Als je als hoogleraar in je eentje tegen het systeem ingaat wordt je uitgekotst. Er moet een bredere beweging opkomen die zich tegen dit soort ontwikkelingen verzet.
#2
mb
scherp stuk. soms vind ik dat de plank wat misgeslagen wordt. Er wordt wel heel erg uitgegaan van een ideaalbeeld, van oe de universiteit zou moeten zijn, ipv de situatie hoe sinds grofweg 1975-1990 is ontstaan. Onderstaande citaat is daarbij illustratief:
‘De uitvreters van de 68-generatie zijn allang de tempel uitgejaagd.’
nee dus. Die zitten ongepromoveerd, ongeinspireerd en ongecontroleerd op plaatsen van jong talent. Dat jonge talent dat na een promotie en drie keer drie jaar een postdoc nog geen kans heeft op een vaste aanstelling ook niet wanneer er de afgelopen vijftien jaar nog nauwelijks nieuw werk uit de handen van zijn vastgeroeste collega´s is gekomen.
Als er bij mijn universiteiten (UU, drs en WUR, dr) leidinggevenden hadden gezeten die de moeite hadden genomen om hun werknemers op de een of andere manier op hun functioneren te beoordelen en er op te handelen, dan
vermoed ik dat er heel wat meer doorstroom bewerkstelligd was.
Niet door mij, overigens. Ik ben geen briljant onderzoeker.
Andere punten herken ik trouwens wel. Mijn vakgroepje moest al zijn boekenkasten wegdoen – alles is digitaal tegenwoordig. Het ging om de vakgroep geschiedenis. Je snapt dat die niet zomaar even al hun boeken wegdoen.
#3
HansR
Haha, prachtige titel – de kern van het probleem in een paar woorden.
De manager als bron van het kwaad.
Ik kan het er mee eens zijn.
Overigens is verzet natuurlijk eenvoudig, gewoon negeren en wat anders gaan doen.
#4
Joop
De manager is toch iemand die beleid uitvoert…? Ik probeer te zeggen: beetje gemakkelijk dat de manager die nooit directeur of hoogste man is (behalve bijv. interim) volledig verantwoordelijk te stellen voor de tendens van de laatste decennia.
Verder vind ik het een aardig artikel, maar wat moet er veranderd worden. De slaperige hoogleraar wakker maken? Het lijkt me dat die hoogleraar zich voornamelijk bezig houdt met onderzoek, de studenten, opinie over zijn vak, maar een all-round manager?
#5
lapis
In de hiphop hebben de managers ook lang geleden al gewonnen:
De veranderingen binnen het hiphopgenre ziet [Sen Dog van Cypress Hill] met lede ogen toe. “Het gaat om je ‘marketability’, oftewel de mate waarin je in staat bent het jeugdige publiek aan te spreken.” (…) De kunstvorm veranderde in één grote marketingtool, waarbij niet de muziek maar de lifestyle voorop stond.”
#6
Thallmann
Dit zie je vrijwel overal terug in het onderwijs. Het doet me denken aan de strijd tussen de kerk en de vorsten in de vroege middeleeuwen.
Wat me dan wel weer opvalt is dat je dit in het speciaal onderwijs nauwelijks tegenkomt, waarschijnlijk omdat de managers daar meestal ook onderwijzer zijn geweest.
Ik ben het voor de rest grotendeels eens met dit stuk vooral dat het streven naar een kenniseconomie met het topsectoren beleid juist funest voor kennis is. Ook hier wordt de spijker op de kop geslagen.
“” Met kennis en innovatie hebben universiteiten evenveel van doen als megastallen met dierenliefde. Met doodordinaire certificeringsmachines waarmee de gegoede middenklasse haar greep op comfortabele baantjes voor het eigen kroost reproduceert des te meer. Van nieuwbouw, glazen puien, nieuwe logo’s, sexy brochures en kekke organogrammen is geen opleiding ooit beter geworden. En in een wereld waarin ‘top’ een prefix is waarmee – vrij naar Robert Musil – zelfs renpaarden worden getooid, zijn universitaire ambities van ‘toponderwijs’ en ‘toponderzoek’ evenveel waard als hete lucht.””
#7
pedro
De manager heeft gewonnen? Welnee. De vrije markt heeft gewonnen. Scholen en universiteiten moeten produceren wat de markt vraagt. Om dat te bereiken worden managers aangesteld. De vrije markt is immers heilig en lost al onze problemen op… volgens sommigen.
#8
Jos van Dijk
Wetenschappelijke instituten worden staatskapitalistische ondernemingen, grootschalige bureaucratieën waarin de wetenschappelijke arbeider gescheiden is van zijn productiemiddelen (Max Weber, Wetenschap als beroep, 1919).
#9
Noortje
Scherp stukje, maar de schrijver gaat wel uit van een ideaalbeeld van wetenschappelijk medewerkers. Toen ik een tijd terug op de universiteit werkte werd elke wijziging die aantoonbaar tot beter onderwijs zou leiden getorpedeerd onder het mom van verlies van kwaliteit van wetenschappelijke niveau etc. Helaas bleek onder dit argument in veel gevallen puur eigenbelang te liggen: behoud van positie (hoezo jong talent), behoud van individuele vrijheid (“de kinderen moet ik naar school brengen en halen”), weigering tot verandeing (een goede ondezoeker die nog niet kon uitleggen aan studenten hoe je een lamp aanzet, die weigerde ook maar iets aan didactische vaardigheden te doen), etc.
Het is een mooie argumentatemethode: het hoogdravend doel (wetenschappelijke vrijplaats voor nieuwsgierigheid) waar iedereen het mee eens moet zijn, te presenteren als beter dan een lege marketinghuls (glossy folders). En dit argument kom je non stop in de zorg ook tegen; op de een of andere manier zorgt elke verandering in de zorg voor aantasting van de kwaliteit van zorg (het hoogdravende doel) en doen de managers dat (de lege hulzen). Dergelijke argumenten kwam ik ook tegen bij de opzet van een specialisisch diagnosisch centrum, dat zonder twijfel een kwaliteitsimpuls van de verleende zorg geeft.
Ja, de universiteit moet een bolwerk knappe koppen zijn die in relatieve vrijheid en op basis van willen weten tot nieuw weten komen. En dat dit momenteel bedreigd wordt is evident. Maar hand in eigen boezen van de wetenschap zelf en serieus de vraag beantwoorden of elke verandeing verlies betekent lijkt me ook op z’n plaats.
“Het is een mooie argumentatemethode”
Ja zeker is het een mooie argumentatiemethode, en ik weet ook wel zeker, dat het door jou geconstateerde gebruik (misbruik) daarvan ook plaats vindt. Dat vindt altijd en overal plaats waar mensen een bedreiging voor hun eigen positie waarnemen. Maar dat zegt verder natuurlijk helemaal niks, want wanneer je het er niet mee eens bent, dien je dat met argumenten te bestrijden. Lukt dat niet, dat blijken de aangevoerde argumenten valide te zijn.
Verder ben ik al een tijdje van de universiteit af, maar je impliciete veronderstelling dat alle wetenschappers alle veranderingen tegen houden en nooit de hand in eigen boezem steken, lijkt me lariekoek. Je reactie komt me ook als behoorlijk hoogdravend over. En ik denk zelfs, dat het door geconstateerde verzet tegen veranderingen eerder nog van de managers afkomstig is dan vanuit wetenschappelijke hoek. Die moeten meer voor hun baan vrezen dan de wetenschappers, die over het algemeen in hun baan terecht zijn gekomen door hun wetenschappelijke prestaties, terwijl de managers hun baan aan hun goede sollicitatietechnieken, verkooppraatjes en netwerkjes te danken hebben.
Ik vind het niet zo hoogdravend, en ik vind ook dat je dat oordeel niet goed onderbouwt.
Ik herken het punt wel dat hierboven wordt gemaakt (zie ook mijn eigen reactie). Engelen beschrijft een utopie en legt die naast een overtrokken doembeeld.
De situatie op universiteiten is natuurlijk wel dat het wetenschappelijk personeel geen functionerings- en beoordelingscyclus doorlopen. Dat het onderwijs af en toe dramatisch slecht is – en dat ‘veelplegers’ op dat vlak niet snel de laan uitgestuurd worden. Dat personeel van alles kan, maar verblindt door expertise op een bepaald vakgebied niet echt meer toekomt aan reflectie op functioneren binnen de academische context: kan ik samenwerken? ben ik een goed docent? Wanneer heb ik voor het laatst geld (beurs, een opdracht, een sponsor) binnengehaald? Wanneer heb ik voor het laatst echt iets nieuws ontdekt? Stromen er studenten van mij door naar een onderzoeksmasters? Naar de arbeidsmarkt? en wat was mijn aandeel daarin? Niemand heoft dit allemaal van mij perfcect te doen, maar dat je jezelf vragen stelt over je functioneren zou al een hele start zijn.
Er wordt naar mijn smaak te veel aan academische zelfbevrediging gedaan.
Ja de managers kunnen een negatieve invloed hebben. Maar laten we niet doen alsof alles geweldig was totdat zij kwamen.
Mijn van spelfouten wemelende post was niet hoogdravend bedoeld en voor zover ik kan zien spreek ik nergens over Alle wetenschappers en Alle verandering. Als dat zo overkwam is dat niet de bedoeling. Maar wat wel de bedoeling was was uit eigen ervaring aangeven dat het bovengeschetste verhaal op zijn minst eenzijdig is. Ik begrijp niet zo goed wat daar mis mee is eerlijk gezegd.
Hoogdravend gebruikte ik alleen omdat je dat zelf even losjes hanteerde. En wanneer je bedoeling was aan te tonen, dat het artikel eenzijdig was, heb ik dat in mijn eerste zin in mijn reactie op je al bevestigt (“en ik weet ook wel zeker, dat het door jou geconstateerde gebruik (misbruik) daarvan ook plaats vind”). In dat geval is je bijdrage een mooie aanvulling. Bedankt voor je verduidelijking dus.
PS: als je ‘Onder professoren’ van WF Hermans nog niet kent, wil ik je dat wel aanraden.
Overigens blijf ik wel van mening, dat de teloorgang van de universiteiten veel meer aan de markt en de managers te wijten is, dan aan de wetenschappers, want de wetenschappers, die hun eigen baantje proberen te beschermen door de door jou beschreven praktijken, zijn er altijd al geweest. Het drama dat zich in het hoger onderwijs afspeelt, moet dus naast de tegenwerking van de wetenschappers, ook een heel andere oorzaak hebben.
De universiteit anno 2012 is bijna geheel hoger beroepsonderwijs geworden, maar gelukkig hebben de marketeers dat iets anders in weten te kleden: ze hebben het voor elkaar gekregen, dat veel HBO’s zich universiteit mochten gaan noemen, omdat vele universitaire opleidingen langzaamaan hetzelfde deden als de HBO’s. Ze wisten dat dus te verkopen als HBO’s, die hogere kwaliteit leverden, in plaats van wat er werkelijk aan de hand was: universitaire opleidingen, die af zakten naar HBO-niveau (op wetenschappelijk niveau dan, hè, want voor de maatschappij zijn de HBOers minstens net zo belangrijk als de doctoren, wat mij betreft).
Wat ik met name een heel ernstige ontwikkeling vind is de ‘integratie’ van wetenschap en bedrijfsleven, m.n. Daar waar onafhankelijk onderzoek van groot belang is (denk aan farmacie). Ook de dwaze waan dat elke vorm van onderzoek maatschappelijk nuttig op toepasbaar moet zijn. Dat maakt dat fundamenteel onderzoek in het gedrang komt.
Dergelijke zaken komen niet voort uit de wens van wetenschappers, maar uit de politiek en het management van universiteiten die daar onvoldoende tegenwicht tegen biedt.
Meer schuld bij management dan wetenschappers? Ja, wellicht. Toch lijkt het een brede maatschappelijke stroming te zijn die geen flauw benul heeft van nut van onderzoek (en bijbehorende kennisoverdracht) en die stemmen op partijen die een afbraakregime of volledige integratie met bedrijfsleven steunt. Uiteindelijk denk ik dat het management bezig is met overleven in een steeds krappere (financiele) ruimte (en mogelijk dit te weinig aan de wetenschapper weten uit te leggen?)
#10
Peter
In heel de wereld is het onderwijssysteem in de afgelopen 100 jaar enorm verslechterd. In elk land blijkt dat de verslechtering dezelfde oorzaak heeft: mislukte onderwijsvernieuwing oftewel onderwijsvernieling . Als u denkt dat dit toeval is dan adviseer ik u een zelfstudie te doen in de waarschijnlijkheidsleer, een onderdeel van wiskunde.
Wanneer onderwijsvernieuwingen altijd mislukken dan is er iets aan de hand wat boven de petten van onderwijzend personeel uitstijgt. Politici zijn slim genoeg om goede maatregelen te bedenken. Dat in het onderwijs wereldwijd slechts verslechterende maatregelen worden genomen heeft een reden. Natuurlijk mag je ook geloven in de incompetentie van politici en tomeloze verbeteringsdrang die zich keert in zijn tegendeel. Maar wanneer in alle westerse, vergelijkbare landen het onderwijssysteem massaal is verslechterd, dan komt dat doordat dit een wens is van bovenaf. Misschien is het niet de bedoeling dat we steeds slimmer worden omdat we dan geen autoriteiten meer nodig hebben. Zoals Henri Ford ooit zei: Wanneer iedereen het monetaire systeem begrijpt dan komt er een revolutie.
Jarenlang volgden kinderen een hogere opleiding dan hun ouders. Deze trend is nu gebroken. Dat is een gevolg van de jarenlange onderwijsverslechteringen. Het is de bedoeling van enkele machthebbers om mensen steeds dommer te maken. Ik beweer niet dat alle politici daaraan meewerken. Op het ministerie van Onderwijs werken mensen die dienstbaar zijn aan een andere regering dan de officiële; een wereldwijde schaduwregering die hun doelen gerealiseerd wilt zien.
Reacties (19)
Zelden het zo roerend met iemand eens geweest. Of het op tijd de soms slaperige ogen der professoren zal openen, betwijfel ik.
Als je als hoogleraar in je eentje tegen het systeem ingaat wordt je uitgekotst. Er moet een bredere beweging opkomen die zich tegen dit soort ontwikkelingen verzet.
scherp stuk. soms vind ik dat de plank wat misgeslagen wordt. Er wordt wel heel erg uitgegaan van een ideaalbeeld, van oe de universiteit zou moeten zijn, ipv de situatie hoe sinds grofweg 1975-1990 is ontstaan. Onderstaande citaat is daarbij illustratief:
‘De uitvreters van de 68-generatie zijn allang de tempel uitgejaagd.’
nee dus. Die zitten ongepromoveerd, ongeinspireerd en ongecontroleerd op plaatsen van jong talent. Dat jonge talent dat na een promotie en drie keer drie jaar een postdoc nog geen kans heeft op een vaste aanstelling ook niet wanneer er de afgelopen vijftien jaar nog nauwelijks nieuw werk uit de handen van zijn vastgeroeste collega´s is gekomen.
Als er bij mijn universiteiten (UU, drs en WUR, dr) leidinggevenden hadden gezeten die de moeite hadden genomen om hun werknemers op de een of andere manier op hun functioneren te beoordelen en er op te handelen, dan
vermoed ik dat er heel wat meer doorstroom bewerkstelligd was.
Niet door mij, overigens. Ik ben geen briljant onderzoeker.
Andere punten herken ik trouwens wel. Mijn vakgroepje moest al zijn boekenkasten wegdoen – alles is digitaal tegenwoordig. Het ging om de vakgroep geschiedenis. Je snapt dat die niet zomaar even al hun boeken wegdoen.
Haha, prachtige titel – de kern van het probleem in een paar woorden.
De manager als bron van het kwaad.
Ik kan het er mee eens zijn.
Overigens is verzet natuurlijk eenvoudig, gewoon negeren en wat anders gaan doen.
De manager is toch iemand die beleid uitvoert…? Ik probeer te zeggen: beetje gemakkelijk dat de manager die nooit directeur of hoogste man is (behalve bijv. interim) volledig verantwoordelijk te stellen voor de tendens van de laatste decennia.
Verder vind ik het een aardig artikel, maar wat moet er veranderd worden. De slaperige hoogleraar wakker maken? Het lijkt me dat die hoogleraar zich voornamelijk bezig houdt met onderzoek, de studenten, opinie over zijn vak, maar een all-round manager?
In de hiphop hebben de managers ook lang geleden al gewonnen:
De veranderingen binnen het hiphopgenre ziet [Sen Dog van Cypress Hill] met lede ogen toe. “Het gaat om je ‘marketability’, oftewel de mate waarin je in staat bent het jeugdige publiek aan te spreken.” (…) De kunstvorm veranderde in één grote marketingtool, waarbij niet de muziek maar de lifestyle voorop stond.”
Dit zie je vrijwel overal terug in het onderwijs. Het doet me denken aan de strijd tussen de kerk en de vorsten in de vroege middeleeuwen.
Wat me dan wel weer opvalt is dat je dit in het speciaal onderwijs nauwelijks tegenkomt, waarschijnlijk omdat de managers daar meestal ook onderwijzer zijn geweest.
Ik ben het voor de rest grotendeels eens met dit stuk vooral dat het streven naar een kenniseconomie met het topsectoren beleid juist funest voor kennis is. Ook hier wordt de spijker op de kop geslagen.
“” Met kennis en innovatie hebben universiteiten evenveel van doen als megastallen met dierenliefde. Met doodordinaire certificeringsmachines waarmee de gegoede middenklasse haar greep op comfortabele baantjes voor het eigen kroost reproduceert des te meer. Van nieuwbouw, glazen puien, nieuwe logo’s, sexy brochures en kekke organogrammen is geen opleiding ooit beter geworden. En in een wereld waarin ‘top’ een prefix is waarmee – vrij naar Robert Musil – zelfs renpaarden worden getooid, zijn universitaire ambities van ‘toponderwijs’ en ‘toponderzoek’ evenveel waard als hete lucht.””
De manager heeft gewonnen? Welnee. De vrije markt heeft gewonnen. Scholen en universiteiten moeten produceren wat de markt vraagt. Om dat te bereiken worden managers aangesteld. De vrije markt is immers heilig en lost al onze problemen op… volgens sommigen.
Wetenschappelijke instituten worden staatskapitalistische ondernemingen, grootschalige bureaucratieën waarin de wetenschappelijke arbeider gescheiden is van zijn productiemiddelen (Max Weber, Wetenschap als beroep, 1919).
Scherp stukje, maar de schrijver gaat wel uit van een ideaalbeeld van wetenschappelijk medewerkers. Toen ik een tijd terug op de universiteit werkte werd elke wijziging die aantoonbaar tot beter onderwijs zou leiden getorpedeerd onder het mom van verlies van kwaliteit van wetenschappelijke niveau etc. Helaas bleek onder dit argument in veel gevallen puur eigenbelang te liggen: behoud van positie (hoezo jong talent), behoud van individuele vrijheid (“de kinderen moet ik naar school brengen en halen”), weigering tot verandeing (een goede ondezoeker die nog niet kon uitleggen aan studenten hoe je een lamp aanzet, die weigerde ook maar iets aan didactische vaardigheden te doen), etc.
Het is een mooie argumentatemethode: het hoogdravend doel (wetenschappelijke vrijplaats voor nieuwsgierigheid) waar iedereen het mee eens moet zijn, te presenteren als beter dan een lege marketinghuls (glossy folders). En dit argument kom je non stop in de zorg ook tegen; op de een of andere manier zorgt elke verandering in de zorg voor aantasting van de kwaliteit van zorg (het hoogdravende doel) en doen de managers dat (de lege hulzen). Dergelijke argumenten kwam ik ook tegen bij de opzet van een specialisisch diagnosisch centrum, dat zonder twijfel een kwaliteitsimpuls van de verleende zorg geeft.
Ja, de universiteit moet een bolwerk knappe koppen zijn die in relatieve vrijheid en op basis van willen weten tot nieuw weten komen. En dat dit momenteel bedreigd wordt is evident. Maar hand in eigen boezen van de wetenschap zelf en serieus de vraag beantwoorden of elke verandeing verlies betekent lijkt me ook op z’n plaats.
(sorry voor typos, correctie stond de site me niet meer toe)
“Het is een mooie argumentatemethode”
Ja zeker is het een mooie argumentatiemethode, en ik weet ook wel zeker, dat het door jou geconstateerde gebruik (misbruik) daarvan ook plaats vindt. Dat vindt altijd en overal plaats waar mensen een bedreiging voor hun eigen positie waarnemen. Maar dat zegt verder natuurlijk helemaal niks, want wanneer je het er niet mee eens bent, dien je dat met argumenten te bestrijden. Lukt dat niet, dat blijken de aangevoerde argumenten valide te zijn.
Verder ben ik al een tijdje van de universiteit af, maar je impliciete veronderstelling dat alle wetenschappers alle veranderingen tegen houden en nooit de hand in eigen boezem steken, lijkt me lariekoek. Je reactie komt me ook als behoorlijk hoogdravend over. En ik denk zelfs, dat het door geconstateerde verzet tegen veranderingen eerder nog van de managers afkomstig is dan vanuit wetenschappelijke hoek. Die moeten meer voor hun baan vrezen dan de wetenschappers, die over het algemeen in hun baan terecht zijn gekomen door hun wetenschappelijke prestaties, terwijl de managers hun baan aan hun goede sollicitatietechnieken, verkooppraatjes en netwerkjes te danken hebben.
Ik vind het niet zo hoogdravend, en ik vind ook dat je dat oordeel niet goed onderbouwt.
Ik herken het punt wel dat hierboven wordt gemaakt (zie ook mijn eigen reactie). Engelen beschrijft een utopie en legt die naast een overtrokken doembeeld.
De situatie op universiteiten is natuurlijk wel dat het wetenschappelijk personeel geen functionerings- en beoordelingscyclus doorlopen. Dat het onderwijs af en toe dramatisch slecht is – en dat ‘veelplegers’ op dat vlak niet snel de laan uitgestuurd worden. Dat personeel van alles kan, maar verblindt door expertise op een bepaald vakgebied niet echt meer toekomt aan reflectie op functioneren binnen de academische context: kan ik samenwerken? ben ik een goed docent? Wanneer heb ik voor het laatst geld (beurs, een opdracht, een sponsor) binnengehaald? Wanneer heb ik voor het laatst echt iets nieuws ontdekt? Stromen er studenten van mij door naar een onderzoeksmasters? Naar de arbeidsmarkt? en wat was mijn aandeel daarin? Niemand heoft dit allemaal van mij perfcect te doen, maar dat je jezelf vragen stelt over je functioneren zou al een hele start zijn.
Er wordt naar mijn smaak te veel aan academische zelfbevrediging gedaan.
Ja de managers kunnen een negatieve invloed hebben. Maar laten we niet doen alsof alles geweldig was totdat zij kwamen.
Mijn van spelfouten wemelende post was niet hoogdravend bedoeld en voor zover ik kan zien spreek ik nergens over Alle wetenschappers en Alle verandering. Als dat zo overkwam is dat niet de bedoeling. Maar wat wel de bedoeling was was uit eigen ervaring aangeven dat het bovengeschetste verhaal op zijn minst eenzijdig is. Ik begrijp niet zo goed wat daar mis mee is eerlijk gezegd.
Hoogdravend gebruikte ik alleen omdat je dat zelf even losjes hanteerde. En wanneer je bedoeling was aan te tonen, dat het artikel eenzijdig was, heb ik dat in mijn eerste zin in mijn reactie op je al bevestigt (“en ik weet ook wel zeker, dat het door jou geconstateerde gebruik (misbruik) daarvan ook plaats vind”). In dat geval is je bijdrage een mooie aanvulling. Bedankt voor je verduidelijking dus.
PS: als je ‘Onder professoren’ van WF Hermans nog niet kent, wil ik je dat wel aanraden.
Ja, dat boek ken ik wel ;o)
Overigens blijf ik wel van mening, dat de teloorgang van de universiteiten veel meer aan de markt en de managers te wijten is, dan aan de wetenschappers, want de wetenschappers, die hun eigen baantje proberen te beschermen door de door jou beschreven praktijken, zijn er altijd al geweest. Het drama dat zich in het hoger onderwijs afspeelt, moet dus naast de tegenwerking van de wetenschappers, ook een heel andere oorzaak hebben.
De universiteit anno 2012 is bijna geheel hoger beroepsonderwijs geworden, maar gelukkig hebben de marketeers dat iets anders in weten te kleden: ze hebben het voor elkaar gekregen, dat veel HBO’s zich universiteit mochten gaan noemen, omdat vele universitaire opleidingen langzaamaan hetzelfde deden als de HBO’s. Ze wisten dat dus te verkopen als HBO’s, die hogere kwaliteit leverden, in plaats van wat er werkelijk aan de hand was: universitaire opleidingen, die af zakten naar HBO-niveau (op wetenschappelijk niveau dan, hè, want voor de maatschappij zijn de HBOers minstens net zo belangrijk als de doctoren, wat mij betreft).
Wat ik met name een heel ernstige ontwikkeling vind is de ‘integratie’ van wetenschap en bedrijfsleven, m.n. Daar waar onafhankelijk onderzoek van groot belang is (denk aan farmacie). Ook de dwaze waan dat elke vorm van onderzoek maatschappelijk nuttig op toepasbaar moet zijn. Dat maakt dat fundamenteel onderzoek in het gedrang komt.
Dergelijke zaken komen niet voort uit de wens van wetenschappers, maar uit de politiek en het management van universiteiten die daar onvoldoende tegenwicht tegen biedt.
Meer schuld bij management dan wetenschappers? Ja, wellicht. Toch lijkt het een brede maatschappelijke stroming te zijn die geen flauw benul heeft van nut van onderzoek (en bijbehorende kennisoverdracht) en die stemmen op partijen die een afbraakregime of volledige integratie met bedrijfsleven steunt. Uiteindelijk denk ik dat het management bezig is met overleven in een steeds krappere (financiele) ruimte (en mogelijk dit te weinig aan de wetenschapper weten uit te leggen?)
In heel de wereld is het onderwijssysteem in de afgelopen 100 jaar enorm verslechterd. In elk land blijkt dat de verslechtering dezelfde oorzaak heeft: mislukte onderwijsvernieuwing oftewel onderwijsvernieling . Als u denkt dat dit toeval is dan adviseer ik u een zelfstudie te doen in de waarschijnlijkheidsleer, een onderdeel van wiskunde.
Wanneer onderwijsvernieuwingen altijd mislukken dan is er iets aan de hand wat boven de petten van onderwijzend personeel uitstijgt. Politici zijn slim genoeg om goede maatregelen te bedenken. Dat in het onderwijs wereldwijd slechts verslechterende maatregelen worden genomen heeft een reden. Natuurlijk mag je ook geloven in de incompetentie van politici en tomeloze verbeteringsdrang die zich keert in zijn tegendeel. Maar wanneer in alle westerse, vergelijkbare landen het onderwijssysteem massaal is verslechterd, dan komt dat doordat dit een wens is van bovenaf. Misschien is het niet de bedoeling dat we steeds slimmer worden omdat we dan geen autoriteiten meer nodig hebben. Zoals Henri Ford ooit zei: Wanneer iedereen het monetaire systeem begrijpt dan komt er een revolutie.
Jarenlang volgden kinderen een hogere opleiding dan hun ouders. Deze trend is nu gebroken. Dat is een gevolg van de jarenlange onderwijsverslechteringen. Het is de bedoeling van enkele machthebbers om mensen steeds dommer te maken. Ik beweer niet dat alle politici daaraan meewerken. Op het ministerie van Onderwijs werken mensen die dienstbaar zijn aan een andere regering dan de officiële; een wereldwijde schaduwregering die hun doelen gerealiseerd wilt zien.