Vijf van de zes jongens zijn lief. En dus?

Foto: Gene Dizon on Unsplash

Er circuleert een filmpje met een gedicht dat het allemaal wat vriendelijker wil maken. Eén op de zes jongens tussen de zes en vijftien heeft een positieve kijk op Andrew Tate*, maar volgens de persoon op het podium moeten we vooral kijken naar die andere vijf. Die bakken muffins, fietsen met vrienden, blozen bij hun eerste crush en vinden bloemen mooi maar durven dat woord niet uit te spreken. De boodschap is dat we ons gerust kunnen voelen, want de overgrote meerderheid is eigenlijk heel lief.

Het is verleidelijk, in dezelfde categorie als not all men: een reflex die het systemische ongemak vervangt door individuele geruststelling. Niet de vraag waarom een misogyne influencer zoveel jonge jongens bereikt, maar de herinnering dat de meesten nog altijd nerveus worden van hand in hand lopen. Dat ze hun moeder soms irritant vinden maar haar zullen missen wanneer ze er niet meer is. Dat ze twijfelen, blozen, lachen tot ze huilen. Het is ontroerend, maar ook een rookgordijn.

Het centrale probleem verandert niet omdat je het in een warm jasje giet. Eén op de zes jongens is een indicatie van culturele normalisering, niet een detail dat je kan gladstrijken met dit soort romantiek. Dat vijf van de zes het níet zijn, is geen geruststelling maar de minder dan minimale ondergrens van wat je mag verwachten. De tekst van het gedicht maakt van die ondergrens overstijgen een morele prestatie. Alsof het juist bijzonder is dat een jongen géén geweld tegen vrouwen wil verheerlijken. Alsof het troost moet bieden dat de meerderheid liever muffins bakt dan een influencer aanbidt die vrouwen als bezit behandelt. Terwijl er inmiddels een meer dan significante minderheid bestaat die daar geen boodschap aan heeft, eentje die tot 10 jaar geleden niet zo openlijk bestond.

Deze verschuiving van systeem naar individu zie je vaker. Door het probleem in de sfeer van tederheid te trekken, verdwijnen de structuren die het probleem veroorzaken. De rol van algoritmes die rancune belonen, de markt die extremisme verkoopt als zelfverbetering, de platforms die jongens in een trechter van vijanddenken duwen: het komt allemaal niet voor. We krijgen een poëtische inventaris van blozende pubers in plaats van een analyse van waarom Tate überhaupt zo mainstream is geworden, en zonder de vraag te stellen hoe we voorkomen dat die 5 andere jongens ook die fuik inzwemmen. En precies daar gaat het om: kwetsbaarheid en radicaliseerbaarheid sluiten elkaar niet uit. Jongens kunnen zowel zacht als vatbaar zijn, empathisch én ontvankelijk voor online haat. Alles wat het gedicht opnoemt is geen schild tegen indoctrinatie en peer pressure.

Het slot van het filmpje, waarin zes op de zes jongens beter slapen na een kus op het voorhoofd, is mooi maar misplaatst. Het suggereert dat liefde het antwoord is op ideologische beïnvloeding. Liefde helpt veel, maar niet tegen het algoritme dat dagelijks mannelijke onzekerheden omzet in misogynie. Niet tegen influencers die geweld verkopen als mannelijkheid. Niet tegen een digitale industrie die jongens leert dat kwetsbaarheid een zwaktebod is. Daarbij, het maakt de verkeerde mensen verantwoordelijk. Want wiens schuld is het als je kind tóch ten prooi valt? Heb je dan als ouder gefaald en niet voldoende liefde gegegven?

De vraag is niet of vijf van de zes jongens lief zijn. De vraag is waarom één van de zes al zo diep in een cultuur zit die vrouwen als vijand afbeeldt dat hij een influencer als Tate bewondert. De vraag is wat hem daar brengt, niet of zijn overige klasgenoten bloemen mooi vinden in stilte. En, nogmaals, hoe we die jongens die nog niet in die fuik zitten daar voor gaan behoeden.

Het is sympathiek om jongens te willen zien als tedere wezens, en dat zijn ze ook. Maar die tederheid mag het gesprek niet vervangen. Het probleem verdwijnt niet door het af te zwakken met een gedicht over koetjes, kalfjes en ongemakkelijke puberharten. Het wordt alleen minder zichtbaar, en precies dat is hoe giftige ideeën ongestoord kunnen groeien. En als vijf van de zes jongens vrouwen wél respecteren, heeft de samenleving als geheel nog steeds een enorm groot probleem.

* Dit kwam uit 2023, ik kan geen nieuwere informatie vinden, en ook berichten uit hetzelfde jaar komen tot andere conclusies, zoals 20% of 1/3e. Hoe dan ook: in alle gevallen zorgelijk.

Het gedicht, voor de mensen die insta mijden. Bron

one in six boys aged six to fifteen have a positive view of andrew tate
the headline does not read:
five in six boys think andrew tate is a prick

prefer riding their bike into town with their mates
than listening to a grown up angrily shout through a screenfive in six boys think their mum is alright
roll their eyes when she hugs them
will remember the sound of her laugh when she’s gonefive in six boys
have baked biscuits
or muffinsdo not want to strangle a girlfriend,
think rape is abysmal, want love,
think love is confusing, do not want a fist in their facefive in six boys think their dad’s jokes
are occasionally funny, have a friend who likes
the same music they like,worry
about the look of their bodies
in swim shortslove the feeling
of crying
from laughterfive in six boys feel nervous about holding the hand of a crush
privately cry when a person they fancy doesn’t fancy them back
without seeking to hurt themfive in six boys are worried they’ll fail their exams
feel stupid sometimes, are scared by the thought of the future
five in six boys think flowers are beautiful

will not use the word beautiful
will be bullied if they use the word beautiful
about flowers

still, five in six boys said thank you for dinner
helped take the plates to the kitchen
smile when a kitten curls up on their lap

and six in six boys sleep sounder when someone
who loves them plants a kiss on their forehead
or just quietly whispers goodnight

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*