De vorige zondagen lieten we de grote, bekende musea links liggen en gingen in Zundert, Amsterdam en Schiedam op bezoek bij kleinere musea en bijzondere galeries en expositieruimten. Zo rondtrekkend kwamen we ineens langs het tuinpad van iemands vader en troffen daar museum De Wieger.
Museum De Wieger was ooit de woning en werkruimte van huisarts/kunstenaar Hendrik Wiegersma. De man liet behalve een prachtig pand en fraaie kunst, ook vijf zonen na van wie één de tekstschrijver werd van ‘Het Dorp’, een stukje weemoedige nostalgie dat door Wim Sonneveld onsterfelijk is gemaakt.
In dat lied wordt ‘het tuinpad van mijn vader’ bezongen, dat dus pal naast het museum ligt, en in Deurne zijn ze daar zo trots op dat het paadje officieel is opgenomen in het straatnamenregister en men het niet kan nalaten Deurne te promoten zonder naar dat chanson te verwijzen.
De Wieger is een van de vele lokale musea die de bezuinigingen op kunst en cultuur niet zonder kleerscheuren heeft doorstaan en het is afwachten hoe de toekomst er na 2019 uit zal zien. Want ook al heeft de gemeente een eenmalige fooi toegekend, structurele bestaanszekerheid is er (nog?) niet.
Van belang daarbij zijn o.a. de komende bezoekersaantallen. Zo gaat dat tegenwoordig en dus een reden voor u om De Wieger en soortgelijke musea met uw bezoek te vereren. Is dat de moeite waard?
Jawel. Natuurlijk om de kunst van Hendrik Wiegersma zelf.
Zelfportret met hoed, 33 x 56 cm, olieverf op doek, 1959.
Met wisselende exposities belicht het museum telkens bijzonder aspecten van de levensloop en het werk Wiegersma. In de huidige expositie (tot 5 mei nog te zien) bijvoorbeeld, staat zijn “fascinatie voor snelheid” centraal.
De Motorrijder, 128 x 115 cm, olieverf op doek, 1926.
Van 12 mei tot 15 september wordt Wiegersma’s leven tijdens de Tweede Wereldoorlog uitgelicht.
Naast het werk van Wiegersma ook tentoonstellingen met werk van anderen. In “Mooiste Modernisten in de collectie van De Wieger” (ook tot 5 mei te zien) onder andere:
Gerrit van Blaaderen – Lente (ca. 1922).
.
Johan Dijkstra – Jan Wiegers, 1926.
Het hierboven afgebeelde werk hangt niet in De Wieger, maar heb ik toegevoegd omdat Johan Dijkstra zijn collega Jan Wiegers portretteerde, van wie ook werk in De Wieger is te zien.
In museum De Wieger ook aandacht voor hedendaagse kunst. Morgen (2e Paasdag) zullen Emelie Jegerings en Catharina Driessen aanwezig zijn en wordt tussen 13 en 15 uur hun film “Peel in licht” (11 minuten) vertoond. Tot 5 mei is hun gelijknamige hun duo-tentoonstelling in De Wieger te zien.
Emelie Jegerings en Catharina Driessen – Vier seizoenen (gezamenlijk werk).
Emelie Jegerings – Winter in de Mariapeel.
De gemeente Deurne onderzoekt het museum weer in eigen bezit genomen kan worden (in 1992 werd het museum in een particuliere stichting ondergebracht) en hoe het museum meer aantrekkingskracht kan krijgen. Of dat tot een structureel betere toekomst leidt is dus nog even afwachten.
Wat De Wieger en soortgelijke musea betreft: waarom zien de beleidsmakers nu al niet welke pareltjes ze in huis hebben…
Reacties (3)
“Maar wat gebeurt er precies op die schilderijen ?”
#vergeten #hamvraag
Zitten we ver van de waarheid met de constatering dat het in die binnenwereld niet overloopt van frisse blikken en juichende nachtegalen op vrolijke lentedagen ? Het is allemaal doem en gloem.
Dat is alleen genietbaar als er een extra pleziertje aan vast zit. Maar dat pleziertje (b.v. “zoek het raakvlak met een stilleven, echt, het is er”) is helemaal zoekgeraakt. Daar zit het probleem van het voortbestaan van de kleine musea.
@1: “Maar wat gebeurt er precies op die schilderijen ?”
Nou, zelfportret spreekt voor zich; motorrijder ook wel; lente en bloemetjes ook niet geheel onbegrijpelijk, een schilder die een schilder schildert en tweemaal landschappen waar iets met licht aan de hand is…
Maar er is meer. schrijf je… Doem en gloem wegens een getormenteerde binnenwereld? Hoewle Hendrik Wiegersma voor een deel in ‘doem en gloem’-tijden leefde en werkte, geloof ik niet dat hij zo’n dperipessimistiosche doemlever was. Integendeel, als arts de kindersterfte in Deuren e.o. aangepakt, ondertussen het leven vieren door van De Wieger met veel plezier een samenkomstplaats van kunstenaars te maken, nee, da’s toch geen doem en gloem.
Misschien hebben de kleuren van zijn hier afgebeelde schilderijen je tot zulk somber gepeins gebracht?
@2: de onstuitbare optimist ziet de bloemen maar kijkt over de dikke vette zwarte stengels heen. Toch betekenen die wat imo.
Verschil in accent: kunstenaars als Marri Oosterwolt, Jopie Huisman en Kees Verwey vieren in hun werk het leven niet maar celebreerden en herdachten het. Weinig vanitas, wel veel stilleven voor de mensen in die crisistijden.
Ook in ‘De Motorrijder’ zitten aanknopingspunten.
Ik neem verder ‘zelfportret’ als titel en verklaring alleen serieus als de maker dat met grote letters bekend heeft gemaakt :P