Gordon Ramsay duikt in de haaienvinnensoep
TV-kok Gordon Ramsay ging op zoek naar de praktijk achter (echte) haaienvinnensoep. In Costa Rica werd hij door vissers bedreigd en met benzine overgoten. Uiteindelijk proefde hij in een Taiwanees toprestaurant dit peperdure gerecht en ontdekte dat het amper smaak heeft. Toch worden jaarlijks miljoenen haaien levend van hun vinnen ontdaan. Na zijn zoektocht confronteert Ramsay eigenaren van Chinese toprestaurants in Londen met de schokkende beelden om ze ervan te overtuigen haaienvinnensoep van het menu te halen.
Wat wil Asia Pulp & Paper van me?
Al ruim twee maanden wordt de Nederlandse televisiekijker geconfronteerd met een STER-spotje van het bedrijf Asia Pulp & Paper (APP). Het spotje wijkt af van de reguliere STER reclame in die zin dat het geen product aanprijst dat de consument de volgende dag in supermarkt om de hoek kan kopen. Het is een nagesynchroniseerd promotie-filmpje waarin medewerkers uitleggen hoe goed deze papier- en pulpproducent het voor heeft met de mens en de natuur. Die natuur bevindt zich ook al niet om de hoek want APP heeft het hier over de tropische bossen van Indonesië. Voor menig kijker zal het APP spotje daarom een soort onbegrijpelijke sensatie zijn, “wat zag ik nou.. zag jij dat ook?”.
Sommigen kijkers zullen echter wel de link leggen met concrete producten waar APP de grondstoffen voor levert: kartonnen verpakkingsmateriaal voor Lego steentjes en Barbie poppen. Dit weten ze dankzij een geslaagde Greenpeace campagne die de vernietiging van natuur voor aanleg van APP plantages aankaart (factsheet.pdf). In de Greenpeace campagne maakt Ken -het vriendje van- het uit met Barbie met de tekst: “Barbie: it’s over. I don’t date girls that are into deforestation”. Asia Pulp & Paper kapt dus soortenrijk natuurlijk bos om er vervolgens een monocultuur van acacia plantages neer te zetten, maar in haar STER spotje spreekt het bedrijf enkel over het planten van miljoenen CO2 opslurpende bomen.
Culturomics 2.0 voorspelt revoluties en oorlogen (achteraf)
Ze noemen het Culturomics 2.0: verbanden zoeken tussen de toon van nieuwsberichten, de lokatie en de uiteindelijke politieke gebeurtenissen. De supercomputer Nautilus op de universiteit van Illinois analyseerde drie immense nieuwsarchieven voor een periode van dertig jaar: het New York Times archief (1945-2005), de Summary of World Broadcasts (1979-2010) en het engelstalige archief van Google News (2006-2011). Meer dan 100 miljoen artikelen en radio transcripties in allerlei talen werden doorgewerkt. Het model zocht op woorden die een stemming uitdrukken, bijvoorbeeld: vreselijk, gruwelijk, hoopvol, trots en woede. Het resultaat: achteraf kan op basis van de toon in nieuwsberichten nauwkeurig worden aangewezen wanneer revoluties en oorlogen uitbreken (en wanneer net niet). De Balkan Oorlog, de Arabische Lente, maar ook de Japanse aanval op Pearl Harbour zijn met terugwerkende kracht duidelijk te herkennen aan een scherpe daling in de toon van het nieuws. Hoe negatiever en hoe sneller de daling voor een bepaalde lokatie hoe groter de kans op wapengekletter aldaar. De studie laat ook zien dat de afgelopen 30 jaar de media wereldwijd negatiever zijn geworden, een trend die doemdenkers hoop moet geven.
Naast analyse van de toon in nieuwsberichten is er ook gekeken naar de geografische verbanden. Het model zou zo uit de nieuwsarchieven de verblijfplaats van Osama Bin Laden op 200km nauwkeurig hebben bepaald. Terwijl de bewuste stad Abbottabad voordat Bin Laden daadwerkelijk gepakt werd maar één keer genoemd is in al die artikelen ligt de lokatie precies tussen twee grote Pakistaanse steden: Islamabad en Peshawar die vaak genoemd werden samen met Osama Bin Laden. Maar volgens het model was er ook gerede kans dat ‘de grootste terrorist ooit’ in de Verenigde Staten (38 %), Iran (33% ), Afghanistan (28%) en de Filippijnen (20 %) verbleef.