GeenCommentaar heeft ruimte voor Gastloggers. Dit keer is dat Jay, die recentelijk naar Nieuw Zeeland is verhuisd.
Ruim een week geleden is Christchurch, de tweede stad van Nieuw-Zeeland, getroffen door een zware aardbeving. De beving bedroeg “slechts” 6.3 op de schaal van Richter, maar doordat het epicentrum heel dicht bij de stad lag (en bovendien heel dicht bij de oppervlakte) is de impact enorm.
Tot nu toe zijn 163 doden geteld, verwacht wordt dat dit nog stijgt, tot rond de 220. Hulporganisaties zijn nog aan het zoeken, hoewel de kans dat mensen nog levend onder de puinhopen vandaan komen minimaal is. Vanaf vandaag is de men dan ook overgeschakeld van redding-modus naar opruim-modus.
Op foto’s is te zien dat het hart uit de stad gerukt is. De kathedraal is ingestort, het grootste deel van het zakencentrum ligt in puin: ruim 700 gebouwen in het centrum zullen compleet gesloopt moeten worden, een veelvoud daarvan heeft grootscheeps herstel nodig voor ze weer in gebruik genomen kunnen worden. In de buitenwijken zullen ruim 600 woningen compleet opnieuw opgebouwd moeten worden. Er is sprake van een wederopbouw-prijskaartje van rond de 10 miljard dollar, minimaal.
Intussen leven de inwoners van Christchurch in moeilijke omstandigheden. De infrastructuur is aan gort: basisvoorzieningen als stromend water, riolering en elektriciteit zijn nog altijd verre van vanzelfsprekend, hoewel men wel druk bezig is met het het herstel: 65% van de stad heeft intussen weer water, 80% heeft stroom. Het centrum van de stad is afgesloten: winkels en bedrijven zijn grotendeels dicht. Veel mensen kunnen niet naar hun werk en zitten noodgedwongen niets te doen – niet bepaald de ideale omstandigheden om het gebeurde achter je te laten en de draad weer op te pakken. Daar komt nog bij dat er nog altijd regelmatig naschokken zijn (sinds de grote klap op 22 februari zijn er 48 naschokken geweest met sterkte 4 of meer). Dit veroorzaakt uiteraard angst en onzekerheid bij de inwoners. Velen vluchten naar andere delen van het land, onder andere Wellington, waar, bij wijze van zout in de wonden, de afgelopen 24 uur ook twee duidelijk voelbare aarbevingen zijn geweest – geen schade gelukkig, maar als nieuwkomer hier snap je ineens waar die bijnaam “the shaky isles” (letterlijk “de bevende eilanden”) vandaan komt.
Het hele land is in actie gekomen om te helpen. Horden mensen bieden een logeerbed aan inwoners die tijdelijk onderdak nodig hebben, vrijwilligers staan te trappelen om in Christchurch de handen uit de mouwen te steken, en donaties aan de hulporganisaties stromen binnen. De vraag is echter wel of het genoeg gaat zijn: hoewel Nieuw-Zeeland een relatief welvarend land is is het klein, met een bevolking van slechts 4 miljoen, en de economie is eerder vergelijkbaar met die van Griekenland of Portugal dan met die van Nederland. De ironie wil dat, omdat het land niet als arm bekend staat, de internationale aandacht relatief gering is, en dus ook donaties uit het buitenland veel minder zijn dan voor een aardbeving in, pak ‘m beet, Pakistan. Ter illustratie – het Nederlandse Rode Kruis heeft voor zover ik weet geen mogelijkheid om te doneren ten bate van Christchurch. Dat is wel begrijpelijk – er zijn wereldwijd zoveel rampen, je moet keuzes maken. Maar voor Nieuw-Zeeland is het natuurlijk wel zuur.
Dus wat kun je doen? Momenteel is met name geld nodig. Je kunt via het Britse Rode Kruis of direct via het Nieuw-zeelandse Rode Kruis een donatie doen. Alle bijdragen zijn welkom. Zegt het voort.
Reacties (1)
Er was vandaag ook een klein beetje goed nieuws te melden: de teams die de site van de kathedraal doorzochten hebben hun werk afgerond. Tot ieders stomme verbazing zijn er geen lichamen gevonden (er was verwacht dat er meerdere toeristen in de toren waren ten tijde van de aarbeving).