De aftocht
De zaterdagcolumn van Felix Rottenberg uit de papieren editie van het Parool verschijnt iedere zondag, maandag of dinsdag op Sargasso.
Nederland geldt nog steeds als een van de veiligste landen van Europa. Daarom schrikken we ook als na een ramp blijkt dat de oorzaak onnodig menselijk falen was. Als in rapportages glashelder wordt geanalyseerd hoe krakkemikkig de betrokken organisaties eigenlijk functioneren. Niet alleen omdat regels worden genegeerd, maar vooral omdat de samenwerking tussen de instanties die met elkaar de verantwoordelijkheid dragen voor veiligheid en toezicht, ronduit knullig is. De grote vraag is: wordt het ooit beter? Neem de affaire met het gifschip Probo Koala. Dat had begin juli schadelijke olieresten aan boord, waar niemand raad mee wist. Ambtenaren van de Amsterdamse dienst Milieu en Bouwtoezicht belden met het ministerie van Vrom. Maar daar zei men dat het geen Vrom-verantwoordelijkheid was: “Scheepsafval valt niet onder ons.”
Toen was er geen beletsel meer en mocht het schip de haven verlaten. Een paar weken later werd vijf ton verontreinigd afval gedumpt in Ivoorkust. Dit had zeven doden tot gevolg en 15.000 zieken: een grote ramp , die in Nederland niet meer dan een rimpeling veroorzaakte. Wat ik graag wil weten, is of één van de ambtenaren van de Amsterdamse dienst écht heeft geprobeerd alarm te slaan. Dat is namelijk niet simpel. Het begint met collega’s die tegenstribbelen en een diensthoofd dat er geen tijd voor heeft. Een doorzetter zoekt dan een gelijkgezinde bij Vrom, die na een paar minuten bladeren in dossiers weer aan de telefoon komt en meldt: “Wij gaan daar niet over.” Op zo’n moment, aan het eind van een zomerse dag, lokt het terras en geeft een potententieel klokkenluidertje de moed op.