COLUMN - “Er komt een man bij de dokter”. Zo ver komt het niet. Afspraken kunnen alleen via de website worden gemaakt. Wat die man ook verwacht: geen dokter. Wel een chatbot, een keuzemenuutje op een website of een pop-up met de oproep het morgen nog eens te proberen want alle huisartsen zijn voor de rest van de dag bezet. “Bij levensbedreigende situaties: bel 112” staat er nog bij.
Tja, huisartsentekort…
Ongetwijfeld speelt dat ook een rol bij de soms slechte bereikbaarheid van een huisarts. Maar het moet niet nog erger worden gemaakt door van de eerstelijnszorg een investeerdersproject ten gerieve van aandeelhouders te maken.
In een, zonder dat er verkiezingen aan te pas zijn gekomen, gewijzigde samenstelling van de Tweede Kamer, werd er vorige week gestemd over de ‘Prinsjesdagmoties’. Eén daarvan had tot doel de huisartsenzorg uit handen van private-equitypartijen te houden.
Motie van leden Marijnissen (SP) en Bikker (ChristenUnie):
constaterende dat de invloed van private equity binnen de huisartsenzorg steeds groter wordt, met als gevolg een verslechterde arts-patiëntrelatie en stijgende zorgkosten;
van mening dat geld voor huisartsenzorg in de huisartsenzorg moet blijven;
verzoekt de regering in het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders de noodzakelijke stappen te zetten die ervoor zorgen dat binnen de huisartsenzorg eigenaarschap van private-equitypartijen tot het verleden gaat behoren en er geen geld meer uit de huisartsenzorg naar derden verdwijnt
Met 84 stemmen voor is de motie aangenomen:
Tegen: VVD (34), D66 (24), FvD (5), Groep Van Haga (2), Ephraim (1),
Voor: PVV (16), CDA (14), PvdA (9), SP (9), GroenLinks (8), PvdD (6), ChristenUnie (5), BBB (4), DENK (3), SGP (3), Volt (2), BIJ1 (1), Fractie Den Haan (1), Gündogan (1), JA21 (1), Omtzigt (1)
De consequenties van de aangenomen motie zullen wel even op zich laten wachten, want het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) is nog maar kort uit internetconsultatie en moet eerst naar de Raad van State, waarna het naar de Tweede Kamer kan.
Bovendien, zoals gebruikelijk, wordt een onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) afgewacht. Een eerste rapportage wordt eind dit jaar verwacht.
Gisteren kwam er ook een antwoord van minister Kuipers op vragen van SP-kamerlid Van Dijk. De minister is niet op voorhand tegen eigenaarschap van private-equitypartijen, want…
In beginsel staat het elke partij in Nederland vrij om een huisartsenpraktijk te starten of over te nemen als zij aan de geldende wet- en regelgeving voldoen
De minister voegde daar aan toe:
Ik vind het namelijk belangrijk dat in deze situaties de betreffende zorgaanbieder alle aandacht en energie steekt in het verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg en niet in het overnemen van nieuwe praktijken
Kamerlid Van Dijk wilde ook weten hoe het staat het met het onderzoek naar de mogelijkheid om de NZa de bevoegdheid te geven om overnames door specifieke aanbieders te verbieden wanneer toezichthouders op basis van signalen onderzoek doen naar deze aanbieder.
Nou ja, dat onderzoek loopt dus nog. En voor wijzigingen in de bevoegdheden van de NZa zal waarschijnlijk ook de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) aangepast moeten worden.
U begrijpt: Sint Juttemis, Pasen en Pinksteren en we gaan over tot de orde van de dag. Ondertussen woekert het gezwel private equity voort in de spreekkamer van de huisarts.
Reacties (11)
Ik moet zeggen dat ik de stemverhoudingen wel opvallend vind.
Want?
Jou is ook opgevallen dat JA21 niet in het ’tegen’-rijtje staat?
De vraag is meer wat D66 daar doet
Zowel PVV, JA21, D66, als SGP staan in het “verkeerde” rijtje. Of toch althans niet gekoppeld aan hun gebruikelijke “meestempartijen” (FvD-PVV, D66-Volt, SGP-VVD, en Ja21 met VVD en/of FvD).
Dat kan aan de populistische vorm van de motie liggen. Je kan met goede redenen tegen de huidige praktijk zijn, maar deze motie is niet werkbaar. Er zijn teveel huisartsen die geen zelfstandige praktijk kunnen, of willen, voeren (al dan niet in de vorm van een maatschap) en liever in loondienst zijn. Hierdoor moet een vorm (niet de huidige) van private-equity mogelijk blijven om huisartszorg te blijven garanderen.
Als ze daar nu toch mee bezig zijn laten ze dan meteen kijken naar de dierenartsenpraktijken. Daar is hetzelfde aan de gang. Aangezien de regulering daar veel minder is kan je wel raden waar dat naar toe leidt.
Waartoe privatisering in de maaschappelijke domeinen kan leiden, is goed verwoord in het recente artikel van twee onderzoekers van Cocires:
http://digitalekrant.volkskrant.nl/volkskrant/1987/article/1902301/27/1/render/?token=0d59e69df5ddbec0b9b7a48322c135ce&vl_app_id=be.persgroep.red.mobile.android.vkn&vl_app_version=7.21.0&vl_platform=android
Dierenartsen is natuurlijk wel wat anders dan de huisarts. Maar ik ben hier wel naar een andere praktijk gegaan. De DA waar ik zat is tegenwoordig aangesloten bij een keten, spoedzorg buiten kantooruren is nu 50 kilometer verderop. De andere praktijk is weliswaar een grotere, maar wel regionaal.
De fundamentele vraag is of we moeten doorgaan de zorg in zijn onderdelen verder te privatiseren met alle aspecten van financiering, marktwerking en concurrentie, of terug moeten naar colectieve financiering die gericht is op samenwerking en non profit.
Zelf denk ik dat de zorg, direct aan de patienten non profit moet worden georganiseerd, en de toeleveranciers binnen de marktwerking moeten opereren.
Afhankelijk van de mate van collectieve of private financiering en beheer, zullen een of meerdere collectieve zorgfondsen of private zorgverzekeraars dit uitvoeren, onder regie van de overheid.
Hiermee in verband staat de fundamentele vraag of zorg een collectieve voorziening is of een markt. Ik denk dat net als andere geprivatiseerde sectoren als openbaar vervoer en energie, de zorg als collectieve voorziening moet worden georganiseerd en daarmee ook overkoepelende maatschappelijke doelstellingen en als -diensten voor iedereen beschikbaar moeten zijn. Zij vervullen immers niet alleen hun specifieke taken, maar tevens en in toenemende mate noodzakelijk ook overkoepelende maatschappelijke taken als: toegankelijkheid en beschikbaarheid voor iedereen, integrale organisatie en afstemming en samenwerking, zorgplicht, tariefstelling vanuit maatschappelijk belang, management vanuit collectieve belangen.
Zelfs als instrument van kosten van levensonderhoud, klimaat en natuur bescherming en continuiteit in onzekere tijden.
Marktwerking blijkt juist op die maatschappelijke vraagstukken onvoldoende antwoord te geven en de tweedeling te bevorderen.
Het is uiteindelijk een politieke keuze van een meerderheid waarbij rechts/conservatief zal kiezen voor verdere privatisering en links/ progressief voor de collectivieve aanpak.
Een andere reden om de zorg niet als markt te organiseren, is dat op de markt alleen financiële prikkels zijn om behandelingen, medicijnen en protheses te leveren, maar niet om mensen gezond te houden (of zelfs maar te maken).
(er is wel eens geopperd om huisartsen een beloning te geven voor het aantal mensen dat gezond blijft, maar er zijn natuurlijk te veel factoren waarop een huisarts geen invloed heeft.)
Overigens zorgt de marktwerking onder de toeleveranciers ook voor nare toestanden:
De toeleveranciers van medicijnen buiten hun monopolie-positie uit, en ook de leveranciers van medische apparatuur proberen een monopolie-positie te verkrijgen/houden, bijvoorbeeld door artsen in de watten te leggen.