De verkiezingsprogramma’s van politieke partijen staan bol van mooie beloften. Maar wat blijft daar na de campagne van over? Sargasso controleert het voor het thema zorg.
Rond verkiezingstijd vindt steevast een rituele dans plaats rond de partijprogramma’s. Die worden nog steeds gepresenteerd als primaire informatiebron voor de kiezer. Veel stemwijzers worden op deze programma’s gebouwd. En menig politicus wordt later in een debat met eerdere beloften om de oren geslagen.
Je zou denken dat wat in de programma’s staat achteraf te controleren is, zodat de kiezer een partij daarop kan aanspreken, en misschien belonen of juist afrekenen. Op zich zou zo’n controle simpel moeten zijn. Je vergelijkt de standpunten in de programma’s en kijkt welke wetsvoorstellen partijen hebben gesteund en welke amendementen en moties ze hebben ingebracht.
Zo simpel is het helaas niet. Zelfs als we een deel van de taken automatiseren, is het nog vreselijk veel werk om alle verkiezingsbeloften van alle partijen te controleren (geloof me, we hebben het geprobeerd). We hebben daarom een casus genomen,de grootste kostenpost van dit moment: de zorg.
We hebben de programma’s van VVD en CDA uit 2010 vergeleken met hun stemgedrag in de Tweede Kamer, vanaf het aantreden van de vernieuwde Kamer in 2010 tot het afgelopen zomerreces. Beide verkiezingsprogramma’s zijn vaag en slecht geschreven. Ze bieden veel principe-uitspraken, maar weinig concreets.
Wat de VVD en het CDA van plan waren…
De VVD wilde in 2010:
- Betere bereikbaarheid huisartsen (bijvoorbeeld mobiele huisartsen);
- Meer marktwerking in de zorg;
- Een verhoging van het eigen risico naar 300 euro;
- Minder mensen recht op zorgtoeslag;
- Patiënten moeten zelf kunnen bepalen waar ze naar een ziekenhuis gaan;
- Geen fusies meer van verzekeraars.
Het CDA wilde in 2010:
- Meer ketenzorg;
- Inkomens specialisten aan banden leggen;
- Afschaffen van budgetten voor ziekenhuizen;
- Voorzichtig met fusies in de zorg;
- Groei ambulante GGZ stoppen;
- Eigen risico anders vormgeven;
- AWBZ op de schop;
- Openbare gebouwen en voorzieningen beter bereikbaar voor gehandicapten.
Van een aantal van deze punten mag je verwachten dat die in concrete wetgeving zijn gegoten. Helaas lijkt het daar niet op.
Over de bereikbaarheid van huisartsen hebben we geen wetsvoorstellen, amendementen of moties kunnen terugvinden. Over meer marktwerking in de zorg is wel iets terug te vinden in het beleid van de afgelopen twee jaar, maar niet veel. Het CDA en de VVD hebben nog geprobeerd om de vrije tarieven in de mondzorg te handhaven, maar de rest van de Kamer was tegen toen de prijzen leken te exploderen. Het eigen risico is inderdaad verhoogd, naar 220 euro. Het is niet helemaal duidelijk of het CDA dit voor ogen had. De VVD had meer gewild.
De VVD wilde in 2010 ook dat minder mensen recht op zorgtoeslag zouden krijgen. Ook daar hebben we niets over kunnen vinden. En in weerwil van wat de VVD voor ogen had, mogen patiënten minder vaak bepalen waar ze behandeld willen worden. Dat is niet per wet geregeld (op dat front geen vindbare activiteiten van VVD en CDA), maar wordt afgedwongen door zorgverzekeraars. Ook over fusies – een belangrijk punt voor beide coalitiepartijen – hebben we niets kunnen terugvinden.
Het CDA wilde de inkomens van specialisten aan banden leggen, maar vond een amendement daarover blijkbaar te ver gaan en stemde tegen. Het enige dat we over de AWBZ hebben kunnen vinden is dat het moeilijker wordt om er vanuit het buitenland aanspraak op te maken. Van een grote herziening is nog geen sprake. Misschien is twee jaar ook wat weinig daarvoor. Tenslotte heeft het bereikbaar maken van openbare gebouwen en voorzieningen voor gehandicapten in ieder geval onder Rutte I niet tot wetgeving daarover geleid.
Nawoord
Een vergelijking van woord en daad is moeilijk, zo niet onmogelijk. De beloften in de programma’s zijn vaak breed geformuleerd. Daar is best iets voor te zeggen. Je kunt als kiezer natuurlijk wel op hele gedetailleerde voorstellen stemmen, maar ideologie is ook belangrijk. Maar om die ideologie eruit te filteren, je moet met een stofkam door een wet, motie of amendement. Toch wil ik wat dat betreft mild zijn. We hebben ook niet de indruk dat bij andere partijen meer helderheid bestaat tussen woord en daad.
Deze exercitie werpt wel de vraag op in hoeverre je stemwijzers op programma’s kunt baseren. Wat dat betreft zou een kieswijzer op basis van daadwerkelijk vertoond stemgedrag een stuk eerlijker zijn.
Met dank aan Samira Zafar, Josta de Hoog, Stefan Verwer, Hugo Nieuwenhuys en Elwin Oost voor het noeste uitzoekwerk.
Reacties (7)
Het kan wel, maar is inderdaad lastig en vereist eigenlijk serieus sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Zie bijv. onderzoek van Robert Thomson: The programme to policy linkage: the fulfilment of election pledges on socio-economic policy in the Netherlands, 1986-1998, http://goo.gl/qNltx
Misschien wordt dit makkelijker als je niet de programma’s als uitgangspunt neemt maar een coalitieakkoord.
Maar het gaat juist om verkiezingsbeloftes. Op het moment dat je stemt is het coalitie-akkoord nog niet openbaar (er wordt door sommigen zelfs beweerd dat het dan nog niet is opgesteld).
“er wordt door sommigen zelfs beweerd dat het dan nog niet is opgesteld“.
Dikke LOL!
Maar je kunt van een partij toch niet verwachten dat het alle beloften kan waarmaken als ze niet of niet alleen in de regering zitten? Een regeringspartij afrekenen op de programmapunten is net zo zinloos als dat met een oppositiepartij doen, beide hebben er geen volledige controle over.
Verkiezingsbeloften zijn slechts verlanglijstjes, de afspraken in een coalitieakkoord zijn de daadwerkelijk gestelde doelen. Die moet je controleren.
Klopt, maar het lastige is dus dat veel stemwijzers er wel op gebaseerd worden. Dat moet je dus niet doen.
Leuk stuk, veel eerdere artikelen gingen over verkiezingsprograms, allerlei stemwijzers zijn daar op gegrond. Veel praatprogramma’s hebben dit ook als basis.
Nu dus de terechte vaststelling dat een verkiezingsprogram door de vele vaagheden nauwelijks toetsbaar is