Allons enfants de la patrie, le jour de gloire est arrivé’- La Marseillaise, Claude Joseph Rouget de Lisle, 1792.
Dat laatste is altijd de vraag. Het Franse volkslied begint in de veronderstelling dat een dag van glorie is aangebroken, maar net zo vaak ging het Franse nationale elftal een dag van tragiek tegemoet. Drama kan ze niet ontzegd worden. Denk aan 1993: De Fransen waren zo goed als geplaatst voor het WK ’94 in de Verenigde Staten. Zij hoefden enkel één punt te behalen uit twee thuiswedstrijden. Tegen Israël werd een 2-1 voorsprong in de laatste tien minuten een 2-3 nederlaag en tegen directe concurrent Bulgarije werd in de 90ste minuut met 1-2 verloren. Weg WK.
In 1996, op het EK in Engeland, werden ze geveld door penalty’s. Op het WK 1998 in eigen land glorieerden ze, met Zidane in een heldenrol, maar daar gingen wel een rode kaart voor de vedette (tegen Saudi Arabië), een verlenging (Paraguay), een penaltyreeks (Italië) en een ongekend productieve dag van een verdediger die nog nooit had gescoord voor zijn land en dat nooit meer zou doen (Thuram, 2 keer in een 2-1 overwinning op Kroatië) aan vooraf.
In 2000 viel de halve finale tegen Portugal op. De penalty voor Frankrijk in de verlenging zorgde voor veel ophef en resulteerde bij de Portugezen na het toernooi in lange schorsingen. De finale mocht er ook zijn: Na een 1-0 achterstand in de 55ste minuut maakte Wiltord in de allerlaatste minuut gelijk. Een kleine 13 minuten later besliste David Trezeguet de wedstrijd met een golden goal.
In 2002 verdedigden Les Bleus de wereldtitel in Zuid-Korea en Japan. Het duurde slechts drie wedstrijden, want in de poulefase werden zij roemloos laatste, achter Senegal, Denemarken en Uruguay. In 2004 verloren zij in de kwartfinale van latere winnaars Griekenland. In 2006 verloren zij de finale na zowel een doelpunt als een rode kaart van Zinedine Zidane. Het opstootje tussen Materazzi en Zidane dat hier aan vooraf ging is misschien wel het beroemdste opstootje ooit. In 2008 vlogen de Fransen eruit na een gelijkspel tegen de Roemenen, een oorwassing van Oranje (yes!) en een kansloze wedstrijd tegen Italië (0-2). En 2010, tsja. Uitgeschakeld in de groepsronde, aanvoerder Evra die namens de spelersgroep de hand opnam tegen bondscoach Raymond Domenech. De daaruit voortvloeiende schorsingen voor Anelka (18 wedstrijden), Evra (5), Ribéry (3) en Toulalan (1) toonden maar weer eens aan dat als de Fransen meespelen, zij er ook alles aan doen om wat lawaai te maken.
Maar dit jaar is het opvallend rustig. En als de Fransen kalm zijn, staat er wat te gebeuren. Onder bondscoach Laurent Blanc is sinds 2010 een nieuwe weg ingeslagen en wonderlijk genoeg is de ploeg nu al een tijdje schandalenvrij. Er wordt dan ook relatief weinig over ze gepraat. Alsof de media de Fransen een beetje zijn vergeten. Slechts Spanje, Duitsland en Nederland worden gezien als kanshebbers voor de titel. En dat is niet terecht. Stiekem is Frankrijk de langst ongeslagen ploeg op het toernooi (19 wedstrijden) en werden gerenommeerde ploegen als Engeland, Duitsland en Brazilië verslagen. In die periode verloren de zogeheten favorieten allen drie keer.
Zolang de focus op het voetbal blijft, zijn de Fransen gewoon een favoriet. Want goed voetballen, dat kunnen die jongens wel. Er mag sinds 2006 op geen enkel toernooi iets klaargespeeld zijn, het land herbergt een surplus aan talent. De combinatie van vedetten (Benzema, Ribéry, Nasri, Malouda) met opkomende spelers uit de Franse competitie(M’vila, Giroud, Martin, Debuchy) maakt de Fransen onberekenbaar en niet te onderschatten. Daarbij is hun poule, met Engeland, Oekraïne en Zweden, overkomelijk en in de kwartfinale volgt bij groepswinst (en er vanuit gaande dat Spanje haar poule wint) Kroatië, Italië of Ierland. Een goede opbouw voor de strijd met de ‘echte’favorieten Spanje, Duitsland en in mindere mate Nederland. We zijn gewaarschuwd.
Dit stuk is geschreven door Michiel Jongsma. Lees het blog Soccer Department voor meer voetbalcolumns.
Foto Flickr cc Olivier.Jeannin