Menig lezer van deze rubriek beticht mij wellicht van een eenzijdige beschrijving van het kunstaanbod in Nederland. Mijn stukken gaan meestal over tentoonstellingen in Amsterdam waaruit een zekere mate van hoofdstedelijke arrogantie kan spreken. Het tegendeel is echter waar beste lezer, mijn beperking komt niet voort uit onwil, maar heeft meer te maken heeft met een chronisch tijdgebrek. Om een en ander enigszins te compenseren, ging ik afgelopen weekend naar de Hallen in Haarlem om het werk van twee fotografen en een multidisciplinaire kunstenaar te bekijken.
Koos Breukel (Den Haag, 1962) begon zijn carrière als society-fotograaf. Nadat hij een zwaar auto-ongeluk kreeg als gevolg van de arce tegen de klok om op tijd te komen bij een opdracht, begon hij na te denken. Het hectische bestaan dat dit beroep met zich meebrengt begon hem tegen te staan en ook de glamourwereld waarin hij zich begaf, kon hem steeds minder boeien. Zijn werk moest meer diepgang gaan krijgen en het verhaal vertellen dat achter elke foto schuilt. Ontmoetingen geeft een gedegen overzicht van waar deze keuze uiteindelijk naartoe heeft geleid. Weliswaar bestaat zijn werk nog steeds uit portetten, maar door de bewuste keuze voor afmetingen, setting en belichting ontstaat er een intieme interactie tussen kijker en het getoonde.
De onderwerpen die hij uitkiest voor zijn foto’s zijn niet voor de hand liggend; zo fotografeerde hij overlevenden van vliegrampen, de geschilferde huid van de door aids aftakelende theatermaker Michael Matthews en verminkte kindsoldaten uit Sierra Leone. Dit levert schrijnende foto’s op die bij de kijker op het netvlies gebrand blijven. Het meest indrukwekkend is de reeks Best Friend (1985-1998) die hij maakte van collegafotograaf Eric Hamelink. Aan het begin ziet de kijker een blakende jongeman die aan het begin van een veelbelovend leven staat. Gaandeweg leidt Breukel ons langs het lot dat deze zelfde jongeman uiteindelijk zal treffen waarbij hij hem fotografeert op zijn ziekbed, men hem langzaam steeds meer ziet uitdijen waarbij hij uiteindelijk de fase bereikt waarin hij in omvang twee keer zo groot is geworden als gevolg van het voortdurend moeten slikken van medicijnen die hij nodig heeft tegen zijn hersentumor. Doordat Breukel dat laatste beeld veel groter heeft afgedrukt dan de eerdere foto’s komt de uitwerking van het slopende ziekteproces extra hard aan.
Roger Ballen (New York, 1950) heeft een merkwaardige achtergrond als fotograaf. Hij studeerde psychologie en geologie en promoveerde in geo-economie om vervolgens deze vakgebieden de rug toe te keren en te kiezen voor de fotografie. In zijn werk vindt men echter de gelaagdheid van landschappen terug. De tentoonstelling Heart of Darkness valt uiteen in drie thema’s: Platteland (1994), Outland (2001) en Shadow Chamber (2005). Het platteland in Zuid-Afrika werd vroeger geassocieerd met vrijheid en ongerepte natuur waarin de bevolking haar leven kon leiden zoals men wilde. Dat er de afgelopen jaren veel is veranderd, wordt pijnlijk zichtbaar gemaakt door Ballen. We zien voornamelijk blanke gedegenereerde boeren in hun eigen omgeving, ten prooi gevallen aan de armoede, die zich geen raad meer lijken te weten in hun uitzichtloze situaties. Deze serie veroorzaakte behoorlijk veel ophef in Zuid-Afrika omdat ze beelden toont die nog nooit eerder getoond zijn en die men liever ook niet wil laten zien. De overige twee series zijn meer surrealistisch van aard; Ballen zet de beelden naar zijn hand en gebruikt daarin terugkerende elementen als ratten, electriciteitssnoeren en volgekalkte muren. Kenmerkend voor zijn hele oeuvre is de vervreemding die hij in beeld brengt die de kijker naar de strot grijpt en een verstikkende uitwerking op deze uitoefent.
Over Wim T. Schippers (1942) kan ik kort zijn; ik bewonder hem bijzonder om zijn ideeën, zijn werk voor Vpro radio en televisie en zijn pleidooi voor de wederopbouw van het Paleis van de Volksvlijt in Amsterdam. Zijn kunstwerken zijn echter minder aan mij besteed, waardoor ik er weinig woorden vuil aan wil maken. Dit neemt echter niet weg dat de tentoonstelling wel de moeite waard is. Schippers won onlangs de van Looy-prijs 2005 waardoor een overzichtstentoonstelling van zijn gehele oeuvre is samengesteld. Hilarisch is daarbij de video waarop Max Pam een ‘kunstenaarsportret’ heeft gemaakt van de pretentieloze Schippers.
De genoemde exposities zijn nog tot 4 dec. te zien in de Hallen.
Reacties (3)
Stelt weer niet teleur.
Aardig om over na te denken is zo’n extreem contrast als Wim T. Schippers en J. van Looy, den nog net niet moderne schilder/schrijver (maar nog steeds heel bekijkbaar/leesbaar) uit de 19e eeuw. We zijn een stuk gekker geworden, ook door Pim, he he sorry, door Wim.
Bestaat dat nog fotografie? Merkwaardig…
Heerlijke fotografen.
Er loopt veel rond in dat wereldje wat zich van elke menselijkheid heeft ontdaan: sluitertijd en belichtingstijd is het enige wat telt.
Deze twee doen wat fotografie uitmaakt in mijn ogen: vertellen met stilstand.
Dank, Sik!