COLUMN - Er vinden veel aanslagen plaats, met alleen al in de laatste week vier in Duitsland (en vergeet Bagdad niet). Maar het zijn er, wreed genoeg, nog altijd te weinig om gedegen onderzoek te doen aan hoe overheden zulke aanslagen kunnen voorkomen. Daarom gaf Catherine Eckel, een Texaanse onderzoeker, deze maand op een conferentie in Wageningen een lezing met de merkwaardige titel “Terrorism in the lab”. Haar resultaten hebben zeggingskracht die tot buiten het lab reikt.*
In het laboratorium wordt aan proefpersonen geen optie tot zelfmoordaanslagen voorgelegd . Maar het economische equivalent daarvan, je eigen geld vernietigen om te zorgen dat proefpersonen in de andere groep ook verlies lijden, is een gangbare manier om te testen hoe boos iemand is. Op dat principe bouwde Eckel voort. Deelnemers werden in groepen van drie ingedeeld en konden geld verdienen door zoveel mogelijk optelsommen te maken. Iedere groep ‘streed’ met een andere; de groep die na een minuut de meeste sommen goed beantwoord had, kreeg de helft van het geld uitgekeerd dat de verliezende groep verdiend had.
Tot zover niets dat aan terrorisme doet denken. Maar dit experiment werd in twee nauwelijks van elkaar verschillende settings herhaald. In de eerste variant mocht één van de twee groepen beslissen hoeveel tijd de andere groep had om sommen te maken. Dat is een lastige opdracht. Je wil dat natuurlijk dat jouw groep wint, want dan krijg je de helft van de verdiensten van de andere groep; maar die anderen moeten niet het gevoel hebben dat het een hopeloze zaak is, want dan maken ze helemaal geen sommen, en van een kale kip kun je niet plukken. In deze setting is de mate van ongelijkheid dus de ‘schuld’ van de tegenpartij. In de tweede variant van het experiment kreeg één groep minder tijd dan de andere, maar werd dit willekeurig opgelegd door de onderzoeker.
Hoe reageerden mensen op die ongelijkheid? Na iedere ronde, als dus de verdiensten bekend waren, kon men individueel besluiten om zichzelf op te offeren. Wie dat deed, verloor al zijn of haar verdiensten, maar bereikte daarmee dat alle groepsleden van de tegenpartij de helft van hun inkomsten verloren. Opofferen was dus economisch gezien weinig rationeel – je won er niets mee, maar bracht anderen schade toe. Toch deed een flink deel van de verliezende spelers dat, vooral in de tweede variant waarin de ongelijkheid door de andere partij bepaald werd.
Het is voorstelbaar dat iemand die hard gewerkt heeft, maar de wedstrijd verliest doordat hij ongelijke kansen kreeg om te winnen, vergelding zoekt. Maar de hamvraag van de onderzoekster was: wie pleegde die aanslagen? In de basissetting met gelijke tijdsduur waren het de slecht presterende sommenmakers die besloten zichzelf op te offeren. Datzelfde gold voor de setting met willekeurig opgelegde ongelijkheid. In de setting waarin de ongelijkheid bepaald werd door één van de twee groepen, waren het juist de best presterende groepsleden die hun verlies niet konden verkroppen. Zij die de meeste sommen opgelost hadden, en dus het meeste verdiend hadden voor hun groep, waren meer geneigd de oneerlijkheid recht te willen zetten door economische kamikaze.
Het blijft een laboratoriumexperiment, met alle beperkingen (abstract spelletje, niemand ging echt dood, de deelnemers waren studenten) van dien. Toch denk ik dat de resultaten wel degelijk iets zeggen over de effecten van sociale ongelijkheid op terroristische aanslagen in de buitenwereld.
*Disclaimer: deze column is uit het hoofd geschreven, omdat het artikel nog niet gepubliceerd is en de auteur geen pen bij zich had tijdens de lezing.
Reacties (9)
Dat denk ik niet. Waar blijven dan alle Nederlanders die uit sociale ongelijkheid terroristische aanslagen plegen? Wat niet onverlet laat dat alle aanslagplegers losers zijn. Maar er is meer dan dát nodig om terrorist te worden.
Maar wat dan?
@2
Wat dacht je van zelfverklaard slachtofferschap? Je bent mislukt in het leven omdat je geen zin had om er wat van te maken. Je pleegt wat inbraakjes en overvalletjes en je gevoel voor eigenwaarde daalt onder het vriespunt.
Tot zover gaat het gelijk op met sommige autochtonen.
Totdat je op internet leest hoe alles de schuld is van die kruisvaarders. Die smeerlappen die de broeders in Palestina vermoorden! Die smeerlappen die jouw etnische groep geen kansen geeft in het land waar je woon. In korte tijd radicaliseer je en alles is de schuld van hún! Maar jij zal ze krijgen! Je zoekt aansluiting bij broeders die bevestigen wat je toch al dacht.
En je maakt een einde aan je miserabele leven. Maar je neemt wel zo veel mogelijk van die kut-kruisvaarders mee!
(ik sla er ook maar een slag naar, net als de auteur)
Twee dingen:
1. Er bestaat al het fenomeen van het vrijwillig aansluiten bij een leger waarbij iemand bereid is voor volk/vaderland te sneuvelen.
2. Je kunt het ook zien als een vorm van eerwraak. Is de eer van de groep aangetast, dan volg er wraakneming. De groep kan relatief groot zijn (een etnisch groep), maar ook vrij klein (in familieverband).
@Lutine: omdat we in een geïndividualiseerde samenleving leven staat terrorisme met zelfopoffering verder van ons af. Dat is anders als je uit een meer traditionele groepssamenleving komt.
@4
Ik denk dat de moslimterroristen niet zo zeer uit opoffering handelen. Dat veronderstelt een klein ego. Wat ik zie zijn juist grote ego’ s die hun eigen mislukking niet kunnen handlen. Die boefjes (want meer zijn het niet) die hier in het westen aanslagen plegen komen zo onder hun eigen mislukking uit. Allah, kalifaat enz enz is slechts een rechtvaardiging, een stuk gereedschap.
Voor de grote jongens in Syrie/Irak enz is het wat anders. Dat zijn de gebruikelijke autocraten die een Rijk wil stichten uit Allah’ s naam. Zodat ze zelf in weelde kunnen leven en vrouwen kunnen pakken naar believen.
Overigens heb ik hier nog een lezenswaardig stuk over dit onderwerp:
http://www.joop.nl/opinies/worden-burgeroorlog-ingelokt
@Lutine: zelfopoffering op dezelfde manier als iemand die zich vrijwillig opgeeft voor het leger om voor volk/vaderland te sterven.
@6
Ik begreep wel wat je bedoelde. Maar ik denk dat niet. Het patroon is steevast gesjeesde figuren die niet in staat zijn om wat van hun leven te maken. Kennelijk denken ze het goed te maken met een ‘heroïsche’ daad.
Dat wij ons er zo druk over maken, maakt het des te ‘heroïscher’.
In Frankrijk begint men al zo wijs te worden om de waas van heldhaftigheid tegen te gaan. (in de media)
I.p.v. dat opgewonden gedoe iedere keer bij een aanslag kunnen we ons beter verdiepen in met wat voor lui we van doen hebben. Maar politici (Hollande) en zelfs de paus roeren liever de oorlogstrom. En dat is nu juist precies wat ze willen.
Natuurlijk moet je terreur zo effectief mogelijk tegen gaan. Maar daarnaast dienen we te beseffen dat we niet in oorlog zijn. Onze wijze van leven wordt wél bedreigd. Maar daar zijn we zelf baas over. En ons niet laten intimideren door wat kutjochies. Want meestal zijn ze mannelijk en nauwelijks droog achter de oren. We geven ze veel te veel eer om bang van ze te zijn.
@Lutine: ben het wel eens over dat opgewonden gedoe. Ik heb geen TV en dat zou voor meer mensen goed zijn. Bij elke aanslag zou het journaal er op kunnen wijzen hoeveel meer dodelijker het verkeer is.
Of ons sedentair gedrag. De stoel is de grootste terrorist.
Ik ben ook niet populistisch vanwege terrorisme. Ik ben populistisch omdat ik een gebrek aan gastvrijheid heb.
@8:
Ik ben het op dit punt met AltJohan eens.