De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.
Op de jaarlijkse Human-Robot Interaction conferentie heeft een team van studenten van de Universiteit van Amsterdam afgelopen weekend de publieksprijs voor best ontworpen robot gewonnen. De acht deelnemende teams van over de hele wereld construeerden hun robot met dezelfde set bouwsteentjes: een Lego Mindstorms pakket, aangevuld met wat extra sensoren met een totale waarde van slechts 250 dollar. Het UvA-team gebruikte de middelen om “Phobot” te bouwen, een robot die menselijke angst nabootst.
Als Phobot een andere robot ziet, of een ander angstaanjagend object tegenkomt stijgt zijn interne ‘angstniveau’ plotseling naar maximale waarde: Phobot deinst dan terug en hij zet een angstig gezicht op. Het angstniveau daalt vervolgens maar heel geleidelijk. Dit proces kan versneld worden door zachtjes tegen hem te praten en zijn robothandje vast te houden. De robot is ontworpen om kinderen te helpen van hun fobieën af te komen. Ze kunnen zien dat niet alleen zijzelf bang zijn voor iets, maar dat Phobot hun angsten deelt en dat hij er van af kan komen. Het gebruikt daarmee bestaande theorieën uit de psychologie om fobieën te verminderen. De angstig terugdeinzende Phobot spreekt erg tot de verbeelding, zoals je ook kunt zien in dit filmpje.
GeenCommentaar sprak met Phobot-teamlid Henriette Cramer over Phobot:
GC: Allereerst gefeliciteerd, hadden jullie van tevoren verwacht dat jullie in eigen huis (de HRI conferentie was in A’dam) goede kans maakten om de prijs te winnen?
Henriette Cramer: Van te voren verwacht je dat natuurlijk niet. De competitie was erg goed. De pot bot van Carnegie Mellon was bijvoorbeeld een erg leuk en artistiek idee. Ook waren we onder de indruk van de bouwkunsten van een groot gedeelte van de andere teams. Het is na zulke goede ideeën gezien te hebben natuurlijk wel erg leuk als je wint.
GC: De Phobot die de prijs gewonnen heeft is natuurlijk nog maar een prototype. Wat zou er moeten gebeuren aan jullie robot om hem echt inzetbaar te laten zijn in een therapeutische setting? En wat is het voordeel van robots hier boven bestaande methodes?
HC: Allereerst moet ik zeggen dat dit een eerste, erg beperkte exploratie is van het idee dat robots wellicht zouden kunnen helpen in de ondersteuning van mensen met angststoornissen. Mochten robots hier daadwerkelijk bij kunnen helpen, dan zou zo’n robot bestaande methodes niet moeten vervangen. Het zou wellicht een aanvulling kunnen zijn, naast een reguliere behandeling. Een voordeel van is dat mensen wellicht zelfstandiger samen met de robot aan de slag kunnen naast bijvoorbeeld therapie. Ook zou technologie binnen bepaalde grenzen informatie over voortgang van de behandeling en moeilijke momenten kunnen bijhouden en die naar de behandelaar kunnen communiceren.
Een concept zoals Phobot zou veel verder ontwikkeld moeten worden en moeten aansluiten bij de inzichten vanuit psychologisch onderzoek naar angststoornissen. Sterker nog, om echt een bijdrage te leveren zou je het concept moeten loslaten en weer ?blanco moeten beginnen? met het raadplegen van psychologie en psychiatrie experts om te kijken of, en waar, technologie een ondersteuning kan vormen. Ontwikkeling van geschikte hulpmiddelen kan maar heel moeilijk zonder hun input plaatsvinden. Het is niet gezegd dat bijvoorbeeld het Phobot concept ook ?in de echte wereld? goed zou werken, daar is uitgebreid onderzoek voor nodig. Misschien is er bijvoorbeeld geen robot nodig, maar zou heel andere technologie wel kunnen helpen.
Op de HRI’08 conferentie was wel al een hele workshop over therapeutic en assistive robots. Er wordt ook bijvoorbeeld al op een aantal plekken serieus onderzoek gedaan naar de interactie tussen autistische kinderen en robots, waarbij robots sociaal gedrag modelleren.
GC: Denken jullie dat we aan de vooravond staan van een invasie van de robots in ons dagelijks leven? Is jullie robot daar een goed voorbeeld van?
HC: Het woord ‘invasie’ klinkt wel heel erg dreigend, maar we zullen meer en meer robots gaan tegenkomen. Ik denk dus wel dat robots een grotere rol gaan spelen, maar dan hoef je niet perse te denken aan hoog intelligente robots. Ook veel simpeler ‘apparaten’ vallen onder het kopje robots. Robots hebben potentie om mensen te helpen en zowel een praktische als sociale functie te vervullen, waarbij de vorm van de robot zal moeten aansluiten bij hun taken. De stofzuiger robot Roomba is een voorbeeld van een robot die al in veel huishoudens een dagelijkse rol vervult en ook Aibo zullen veel mensen al lang kennen.
GC: Jullie hebben allemaal als prijs een lego mindstorms pakket gekregen: wat is de volgende robot die je hiermee gaat bouwen?
HC: We zijn heel blij dat we Phobot mochten houden, stiekem hebben we toch een beetje een band met het robotje gekregen. We houden Phobot nog even heel, tot we het bouwplan netjes hebben genoteerd en dan nog zal het een beetje pijn doen alles uit elkaar te halen :) . Misschien kunnen we wel meerdere lego botjes met elkaar laten communiceren, of de affectieve interactie met de gebruikers kunnen uitbreiden, dat lijkt me ook leuk om uit te proberen. Precies weet ik het nog niet; Phobot is nu nog even prima gezelschap.
Reacties (2)
Wauw! Ik wil ook een Phobot die nog banger is dan ik!
Het is indrukwekkend hoe knap ze menselijke eigenschappen in robots kunnen nabouwen. Ik kan me voorstellen dat zelfs een wetenschapper als Henriette uiteindelijk een band met zo’n beestje krijgt…
Wie weet kunnen we over een jaar of tien gewoon een robot nemen in plaats van kinderen krijgen. Misschien wel dé oplossing voor de overbevolking van de aarde…
En zoals één van de nujij-reageerders al zei: er is ook wel een Nederlandse politicus te bedenken die je een weekje met phobot zou gunnen om van hun buitenlander-fobie af te komen.