DATA - De aardbevingen in Groningen komen vaker voor en volgen elkaar sneller op, maar zijn niet sterker dan in voorgaande jaren.
2013 was een recordjaar met 127 gasbevingen in Groningen en omstreken. Hoe heeft het aantal bevingen zich ontwikkeld na de eerste beving in Assen in 1986? In de eerste grafiek staan het aantal bevingen per jaar en het voortschrijdend 3-jaars gemiddelde (rode lijn). Het moge duidelijk zijn dat er de laatste jaren een sterke stijgende trend is in het aantal aardbevingen.
Interessant is om ook te kijken naar de tijd die tussen de bevingen zit. Zoals in de tweede grafiek te zien is, zit daar een grote variëteit in. Ook in 2013 duurt het soms nog meer dan tien dagen voordat de volgende zich voordoet, maar een dergelijke pauze is aanzienlijk zeldzamer dan in eerdere jaren.
Als laatste is het waardevol om te weten hoe de kracht van de aardbevingen zich door de jaren heen heeft ontwikkeld. De trendlijn laat zien dat de kracht van de bevingen, met uitzondering van de eerste jaren, redelijk stabiel blijft ondanks eerdere voorspellingen. Maar als het aantal bevingen zo sterk toeneemt als de eerste grafiek laat zien, is dat zeker geen geruststelling.
Met behulp van openbaar beschikbare data (KNMI, Groninger Bodem Beweging, NVM & CBS) onderzoekt Sargasso in een serie artikelen de aardbevingen in Groningen. Zie ook het volledige dossier voor alle artikelen.
Reacties (18)
“Interessant is om ook te kijken naar de tijd die tussen de bevingen zit. “
Is dat zo? Het is immers nogal een afgeleide van het aantal aardbevingen per jaar (of omgekeerd).
@1: Dat betwijfel ik. Ik verwacht dat als de tijd tussen twee bevingen groter is, de spanningsopbouw ook groter is. Het gevolg zal zijn dat de beving zwaarder wordt bij langere tussentijd.
De tussentijd uitgezet tegen de kracht zou zoiets aan moeten tonen. Ik zou dat wel ook doen per tien kilometer kwadrant of zo, ik kan me voorstellen dat een beving in Assen minder gerelateerd is aan een beving in Delfzijl.
@1 Ja dat is zeker interessant. Het aantal aardbevingen zegt nog niet zoveel over de variëteit van de tijd tussen aardbevingen (en dus de regelmaat).
@2 Het is inderdaad aannemelijk dat er een relatie zit tussen tussentijd en kracht. Ik zal eens kijken of die aanname in dit geval ook klopt.
@3: “aannemelijk een relatie tussen tussentijd en kracht”
Uit de cijfers blijkt dat niet, de kracht van de bevingen blijft konstant en in 2013 3X zoveel bevingen als in 2010
Dus de gemiddelde tussentijd is in 2013 veel minder.
@3: In dat geval is het eerste grafiekje het overbodige (want de informatie is ook te vinden in de tweede (waar immers ook de gemiddelde tussentijd in is aangegeven). Overigens moet je al een scherp oog hebben, wil je de verandering in de variatie van de tussentijd goed kunnen uitlezen uit het tweede grafiekje.
@4: Ik zie anders wel veel overeenkomst tussen de lijnen in grafiek 2 en 3 (respectievelijk gemiddelde interval en kracht).
@0: Waar kunnen wij de ruwe data vinden?
Overigens is er de laatste jaren meer aandacht voor de bevingen. Daardoor verbetert registratie (met name van de lichtere bevingen) maar daalt tevens het gemeten gemiddelde. Dat is een bekend effect en daarom moet je voorzichtig zijn met uitspraken als “de sterkte neemt niet toe”.
@4 Dat de kracht grosso modo gelijk blijft bij een toenemende frequentie, wil nog niet zeggen dat er geen relatie is tussen tussentijd en kracht. Ook bij een hogere frequentie kan een iets grotere tussentijd gerelateerd zijn aan een iets hogere kracht. Of dit wel/niet zo is, zal een analyse uit moeten wijzen.
@6 Op de website van het KNMI.
@2:
“Ik verwacht dat als de tijd tussen twee bevingen groter is, de spanningsopbouw ook groter is. Het gevolg zal zijn dat de beving zwaarder wordt bij langere tussentijd.”
Dat is alleen waar wanneer het om dezelfde bron gaat (hetzelfde volume grond dat in elkaar zakt), ik weet niet hoe vaak dat voorkomt.
@0
De trendlijn laat zien dat de kracht van de bevingen, met uitzondering van de eerste jaren, redelijk stabiel blijft ondanks eerdere voorspellingen.
Dat is niet heel raar: aardgas uit de grond halen kan maar een beperkte volumeverandering van een aardlaag per eenheid van oppervlakte opleveren (dus is er ook een beperkte hoeveelheid energie beschikbaar voor een beving), blijkbaar zitten ze in Groningen nu aan die limiet, hoewel in zeldzame gevallen misschien meerdere bevingen tegelijkertijd en dicht bij elkaar elkaar zouden kunnen versterken.
@0 Ik snap niet hoe grafiek 2 handig is (en hoe die precies gedefinieerd is). Begrijp ik het goed dat per meting de tijd tussen de metingen is weergegeven? (En welke tijd, tussen die en de vorige, die en de volgende, of tussen de volgende én de vorige?) Vervolgens snap ik niet waarom je de gemiddelde tijd tussen metingen per meting weer wil geven: gemiddelden zijn namelijke alleen handig als ze bestaan uit samengestelde (meerdere) data. Volgens mij zou je hier dan iets overbodigs doen, enkel om te laten zien dat de lijn in de grafiek (die overigens wél handig is) niet op niks is gebaseerd.
P.S. De data in de grafiek zijn niet verkeerd, ik vind de keuze om die data (met kracht, nota bene) op deze manier in deze grafiek te zetten echter een beetje raar.
@Jaap, heb je ook ergens een linkje naar zoiets, waar je dus de data kan downloaden in een ASCII in .txt format, waarmee het te importeren valt in excel? (En je er dus wat makkelijker zelf mee kan spelen). Of heb je zelf alles over zitten tikken uit het pdfje op die pagina?
@7: 2010 gemiddelde tussentijd = 360/40= 9 dagen
– 2013 gemiddelde tussentijd = 360/120= 3 dagen
terwijl “de kracht grosso modo gelijk blijft”.
Dus een duidelijke afname per dag gemiddeld!
@11 LOL: Richter/dag als eenheid :)
@2, @8 De grootte/sterkte van een beving – en hoeveel tijd/opgebouwde verzakking er nodig is om hem te triggeren – wordt vooral bepaald door de lengte en hoogte van het breukvlak in de schoksgewijs langs elkaar verplaatsende aardlagen. Het gaat (bij iedere beving weer) om het overschrijden van een kritische schuifspanning langs een breukvlak (en daarvan zijn er meerdere rondom het gebied van de onttrekking, de zwakste/sterkst belaste beeft, en welke dat is wisselt steeds). De ‘bron’ van de beving is niet het onttrokken volume, maar zijn de breukvlakken er omheen.
In Groningen zijn het overal relatief kleine breukvlakjes en relatief ondiep. Of je nu snel of langzaam gas verwijderd – de dimensies van de breuksystemen blijven dezelfde. Hierdoor krijg je bij sneller leegpompen vaker aardbevingen, van min of meer dezelfde grootte als bij langzaam leegpompen van het reservoir. De statistische kans op het waarnemen van een maximaal zware aardbeving wordt groter. De fysische limiet die bepaalt wat in Groningen de zwaarst mogelijke aardbeving is verandert er niet door. Er is nu een club die denkt dat de limiet rond de kracht 4 ligt en een andere groep die niet uitsluit dat het naar 5 (=30x zwaarder) of 6 gaat (900x zwaarder).
@13:
Bedankt voor de correctie.
Overigens is weleens het idee geopperd om het lege volume dat het gas achterlaat op te vullen met CO2 gas.
@14:
P.S. aan de hand van het onttrokken volume kun je wel degelijk een maximum berekenen voor de hoeveelheid energie die kan vrijkomen bij een aardbeving want dat kan natuurlijk nooit meer zijn dan de potentiele energie van de “zwevende” aardlagen.
@10 Helaas niet. De afgelopen weken waren de toetscombinaties cmd+c & cmd+v met afstand de meest gebruikte toetscombinaties op m’n computer :-(
@16: Beste Jaap,
Dank voor je artikelen. Heb je niet een fout gemaakt in je database: ik denk dat je teveel gegevens van andere locaties hebt. Op basis van dezelfde KNMI gegevens zie ik geen bevingen boven magnitude 3 tot november 2003 (Stedum). De vroegere bevingen waren bij Alkmaar en Roswinkel of op de Noordzee, niet in het Groninger veld. Daarnaast is de constatering dat de gemiddelde kracht niet toeneemt niet erg bruikbaar, zie het grapje van de statisticus die verdrinkt in een zee van 0,5 meter diep.
@10: Vanaf de server van de Groninger Bodem Beweging waar ook het gasbevingenportaal op wordt gehost (http://www.opengis.eu/gasbevingen) ontsluiten we de volgende twee services die ieder kwartier bijgewerkt worden met nieuwe bevingen vanuit het KNMI.
KML: http://www.opengis.eu/geoservice/bevingen.kml
JSON: http://www.opengis.eu/geoservice/bevingen.json
Verdere verspreiding is geen probleem, het zou daarbij wel fijn zijn om als de referentie de Groninger Bodem Beweging aan te geven.