Naar binnen kijken bij een buitenstaander | Zomergasten met Simon Kuper

RECENSIE - ‘Ik ben een hele kleine mier in een mierenhoop die eeuwig duurt. Maar ik doe wat ik doe en ik geniet ervan’, zei Simon Kuper tijdens de tweede aflevering van Zomergasten. Wat hij doet? Schrijven. Historische (sport)boeken en columns voor The Financial Times om precies te zijn. Waarin hij, in de geest van George Orwell, zo helder mogelijk de waarheid probeert te vertellen in de ijdele hoop de boven ons gestelden op betere gedachten te brengen.

Tot voor kort had ik nog nooit van de mier genaamd Simon Kuper gehoord. Heel toevallig bespraken ze onlangs in de podcast The Shitshow het boek Bringing Up Bébé: One American Mother Discovers the Wisdom of French Parenting van Pamela Druckerman die, zo vertelde Shitshow-host Stéphanie Hoogenberk, de vrouw van Simon Kuper was. Daardoor wist ik dat Simon Kuper, hoewel in een Engelstalig gezin geboren, accentloos Nederlands sprak. Meer wist ik niet.

De ultieme buitenstaander
Simon Kuper portretteert zichzelf tijdens deze fraaie avond als ultieme buitenstaander. Beide ouders kwamen uit liberaal Joodse gezinnen in Zuid-Afrika die tegen de apartheid waren, maar wel genoten van de priviliges die zij als blanken konden genieten. Om hun milieu te ontvluchten, studeerden beide ouders antropologie in Engeland en leefden een paar jaar in een hutje in Botswana. Toen Simon zes was, verhuisde het gezin naar Leiden. Een kleine negen jaar later gingen zijn ouders weer naar Engeland, maar mocht Simon in Nederland blijven, bij een Nederlands gezin, waardoor hij een uniek inkijkje kreeg in de Nederlandse samenleving. Inmiddels woont hij al meer dan twintig jaar in Parijs, een stad waar hij niet per se van houdt, maar waar hij twintig jaar geleden voor een ton een huis kon kopen. 

In zijn fragmenten laat Kuper naar eigen zeggen dingen zien die hem verheven hebben. Fragmenten met Johan Cruijff die uitlegt hoe je moet koppen, met Nelson Mandela die de weduwe van de architect van de apartheid bezoekt (en hoffelijk blijft, een politiek meesterwerk, zoals Kuper het noemt) en met een jonge Boris Johnson die nog nooit iets over de Nedelandse politiek heeft gelezen en er toch een uitgesproken mening over heeft. Aldus Simon Kuper, die net als Johnson in Oxford heeft gestudeerd en net als Johnson geleerd heeft om heel zelfverzekerd te spreken over dingen waar je niks vanaf weet.

Misvormd voor het leven
Toen Kuper begin twintig was, viel de Berlijnse muur en werd Nelson Mandela vrijgelaten. Het positivisme dat het einde van zowel de apartheid als het communisme veroorzaakte, misvormde hem voor het leven, zoals hij het zelf zegt. George Orwell en Hannah Arendt brengen hem met beide benen op grond. En Dr. Strangelove zorgt ervoor dat hij de komst van de apocalyps draaglijk weet te maken, of die nu wordt veroorzaakt door AI, een kernoorlog, een ziekte of het klimaat. De uitstekende Griet op de Beeck vraagt of de ironische aanpak van regisseur Stanley Kubrick niet te veel afstand schept om werkelijk iets te veranderen. Waarop Kuper zegt dat hij niet gelooft dat je met kunst de wereld kan veranderen. Het is zinloos, een boek schrijven of een film maken, maar het is wel het hoogste wat wij, als mens, kunnen bereiken. Als voorbeeld laat hij Paul McCartney zien die al improviserend Get Back componeert. Terwijl hij een beetje op zijn gitaar zit te pielen en melodisch murmelt (de goede verstaander hoort langzaam het couplet ontstaan) zien we George Harrison in eerste instantie gapen om vervolgens toch maar mee te doen.

Een interview met Hannah Arendt is aanleiding om wat dieper in te gaan op de kijk van Kuper op Israël. Als geboren buitenstaander is hij altijd wantrouwig geweest tegenover het project Israël. En als Jood ziet hij het nu als zijn plicht om in zo scherp mogelijke bewoordingen de misdaden van Israël te veroordelen. In het fragment, in de jaren zestig opgenomen naar aanleiding van haar boek over het proces van Eichmann, vertelt Hannah Arendt dat het Joodse volk, door zich te verenigen als natie, een essentiële intermenselijke warmte zal verliezen. Iets wat voor de ‘wereldloze’ Joden in diaspora vanzelfsprekend was.

Lichtpuntjes in een duistere toekomstperspectief
Ondanks de naderende apocalyps, heeft de duistere toekomst die Simon Kuper ziet toch nog wel wat lichtpuntjes. Parijs en New York zijn veiliger daarna ook. ‘Mensen kunnen samenleven’, zegt Kuper. Als journalist leert hij mensen in al hun dimensies kennen en ziet hij dat ze complexer zijn dan de rollen die ze spelen in de omgeving waarin ze zich bewegen. Zoals de boeken van Hannah Arendt meerdere lagen hebben (verslaggeving, geschiedenis, filosofie en mémoires), hebben ook mensen meerdere lagen. Simon Kuper zelf niet uitgesloten. ‘Ik merk dat ik soms emoties tekort kom en vrij kil ben’, zegt hij wanneer hij het veel te vroege en in dementie gesmoorde einde van zijn moeder bespreekt. Om een paar minuten later toch tot tranen toe geroerd te zijn als hij vertelt over de zwarte werkster van zijn Zuid-Afrikaanse grootouders. Een werkster voor wie het leven onnoemelijk bruut is geweest en die hij financieel heeft ondersteund, naar eigen zeggen niet uit schuldgevoel maar meer omdat hij zich als geprivilegieerde verwante van zijn grootouders verantwoordelijk voelt voor haar en haar nageslacht.
Als hij tegen het einde van Zomergasten naar een Zuid-Afrikaans koor kijkt, vraagt hij of Griet op den Beeck even als eerste iets wil zeggen. ‘Ik was ontroerd door jouw ontroering’, zei ze. Ik had hetzelfde.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*