De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.
Een tegenbeweging tegen de opmars van de fastfood kon natuurlijk niet uitblijven. En eind jaren ’80 was het zover. Vanuit Italië kwam dan eindelijk het langverwachte culinair reactionisme: de slow food beweging was geboren. Waar fast food staat voor goedkoop, mono-cultuur, globalisme, onpersoonlijkheid en ‘one size fits all’ probeert slow food de mensen te verleiden tot localiteit, kwaliteit, multi-culti, persoonlijkheid en exclusiviteit. De beweging is bijzonder succesvol, wat onder andere valt af te meten aan de gigantische hoeveelheid kookprogramma’s op TV. Op dit moment lijkt er een mooie balans te zijn tussen fast en slow food: hordes juppen halen de ene dag een patatje en gaan de volgende dag de keuken in met locale eco-producten.
Het succes van de slow food movement deed ook bij Stefan Agamanolis een belletje rinkelen. De onderzoeker, die zich vooral bezighoudt met digitale media en communicatietechnieken vroeg zich hardop af of er analoog aan de voedsel-revolutie niet ook een vergelijkbare revolutie op het gebied van elektronische communicatie nodig was. Want wanneer we aan onze huidige manier van communiceren over langere afstanden denken komen dezelfde steekwoorden als bij fast food boven. Ook het mobieltje is onpersoonlijk, resultaat van een mono-cultuur en erg algemeen (je gebruikt hetzelfde apparaat om een pizza te bestellen als om je geliefde te bellen).
Agamanolis besloot dat het tijd was voor een ‘slow technology’ movement. Met traag bedoelt hij hier natuurlijk niet de terugkeer naar de postduif, maar het verpersoonlijken van (communicatie)technologie. Locatie en doel van communicatie moeten dicteren wat voor apparaat je gebruikt of hoe dat apparaat moet werken. Of zoals Agamanolis het verwoordde: je hebt toch ook niet één enkele stoel bij je voor ieder zit-moment. Nee, je hebt een bureaustoel, een ligstoel, een zitbank. Voor ieder moment, voor ieder doel een andere stoel, of een ander soort voedsel, of een andere manier van communiceren.
En dus richtte hij, na succesvolle carriere bij onder andere het MIT Media Lab en het Media Lab Europe in het gure noorden van Schotland het Distance Lab op. In dat laboratorium ontwikkelt en onderzoekt Agamanolis en zijn ontwerpers en onderzoekers nieuwe manieren van lange-afstands communicatie.
Eén van de meest extravagante ontwerpen was de zogenaamde Iso-phone. Deze telefoon is niet het kleine mobieltje zoals wij die hebben, maar een grote stalen helm met drie drijvende bollen die je als beller opzet. Je wordt vervolgens in een watertank ondergedompeld waarin je dankzij de drie bollen blijft drijven. Het water is op lichaamstemperatuur, je merkt niks van de zwaartekracht en bent volledig vrij te bewegen en je ziet en hoort niets van de buitenwereld. Op deze manier kan je je volledig concentreren op je telefoongesprek dat je voert in de helm met iemand die ergens verderop in dezelfde situatie zit. Wat blijkt: mensen ervaren de communicatie volledig anders en rapporteren een veel puurder gesprek, zonder invloeden van buitenaf. Sommige mensen bleven spreken op een stream-of-consciousness achtige manier en hadden geen besef van tijd of plaats. Ook het bekende gebaren tijdens het telefoneren werd beinvloed. Nu allerlei fysieke beperkingen wegvielen, bleken proefpersonen vrolijk schoppend en slaand te bellen.
Een ander project van het distance Lab is het Mutsugoto project: een op de film ‘The Pillow Book’ geinspireerd bed met sensoren en lichtprojectoren waardoor door afstand gescheiden partners met elkaar kunnen communiceren door met licht op het bed en op elkaars lichaam te tekenen. De testinstallatie werd tentoongesteld in het kunstmuseum van Osaka.
Ook localisatie (aanpassing van techniek aan lokale behoeften) is een onderwerp bij het distance lab. Zo ontwierp een van origine Spaanse medewerker een traditionele Spaanse waaier waarin zonnepaneeltjes verwerkt waren. Het kleine project toont aan dat traditie en technologische vernieuwing niet per se tegenstrijdige krachten hoeven te zijn.
Uiteraard zal niet iedereen binnen nu en een paar jaar een watertank in z’n huis hebben of met een elektrische Spaanse waaier wapperen. Maar Agamanolis en zijn distance lab medewerkers tonen met deze en andere projecten aan dat er zeker ruimte is voor nieuwe, persoonlijkere manieren van communiceren en het omgaan met technologie.
Reacties (5)
Om te beginnen: ik lees GC ook omdat er stukjes zoals dit op staan. Je moet even de tijd voor nemen om te lezen en de links te bezoeken, en dat is er dan ok zo goed aan, dat “even de tijd nemen”.
De creativiteit van Agamanolis en de zijnen kan ik wel waarderen. De toegevoegde waarde zie ik vooralsnog alleen in die artistieke spitsvindigheden.
Gadget als die waaier en dat communicatieve bed zijn leuke vondsten, maar het voegt niets toe aan oplossingen voor problemen die slow food wel denkt te bieden.
Het zet je wel aan het denken over onze onderlinge communicatie op zich.
Dat idee van dat bed bijvoorbeeld, bracht me wel op de gedachte bij de volgende reis mijn parnter maar wel mee te nemen. Uiteindelijk zal dat toch essentiëler dichterbij zijn, dan welke virtuele oplossing dan ook.
Allereerst bedankt voor de vriendelijke woorden :)
Inderdaad is het echte praktisch nut van bovengenoemde ‘gadgets’ lastig te bepalen. Ik heb het idee dat Agamanolis en de zijnen het ook vooral gebruiken als publicatie-generatie. Maar ze ontwikkelen bijvoorbeeld ook apparaten om op afstand medische monitoring te doen. En dat is erg populair en toepasbaar.
Maar inderdaad, er gaat toch weinig boven fysiek contact :)
Victor: ja, dat ook. Maar het “communiceert” veel makkelijker.
Geen afgebroken gesprekken omdat je je mobieltje hebt vergeten op te laden, geen gedoe van een eerst een soort duikerspak met bolletjes aantrekken en, zaols bekend, betsaat communicatie uit meer dan woorden alleen.
Om een woord te duiden helpen houding en oogopslag een aardig handje mee.
Okee, de vondsten van Agamanolis zijn bedoeld voor als een gesprekspartner juist niet in de buurt is.
De gechiedenis laat zien dat de introductie van de telegraaf, de telefoon, tot aan gsm en webcams toe, de wereldwijd verspreide mensen niet dichter bij elkaar hebben gebracht, als het gaat om wederzijds begrip.
Dat kan aan “de mens” zelf liggen. Als dat zo is mogen we hopen dat technologie wel oplossingen kan bieden. Mijns inziens moeten er dan ook geen snufjes bedacht worden die mensen feitelijk uit elkaar houdt.
Aan de andere kant lijkt het er wel op dat bijvoorbeeld de ‘rode telefoon’ tussen het Witte Huis en het Kremlin een positieve uitwerking gehad heeft op de wereld.
En dat je naar huis kan bellen/skypen/msnnen met het thuisfront als je aan de andere kant van de wereld zit, zal de zielerust ook alleen maar goed doen toch? Je moet er niet aan denken de vriendin van Columbus, Marco Polo of Darwin te zijn.
Verrek, daar heb je een punt.
Hoewel ik me ook kan voorstellen dat sommigen van heimwee en/of verdriet om degemiste geliefde uit chagrijnigheid hier en daar een volkje hebben gedecimeerd.
Maar goed, werk aan de winkel voor Agamanolis. Als het men in het Wiite Huis of het Kremlin de hotline oppakken, verandert hun kantoor automatisch in een gezellige kroeg en meent men als stamgasten onder elkaar te zitten.
Dat zal de besprekingen een heel andere wending geven.
Terzijde: raar dat dit “communicatie”-topic de rest van de lezers blijkbaar weinig interesseert.