deze aankondiging, werden de resultaten bekend van een opiniepeiling onder de Oekraïense bevolking waarbij de steun voor onderhandeling sterk gestegen was, met als doel een vredesakkoord, ‘op Oekraïense voorwaarden’.

President Zelensky heeft al aangekondigd dat een ‘tweede conferentie’ over vrede wordt gehouden. Op Oekraïens initiatief, waarbij ook Rusland zal uitgenodigd worden. Waar en wanneer precies de conferentie wordt gehouden is onduidelijk. Deze is bedoeld als vervolg op de conferentie in Zwitserland in juni jl. Zelensky wil de conferentie houden vóór de Amerikaanse verkiezingen van 5 november. Zei hij toen. Kandidaat Trump kondigde half juli aan de oorlog zeer spoedig te beëindigen als hij verkozen wordt. De aankondiging van Trump komt boven op de Hongaarse initiatieven van Victor Orban om tot een onderhandeld einde van de oorlog te komen. Daarmee doorbrak Hongarije de eensgezinde opstelling van de EU. Het Westen is verdeeld en Oekraïne is in de problemen.

Foto: David Goehring (cc)

De bok van Van Bokhoven

COLUMN, OPINIE - Een gastbijdrage van Frans Kuijpers, eerder verschenen op zijn eigen weblog.

‘De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet’ een spreekwoord dat betekent dat iemand een ander iets verwijt waaraan de verwijter zichzelf ook schuldig maakt.. Daar moest ik aan denken bij een artikel van Ines van Bokhoven bij Opiniez. Daaraan en aan de splinter die je in het oog van de ander ziet terwijl je de balk in je eigen ogen niet opmerkt.

Van Bokhoven gebruikt een tweet van een uitspraak van terrorisme-expert Beatrice de Graaf om haar punt te maken. In een reeks twitterberichten schreef De Graaf het volgende: “maandag heb ik blijkbaar bij @JinekLive geheel radicaalrechts in Nederland diep gekwetst. Ze voelen zich massaal geraakt over een item over de dreiging van extreemrechts in Duitsland, waar AfD geradicaliseerd is (volgens veiligheidsdiensten daar), en mee doet met neonazi’s.” In een tweede bericht gaat Van der Graaf verder: “Alle bekende en onbekende trollen, guurrrechtse “journalisten”, @DDStandaard, @wierduk, @NineForNews hebben onthuld waarmee ze zich identificeren: met de extreem rechtse Duitse onderbuik.”

Van Bokhoven vindt het gebruik van ‘radicaal rechts’ onnodig generaliserend en het wordt vooral gebruikt om: “zich achter te verschuilen.” Ook het gebruik van de woorden ‘diep gekwetst’ bevallen haar niet: “Nou denk ik dat dat wel meevalt, maar stel dat het wel zo was: waarom daar dan zo laatdunkend over doen? Waarom daar de spot mee drijven? … Waarom zo stampen op de emoties van mensen waar je een samenleving mee deelt? Welk nut dient dat, naast jezelf het gevoel geven dat je zo ont-zet-tend veel beter bent – een volslagen misplaatst gevoel, want onderbouw het maar eens overtuigend na dat soort woorden.”   Van Bokhoven gaat verder: “De Graafs onderbuik: die van haar is prima, haar scheldpartijen en generalisaties en verwijten zijn de redelijkheid en rationaliteit zelve, en de rest van ons is een soort primaat als wij eens eerlijk zeggen, net als zij, op wie we zo kwaad zijn en waarom.”

Foto: kosta korçari (cc)

Een mislukte vredesmissie

RECENSIE - Deze zomer verscheen de biografie van oorlogsverslaggever, avonturier, militair en politicus Jan Fabius (1888-1964) Groter dan het leven door Koen Vossen. Tegelijkertijd verscheen een heruitgave van Fabius’ meest bekende boek: Zes maanden in Albanië. Raymond Detrez las dit boek en dook in de bijzondere geschiedenis van dit kleine Balkanland.

In de jaren 1910-1911 sloten Bulgarije, Griekenland, Montenegro en Servië een militair bondgenootschap met de bedoeling de Osmanen definitief te verdrijven uit de laatste gebieden op de Balkan die ze nog in hun bezit hadden. Over de verdeling van de meeste veroverde, of, zoals ze het zelf zagen, bevrijde gebieden – Epirus, Macedonië, Thracië – bleven de afspraken nogal vaag; alleen over Albanië waren Griekenland, Montenegro en Servië het roerend eens. Griekenland zou heel Epirus (waartoe ook Zuid-Albanië behoorde) annexeren, Montenegro Noord-Albanië met de stad Scutari (Shkodra) en Servië Centraal-Albanië met de havenstad Durazzo (Durrës). Naar wat de Albanezen daar zelf van dachten werd niet gevraagd.

Dat hadden de Albanezen voor een deel aan zichzelf te danken. Ze waren tamelijk goed in het Osmaanse staatsbestel geïntegreerd geweest; Albanese ambtenaren en militairen bezetten in Istanbul vooraanstaande posities. De bewoners van het moeilijk toegankelijke Albanese hooggebergte werden door de Osmaanse overheid gemakshalve ongemoeid gelaten. Maar vooral, de Albanezen zagen in het behoud van de territoriale integriteit van het Osmaanse Rijk de beste bescherming tegen de expansiedrift van hun Griekse en Slavische buren. Ze sloegen pas alarm toen in maart 1878 het Verdrag van San Stefano, dat Rusland na een succesvolle oorlog afdwong van het Osmaanse Rijk, een aantal gebieden met een Albanese bevolking in West-Macedonië en Oost-Albanië toewees aan Bulgarije. Het Verdrag van Berlijn, dat de Grote Mogendheden in juli 1878 sloten, stak daar een stokje voor, maar schonk dan weer andere gebieden met een Albanese bevolking aan Montenegro. De in 1878 gestichte Liga van Prizren, waarmee de Albanezen zich verdedigden tegen de plannen van hun buren, ijverde meer voor lokale autonomie en culturele emancipatie binnen het Osmaanse Rijk dan voor regelrechte onafhankelijkheid. Toen echter in 1912 de beraamde Balkanoorlog uitbrak en de bondgenoten zich opmaakten om Albanië onder elkaar te verdelen bood onafhankelijkheid voor de Albanezen de enige overlevingskans. Ze hadden geluk. Oostenrijk-Hongarije en Italië wilden liever niet dat Servië en Griekenland hun grondgebied zouden uitbreiden. Italië beschouwde Albanië zelfs uitdrukkelijk als behorende tot zijn invloedssfeer. De andere mogendheden waren minder geïnteresseerd, maar hadden blijkbaar geen bezwaar. En zo gebeurde het dat de Conferentie van London eind juli 1913 besliste dat de lijn Midye-Enez, respectievelijk aan de Zwarte en de Egeïsche Zee, voortaan de westelijke grens van het Osmaanse Rijk zou vormen en dat er “Albanees vorstendom” werd gevestigd. Verder moesten de Balkanlanden zelf maar uitzoeken hoe ze de buit zouden verdelen – met de Tweede Balkanoorlog, onder de voormalige bondgenoten, als gevolg.

Foto: Roel Wijnants (cc)

De heilige drie-eenheid van NSC: Bestaanszekerheid, Herstel rechtsstaat ,Goed Bestuur, onder de loep genomen

ANALYSE - De nieuwe staatssecretaris voor Rechtsbescherming, Teun Strucken, werd uitgenodigd voor de radiorubriek van Sven OP1. Struycken belichaamt alles wat NSC is en wil zijn: Strucyken is een bewindspersoon ‘van buiten’, dat wil zeggen dat hij voorgedragen is namens NSC maar geen lid is. Dit zou een wezenlijke bijdrage leveren aan het extraparlementaire karakter van het kabinet, dat een grote distantie tussen Kamer en regering voorstaat. Daarnaast heeft Struycken, zo blijkt uit het radio-interview, de grondconcepten van NSC meer dan goed uit zijn hoofd geleerd. Immers, de termen ‘Goed Bestuur’ en ‘herstel van de rechtsstaat’ vallen frequent tijdens het interview. Het radio-interview bracht mij dan ook  op het idee om eens de grondconcepten van NSC te toetsen: ‘Goed Bestuur’, ‘restauratie rechtsstaat’ en ook ‘Bestaanszekerheid’. Welke definitie hebben deze concepten exact en zullen deze concepten omgezet worden in concreet beleid?

Goed bestuur en herstel rechtsstaat

Het gedachtegoed van de NSC-voorman, Pieter Omtzigt, kan prachtig samengevat worden met drie kernconcepten: bestaanszekerheid, restauratie van de rechtsstaat en goed bestuur. In het eerste deel zal ik de laatste twee genoemde concepten behandelen, en in het laatste deel afzonderlijk de pijler ‘bestaanszekerheid’. Alvorens NSC ‘herstel rechtsstaat’ en ‘goed bestuur’ toelicht in het NSC-verkiezingsprogramma en tijdens talrijke mediaoptredens, stelt NSC eerst een soort probleemanalyse op. Omtzigt en zijn NSC zien dat de overheid en de rechtsstaat tijdens verschillende voorvallen de burger niet voldoende heeft beschermd. Tijdens ‘Groningen’ en de toeslagenaffaire was de overheid afwezig om de getroffenen te helpen. Sterker nog: de overheid werkte de burger in veel gevallen tegen. De rechtsstaat bleek vervolgens niet zodanig te functioneren dat deze slachtoffers van deze schandalen uiteindelijk tegen onrecht beschermd werden door de rechter. Deze weeffouten in het juridische en politiek-bestuurlijke apparaat moeten volgens NSC opgelost worden. De vertrouwensrelatie tussen overheid en burger moet hersteld worden: ‘Goed bestuur’. En de rechtsstaat moet weer recht doen aan benadeelde burgers: ‘Herstel rechtsstaat’.

Foto: Ivan Radic (cc)

Nederlandse consument wil geen volledig elektrische auto?

OPINIE - Als we de auto-industrie moeten geloven hebben consumenten nauwelijks interesse in auto’s die volledig elektrisch rijden. Volgens autokenner Jan van Gaalen houdt de industrie de consumentenvrees zelf moedwillig in stand.

Een kleine banner van SEAT trok mijn aandacht. “Combineer de kracht van elektrisch rijden en de onbegrensde mogelijkheden van een brandstofmotor”. Wat zou SEAT bedoelen met de term ‘onbegrensd’?

Om dat te begrijpen moeten we het even hebben over het sentiment over elektrisch rijden in Nederland. De Nederlandse consument zou een afnemende interesse hebben in elektrisch rijden. Dit horen we nu al zo’n klein jaar, terwijl de cijfers toch een ander verhaal lijken te vertellen. Hoe kan dat nu?

Tendentieuze berichtgeving

Gezien de onjuiste, onvolledige en tendentieuze berichten in de media over elektrisch rijden, veelal gevoed door de industrie die de transitie actief saboteert, is het niet zo vreemd als de consument afwachtender wordt. Als je overspoeld wordt door negatief nieuws, is het begrijpelijk dat je nog even over zo’n grote aanschaf gaat nadenken. Zoals de ANWB eerder dit jaar meldde, is veel onduidelijkheid en onzekerheid over elektrisch rijden onder de Nederlandse bevolking, wat dit jaar kennelijk tot een verminderde interesse zou hebben geleid.

Foto: Gunnar Ries (cc)

Zorg(en) door criminelen

OPINIE - een gastbijdrgae van Frans Kuijpers, eerder verschenen op zijn eigen weblog.

“Wij zouden graag zien dat gemeenten en verzekeraars nadenken hoe ze de instroom van malafide zorgbedrijven kunnen verlagen.” Het antwoord van officier van justitie Marjolein Verwiel en beleidsmedewerker bij het Openbaar Ministerie Timon van de Kraats op de vraag wat er gedaan kan worden om de zorgfraude te verminderen. Beiden staan: “bekend als de zorgfraudejagers van het OM”,  zo lees ik in een artikel (betaalmuur) van Judith Spanjers en Klaas den Tek bij Follow the Money. Ik moest weer denken aan een passage uit het boek De steden de Mensen. Nederland 1850-1900 van Auke van der Woud.

Wat is er aan de hand? “Een berg geld, een versnipperde structuur, gebrekkig toezicht en onervaren bestuurders. Het is een ideale cocktail voor kwaadwillenden om hun slag in de zorg te slaan,” zo lees ik. En dat zien ze ook bij het Openbaar Ministerie. “We gaan ervan uit dat er met 10 procent van de 100 miljard euro die jaarlijks in de zorg omgaat, wordt gefraudeerd. Tien miljard euro op jaarbasis dus,” zo betoogt Van de Kraats.

Hoe die fraude werkt? “De hoofddaders maken gebruik van stromannen om zelf buiten beeld te blijven. Crimineel A – die wij kennen – schakelt persoon B, C en D in, die wij nog niet in beeld hebben. Die gaan naar de Kamer van Koophandel en starten zonder probleem een nieuw zorgbedrijf, dat vervolgens gaat declareren. Pas als de fraude aan het licht komt en we onderzoek gaan doen, merken we dat B, C en D door crimineel A worden aangestuurd.”  Daarbij worden geregeld: “criminelen op de loonlijst (…)  gezet (die) vervolgens krijgen uitbetaald, terwijl ze niet werken. Het contante geld van een criminele activiteit wordt daarmee legaal gemaakt.

Foto: Thomas Hawk (cc)

De kiezer heeft veel zorgen, en immigratie is er maar één van

ANALYSE - Premier Schoof heeft een “glas heldere opdracht”. En dat is luisteren naar de zorgen van de kiezers. “En de grootste van die zorgen” is volgens Schoof, “asiel en migratie”. “Wij horen u en we doen er wat aan,” aldus Schoof in de regeringsverklaring van 3 juli. Maar was immigratie de grootste zorg voor kiezers tijdens de verkiezingen op 22 november? Hier laten wij zien dat immigratie – specifiek, de instroom van asielzoekers – inderdaad een zorg is, maar dat kiezers nog meer zorgen hebben over andere maatschappelijke onderwerpen. De instroom van asielzoekers springt er bij geen enkele kiezersgroep uit als de grootste zorg. Een analyse van Linda Bomm en Bert Bakker, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Dataverzameling

Kort na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023, (tussen 24 november en 4 december) hebben we 937 Nederlanders ondervraagd. Deze dataverzameling is onderdeel van een langer lopende studie onder een grote groep Nederlanders in 2022 en 2023. De steekproef is divers qua geslacht, leeftijd en opleiding. De stemkeuze in onze steekproef komt grotendeels overeen met de uitkomst van de verkiezingen. Voor twee partijen is dit niet het geval: in onze steekproef hebben we minder PVV-kiezers (13,6%) en meer GL-PvdA kiezers (26,6%) dan in de algemene verkiezingen (PVV = 23,5%; GL-PvdA = 15,8%). In de analyses houden we hier rekening mee door de gegevens te wegen op basis van de verkiezingsresultaten. We geven meer gewicht aan de data van kiezers van partijen die ondervertegenwoordigd zijn in onze steekproef, en minder gewicht aan de data van kiezers van partijen die oververtegenwoordigd zijn.

De oogst van de experimenten – blijvende invloed op bijstandsbeleid

ONDERZOEK - De lezers van Sargasso hadden nog één antwoord van me tegoed, op de vraag wat er nou eigenlijk is veranderd als gevolg van de lokale bijstandsexperimenten. Bij deze. Evelien Rombouts, die het grootste deel van het werk heeft gedaan, en ik (János) hebben onderzocht tot welke beleidswijzigingen die lokale experimenten met de bijstand nou eigenlijk hebben opgeleverd.

De aanleiding voor de experimenten met de bijstand was de invoering van de Participatiewet in 2015. Bij gemeenten, onder bijstandsgerechtigden en (andere) experts was er bezorgdheid en onvrede over die wet, nog voor hij was ingevoerd. De kritiek was onder andere dat de wet te streng was en te veel uitging van wantrouwen. De verwachting was dat de wet ineffectief zou zijn en veel extra bureaucratie zou opleveren.

Veel gesprekken

Gemeenten wilden daarom experimenteren met een ruimhartiger vorm van bijstand, die meer uitgaat van vertrouwen en die meer ruimte en autonomie geeft aan de bijstandsgerechtigden. Het vermoeden was, onder andere op basis van inzichten uit de gedragswetenschap, dat dit zou leiden tot betere resultaten op het gebied van onder andere gezondheid, welzijn, re-integratie en participatie.

Na veel gesprekken en behoorlijk wat tijd, kwam er toestemming van het ministerie van SZW voor de experimenten, waarbij enigszins van de Participatiewet kon worden afgeweken (zie o.a.: Bommeljé, 2017; Betkó, 2018). Hoewel ze minder ver konden gaan in hun experiment dan eigenlijk gewenst, deden zes gemeenten hier aan mee: Deventer, Groningen, Nijmegen, Tilburg, Utrecht en Wageningen. Een aantal andere gemeenten deden op eigen houtje een soortgelijk experiment, zonder daarbij af te wijken van de wet (Biezen et al., 2020; Bos et al., 2023).

Foto: Dan Dzurisin (cc)

Voorbode van een zwermendemocratie?

Recente verkiezingsuitslagen tonen een beweeglijk electoraat. Is dit een voorbode van een permanent fluïde sentiment in de samenleving, met bij verkiezingen steeds wisselende winnaars op basis van steeds weer andere issues? En zo ja, welke vragen en dilemma’s roept dat op voor het democratisch bestel? Een artikel van Andries van den Broek, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

In december 2022 publiceerde het SCP De toekomst in meervoud, een essayistische verkenning van de toekomstige Nederlandse samenleving en van de relatie tussen burgers en overheid daarin. Tevens kwam aan de orde wat de overheid zou kunnen doen om de kans op een voor wenselijk gehouden toekomst te vergroten of die op een ongewenste toekomst te verkleinen. Eén van de vier toekomst­beelden betrof een wispelturige zwermen- of spreeuwensamenleving. Is in recente verkiezingen een ontwikkeling in die richting te zien geven? En wat zouden daarvan de gevolgen en implicaties zijn. Vanwege de focus op verkiezingen is hier voor het woord zwermendemocratie gekozen.

Zwermen

Het beeld van de zwerm karakteriseert een wispelturige samenleving met wisselende groepen, zoals zwermen spreeuwen die dicht opeengepakt heen en weer bewegen, daarbij soms in kleinere zwermen uiteenvallend. De zwermen zijn fluïde groepen, die zowel van mening als van samenstelling kunnen veranderen. Veel hangt af van wat op enig moment in de actualiteit tot meningsverschillen leidt.

Foto: tsemdo.thar (cc)

Uitbuiting van Filipijnse migranten ondermijnt Nederlandse arbeidsrechten

Ter gelegenheid van de Dag van de Arbeid publiceerde de Nederlands-Filipijnse Solidariteitsbeweging vorige week het verhaal van een van de vele Filipijnse arbeidsmigranten in Nederland, die via een Poolse constructie hier wordt uitgebuit. We nemen hun persbericht, licht aangepast, in zijn geheel over.

Door gebrek aan werk, lage lonen en slechte werkomstandigheden zoeken vele Filipino’s werk in het buitenland als Overzeese Filipijnse Arbeiders (OFW). Ze helpen daarmee hun familie uit de armoede en zorgen voor een betere toekomst voor hun kinderen. In totaal leven zo’n 10 miljoen Filipino’s in het buitenland, waaronder 2,3 miljoen Overzeese Arbeiders. Vorig jaar vertrokken zo’n 1 miljoen arbeiders als huishoudhulp of vakman/vakvrouw. Niet alleen zijn ze dan lange tijd gescheiden van hun familie. In een vreemd land zijn ze extra kwetsbaar voor misbruik.

Het verhaal van Simon

Simon (niet zijn ware naam) is geboren in Bicol, waar Luzon in het zuiden aan de Visayas grenst. Hij werkte als lasser o.a. in de bouw. Hij is getrouwd en heeft 3 kinderen, ze wonen in Bulacan, ten noorden van Metro Manila. Voor hun eerste kind geboren werd, vertrok hij al als een hooggekwalificeerde lasser om zijn familie te kunnen onderhouden. Hij heeft jarenlang in verschillende landen in Azië en het Midden-Oosten gewerkt, onder andere in olieraffinaderijen.

Vorige Volgende