Soms lijken Sargasso’s reactiekolommen op een boksring. Er vallen rake klappen en het lijkt wel of men elkaar de hersens in wil slaan. Het brengt Kunst op Zondag vandaag op kunstenaars die boksen.
Een sport waar ik zelf weinig van begrijp. Ik zie er de schoonheid van tot pulp geslagen hersendeeltjes niet van in. De Belgische journalist en ex-bokser Jan van den Berghe ziet dat uiteraard anders. Zijn vorig jaar uitgebrachte boek ‘De artistieke uppercut. Hoe kunst & boksen elkaar vonden’ is een opsomming van schilders, schrijvers, dichters en andere beroemdheden die allen iets met boksen hadden. Als toeschouwer of als beoefenaar van wat een zelfverdedigingsport wordt genoemd. Bekijk hier (klik op inkijkexemplaar) de lijst met namen.
Uiteraard passeren wat Belgen de revue. Schrijver Hugo Claus, liefhebber van bokswedstrijden en die in de roman ‘De hondsdagen’ een van de personages verliefd laat zijn op een bokser. De schilder Sam Dillemans, die “bokst om beter te kunnen schilderen” en boksers in de verf heeft gezet. De in februari overleden curator Jan Hoet, die in 1999 een tentoonstelling opende met een bokswedstrijdje tussen hemzelf en Amerikaanse kunstenaar Dennis Bellone.
http://www.youtube.com/watch?v=hhtIStcZj18
De lijst is zo goed als volledig met namen als Armando, Ernest Hemingway en Charles Bukowski.
Maar de architect Tadao Ando, die zijn loopbaan als bokser begon, ontbreekt. Nog merkwaardiger is dat Van den Berghe de bokser, dichter en performancekunstenaar Arthur Cravan heeft gemist. Waarschijnlijk omdat Cravan meer bekend stond als oplichter dan als de dada-kunstenaar die sommigen in hem zagen. In dit filmpje is hij boksend te zien en deze documentaire probeert meer helderheid over Cravan te krijgen.
Awel, volgende ronde.
Bart van Polanen Petel uit Tilburg wil wereldberoemd worden als Paintboxer. Hij zal dan ongetwijfeld andere verfboksers moeten verslaan.
De nu 82-jarige Ushio Shinohara gaat boksend de wereld rond en heeft al bereikt wat voor de Tilburgse kunstenaar vooralsnog een droom is. Shinohara en zijn vrouw zijn het onderwerp van de documentaire ‘Cutie and the Boxer’.
Phil Akashi bevestigde op bokshandschoenen een stempel, waarop de Chinese karakters voor vrijheid stonden en bokste zijn ‘Tribute to Nelson Mandela’.
Pim Smit vroeg assistentie van voormalig bokser Arnold Vanderlyde.
En dan nog wat kunst die een ode aan het boksen brengt. Deze bokszakken bijvoorbeeld, een samenwerking van Andy Warhol en Jean-Michel Basquiat.
De installatie ‘reALIze” is Michael Kalish’ eerbetoon aan Muhammad Ali.
Maar waar het goed voor is elkaar lens te slaan?
Reacties (8)
https://www.youtube.com/watch?v=b9WiQksFLVA
Boksende bejaarde mannen, door Aernout Mik.
Waar het goed voor is? Het zit in ons. Maar te veel dreunen op de hersenen zal vast niet goed zijn.
Eerste plaatje deed me wel denken aan dit:
@2: mij deed het hieraan denken:
https://www.youtube.com/watch?v=JPl-YHsYyN0
Hemingway dacht dat-ie kon boksen, sloeg echter niks dan een pleefiguur:
http://www.finebooksmagazine.com/fine_books_blog/2009/09/ernest-hemingway-down-for-the-count.phtml
Mooie post.
Boksen is natuurlijk net als goede kunst een existentiële metafoor. Echter, boksen alleen maar associëren met tot pulp geslagen hersendeeltjes is van dezelfde orde als roepen dat je van popmuziek doof wordt.
@5: Verrek, da’s ook toevallig dat je de vergelijking trekt. Laat ik nou wel doof (althans uitermate slechthorend) zijn geworden van popmuziek. Een paar jaar spelen in popbandjes heeft zijn tol geëist. Het is al weer een hele tijd geleden, maar toen ik na een bezoek aan de KNO-arts tegen collega’s vertelde welke symptomen ik had, zei bijna iedereen: “Oh? Dat heb ik ook!”
Zij konden op tijd voorzorgsmaatregelen nemen om verdere ellende te voorkomen, ik was te laat.
De affiniteit die sommige kunstenaars met boksen hebben zal zeker te maken hebben met vragen over de menselijke existentie. Van “leven is gevaarlijk leven” tot “strijden om te (over)leven” en “instincten cultiveren tot het meer is dan een primaire aanvechting”.
Waarschijnlijk zijn er daarom ook kunstenaars die, met name in performances, de pijngrenzen op zoeken.
@6: doofheid is ook bij orkesten een sort-of-erkende beroepsziekte. Waar musici en management doodsbenauwd voor zijn; musici vanwege de vraag ‘hoe gaan ze anders brood op de plank krijgen’, management vanwege alle juridische (arbo!)-sores die het met zich meebrengt.
Ik heb tinnitus in mijn linkeroor omdat ik altijd rechts van de drummer stond. Tegenwoordig heb ik dure oordoppen maar ik heb nergens spijt van. Van leven ga je dood en van op de bank zitten ook.
“Boksen kan slecht zijn voor de hersenen” zeg net zo min iets over de waarde van boksen als “Van popmuziek word je doof” over de waarde van popmuziek, bedoelde ik eigenlijk.