Bron 1: “Chapo? Die is hier niet. Al jaren niet meer. Sinds hij in 2001 uit de gevangenis is ontsnapt komt hij hier niet. Geen idee waar hij is. Niemand heeft hem ooit gezien.”
Bron 2: “Chapo? Ja, die komt hier nog regelmatig. We weten niet precies waar hij zit, maar eens in de zoveel tijd hoor ik van deze of gene dat hij weer op een feestje is opgedoken. Ik weet in ieder geval zeker dat hij om de zoveel tijd met een helikopter hier in de bergen zijn moeder komt bezoeken.”
Bron 3: “Chapo? Da’s een mythe, man. Die is hier niet, al sinds zijn jeugd niet meer. Dat er hier drugs worden verbouwd is een leugen. Onzin. Mensen wagen zich daar niet aan.”
Bron 4: “Chapo? Nee, sorry, daar wil ik niets over zeggen.”
Bovenstaande quotes komen van inwoners van het plaatsje Badiraguato, in de gelijknamige gemeente. Ze reageren op de vraag of Joaquín ‘El Chapo’ Guzman, de machtigste drugsbaron ter wereld, zich nog wel eens laat zien in zijn geboorteplaats. De jacht op hem is gedetailleerd en goed gedocumenteerd beschreven in het boek The Last Narco van de Amerikaanse journalist Malcolm Beith. Ik wilde het allemaal wel eens van dichtbij zien en heb de afgelopen dagen in Badiraguato en omgeving doorgebracht. Behalve heel veel geruchten word je niet veel wijzer over de huidige stand van zaken omtrent de lokale (anti)held, maar de mysterie en fascinatie over de man wordt er in ieder geval niet minder om.
Badiraguato is een gemeente met ongeveer 35.000 inwoners, verdeeld in enkele kleine plaatsjes en honderden gehuchtjes met soms slechts enkele families. Het is het ruigste deel van Sinaloa. Talloze legendarische drugsbazen zijn er ooit begonnen: Chapo, de broers Beltrán-Leyva, Juan José ‘El Azul’ Esparragoza, Pedron Aviles, et cetera. Qua oppervlak is het een van de grootste gemeentes in Sinaloa, en ook een van de armste van het land. Diep in de bergen, gebrekkig verbonden met deelstaathoofdstad Culiacán door slecht begaanbare wegen, is er vrijwel geen ontwikkeling.
Sinds de Chinezen er in de 19e eeuw opium introduceerde, is de regio het centrum van de Mexicaanse opium- en marijuanabouw. Schattingen lopen uiteen, maar ergens tussen de 90% en 100% van de bevolking in het hoogland is betrokken bij de drugshandel. Voor de lokale bewoners is het vaak de enige optie. Zo ook voor Chapo, die er nu zo beroemd mee is geworden. “Ik ben een boer,” zei hij ooit. Ik twijfel er niet aan dat hij daar zelf ook van overtuigd is. In de sierra, de bergen van Badiraguato, staat landbouw gelijk aan het cultiveren van enervantes, het mooie lokale eufemisme voor verdovende middelen.
Stilte
Voor buitenstaanders zijn de hooglanden een no-go area. Gewapende mannen bewaken de productie van drugs zonodig met geweld. In de buurt van La Tuna, het gehuchtje waar Chapo werd geboren, komt niemand zonder goedkeuring van de narcos. Wie het toch probeert, riskeert zijn leven.
In Badiraguato zelf, de cabecera (zetel) van de lokale overheid, werd drie jaar geleden nog stevig gevochten toen een rivaliserende groep probeerde de regio onder controle te krijgen. Op hetzelfde plein waar ik vanochtend nog stond namen rivaliserende groepen narcos elkaar drie jaar geleden onder vuur met automatische wapens. In de hele regio vielen vele tientallen, misschien wel honderden, doden door drugsgeweld. Sommige gehuchtjes die ik hier heb bezocht zijn, volgens inwoners van Badiraguato door het geweld, compleet verlaten. Badiraguato zelf, met 7.000 inwoners, is relatief veilig door de aanwezigheid van een kleine militaire basis. Maar over Chapo en de drugshandel wordt niet of nauwelijks gesproken. Het is niet makkelijk om mensen te vinden die erover willen praten.
Veilig is het er ook niet. Chapo’s informanten zijn overal. Soms zichtbaar, soms onzichtbaar. Toen ik gisteren met een gids door de bergen rond Badiraguato reed, stapten we uit op een plek met schitterend uitzicht over de bergen (foto boven). Mijn gids glimlachte naar me: “Je ziet ze niet, maar we worden nu bekeken. Ze hebben quads (=viermotorige terreinvoertuigen) en motoren, ze communiceren met de radio. Reken er maar op dat ze daar (wijst naar de verre bergen, in de richting van La Tuna) weten dat jij hier bent.” Of ik me zorgen moet maken? “Laat ik het zo zeggen: ik vind het geen goed idee om verder te rijden.”
Op de terugweg eten we wat. Twee jongens van een jaar of 20 parkeren hun luxe terreinwagen zonder kentekenplaat naast het wegrestaurantje. Ze lopen binnen, beantwoorden onze voorzichtige groet niet en kijken ons een tijd lang vuil en indringend aan. Als ze weer in de auto zitten, pakt een van de twee zijn radio en mompelt iets onverstaanbaars, terwijl hij mijn gids strak in de ogen kijkt. Mijn kompaan wordt onrustig. “Laten we maar teruggaan.” Gelijk heeft hij. Zulke signalen negeer je niet. Niet hier, niet in Badiraguato.
Don Neto
Chapo mag ik dan niet gevonden hebben (niet dat ik er ook maar een seconde aan dacht dat ik de machtigste crimineel van het land tegen het lijf zou lopen), in het plaatsje Santiago de los Caballeros vond ik wel de protserige, barokke tombe (foto onder) van Ernesto ‘Don Neto’ Fonseca, een andere beroemde local die zijn sporen heeft verdiend in de drugshandel en wordt gezien als een vroege leermeester van Chapo. Zie de foto hierboven. De tombe is door Don Neto gebouwd voor hem en zijn familie, maar is nu net zo vervallen als de rest van de regio. Santiago ligt tussen de bergen, niet ver van de grens met deelstaat Durango.
Het is moeilijk om de mysterie en de fascinatie die deze surrealistische regio in een blog onder woorden te brengen. Daarom houd ik het even bij anecdotes, indrukken. Meer volgt.
[jan-albert]
Reacties (4)
En dat is dan ook wel dan wel weer grappig want ze zeggen in Frankrijk ook dan wel is chapo en dan bedoelen ze hoed en dat ze die dan voor je afnemen en dat is grappig want die hoed hebben hun dan helemaal niet op en dat hoeft ook niet omdat het maar een grapje is en daar moet ik dan wel eens om lachen en ik was wel is in Frankrijk en toen at ik allemaal stokbrood en dat knappert wel heel lekker en toen had ik er kaas op en dat was dan brie en zo en die kan je ook halen bij de supermarkt en ook wel in nederland en dan moet je soms wel erg naar de wc daarna en dat heb je soms
Kouwes? Of Ernst-Jan Pfauth na een herseninfarct. Een van de twee moet het zijn.
Meer van dit graag.
Heel graag meer. Bij voorkeur met meer relevante links. Ik ben lui ;)