Wilders is een valse concurrent

OPINIE - Wilders heeft geen partij. Maar dat schijnt de echte politieke partijen in Nederland niet te deren. VVD, NSC en BBB gaan met Wilders om alsof hij een gewone politieke partij vertegenwoordigt. Maar hij is alleenheerser in een partij met twee leden (hijzelf en een Stichting waarvan hij het enige bestuurslid is). Hij beslist zonder enige bemoeienis van zijn achterban over programma en kandidaten. Hij dicteert als enige wat er naar buiten komt. Hij beheert de financiën en weigert daarover openheid te geven. Waarom behandelen politici en media Wilders als een normale collega? Nu hij van schreeuwer aan de zijlijn in één klap kandidaat-premier is geworden zou je verwachten dat er van zijn bijzondere status een punt wordt gemaakt door zijn potentiële coalitiepartners. Maar daar is (nog) niets van te zien. Zijn er dan geen regels voor politieke partijen?

Nee, die zijn er niet of nauwelijks. In de Kieswet worden geen eisen gesteld aan het aantal leden van een politieke groepering, respectievelijk vereniging, noch aan de interne organisatie ervan, schrijft de Kiesraad. De enige toets voor de registratie van een naam die bij de verkiezingen op het stembiljet komt is een notariële akte waarin staat dat er sprake is van een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid. De vereniging moet voldoen aan de formele wettelijke eis dat deze twee oprichters heeft en minimaal één lid. Een aldus als ‘partij’ geregistreerde groepering kan in aanmerking komen voor subsidie als ze minimaal duizend leden heeft. Wilders heeft daarvan afgezien.

Verder is er een wet op de financiering van politieke partijen (Wfpp) die in 2022 nog is gewijzigd met een verbod op buitenlandse giften en restricties ten aanzien van de hoogte van de jaarlijkse giften van een donateur. Wilders heeft zich altijd tegen deze wet verzet. Hij beschouwde het als een ‘een anti-PVV wet’, schrijft de Nijmeegse hoogleraar Paul Bovend’Eert (1). Hij constateert vervolgens dat Wilders ‘de daad bij het woord heeft gevoegd en met succes de wettelijke regeling heeft omzeild en in geen enkel opzicht de door de wetgever beoogde transparantie van inkomsten en uitgaven heeft geboden.’ Ik heb niet kunnen achterhalen of daar al iets aan is gedaan. Berichten over vermoedens van buitenlandse financiering van de PVV (en FvD) suggereren dat er van de gewenste transparantie tot op heden niets terecht is gekomen.

Vrijheid

Waarom kan Wilders in de Nederlandse politiek zijn gang gaan als directeur-eigenaar van een particuliere BV? Het antwoord is redelijk eenvoudig: vertegenwoordigers van politieke partijen hebben in een democratie de belangrijke taak om de overheid te controleren en daarom is het niet goed dat diezelfde overheid via regels grip krijgt op haar ‘controleurs’. Staatsrechtgeleerden wijzen op een sinds jaar en dag bestaande opvatting op dit punt: de non-interventie van de overheid inzake de wijze waarop burgers zich organiseren en laten representeren. Een te respecteren standpunt in een liberale democratie. Vrijheid voor de burgers om hun eigen wijze van politieke participatie te kiezen is een groot goed. In een bundel van het Montesqieu-instituut over een nieuw wetsvoorstel voor een Wet op de politieke partijen schrijven Voerman en Van Leunen (2):

‘Zolang de toegang tot het speelveld vrij is, is het niet nodig de structuur van een partij dwingend vast te leggen (…) zelfs wanneer dat laatste zou betekenen dat een partij geen leden wenst toe te laten en haar bestaansrecht uitsluitend uit de steun van de kiezers blijkt. Cruciaal is wel dat er vrijheid van organisatie bestaat, zodat kiezers die zich buitengesloten voelen een vergelijkbare partij kunnen oprichten die wel aan hun organisatorische voorkeuren voldoet(…) Regelgeving dient zich te beperken ot het strikt noodzakelijke, met name tot het terrein van de partijfinanciën –maar daar dan ook veelomvattend, zoals het waarborgen van transparantie ten aanzien van donaties (zodat kiezers kunnen weten waar de inkomsten van partijen vandaan komen) en de maximering daarvan (waardoor er voor de partijen een gelijker speelveld ontstaat).’

Gelijkheid

Het gelijke speelveld. Ook een mooi liberaal principe. Maar juist hier loopt het non-interventieprincipe op zijn grens. Vrijheid van burgers is een onmisbare waarde in een democratie. Maar gelijkheid ook. En daar is naar mijn mening wel wat op af te dingen in de huidige politieke situatie in Nederland. Kijk naar het viertal dat nu aan tafel zit voor de formatie van een nieuw kabinet. Drie partners hebben een achterban van leden die er van alles van vinden. Hun partijen zijn voor de media min of meer een open boek. De leiding ligt onder een vergrootglas. De keuze van zowel volksvertegenwoordigers als bestuurders is gebonden aan overleg en procedures waarover verantwoording moet worden afgelegd.

Ook over de partijfinanciën moet verantwoording worden afgelegd. Transparantie is hen in de mond bestorven, afgedwongen misschien en nooit volledig gerealiseerd, maar toch. En kijk dan naar hun gesprekspartner. Verantwoording kent Wilders niet, openheid evenmin. Wilders bepaalt als enige wat er naar buiten komt. Hij roeptoetert leuzen die het goed doen bij zijn achterban, maar hoeft zich op geen enkele manier zorgen te maken over de mogelijkheid dat iemand hem tegenspreekt. Zijn verkiezingsprogramma is een eenmansproduct dat hij als het hem uitkomt zonder verdere discussie kan laten vallen. Is hier sprake van een gelijk speelveld? Nee, dus.

Het pijnlijke is dat de abnormaliteit van Wilders in dit ongelijke speelveld geen punt van discussie is, als we af mogen gaan op het verslag van Plasterk en het Kamerdebat dat daarover is gevoerd. Waarom heeft niemand dit aan de orde gesteld? Er waren twijfels over eventuele schendingen van de grondwet. Hebben we ook niet veel meer over gehoord, trouwens. Maar hier is een nieuwe regering in de maak waarin een alleenheerser het hoogste woord mag voeren. Realiseren we ons wat hier gebeurt? Het kenmerk van een dictator (Poetin, Orbán, Erdogan, ik ga maar niet verder terug) is dat hij geen gelijk speelveld duldt en de concurrentie met alle mogelijke middelen zal proberen uit te schakelen. Heeft Omtzigt als hoeder van het staatsrecht hier niets over te zeggen? Ik heb het hem per mail gevraagd, (nog) geen antwoord gekregen.*

Ik begrijp dat de huidige wetgeving het allemaal toelaat. Maar moeten we dit dan zomaar laten lopen? Een alleenheerser in het hart van ons landsbestuur? Dus, Pieter, doe iets. Eis van Wilders dat hij een normale politieke partij vormt of laat hem vallen als coalitiepartner. Nu kan het nog.

*Update: in reactie op het toezenden van dit artikel schrijft zijn medewerker: ‘We beschouwen de partij van dhr. Wilders ook niet als normale partij met een partijstructuur zoals we in Nederland bij de meeste partijen kennen. We hebben onze bedenkingen bij de structuur ook al genoemd in de eerste brief aan de verkenner op 23 november 2023.’ En toen…..?

(1) Politieke partijen als anomalie van het Nederlandse staatsrecht, Hansko Broeksteeg en Ronald Tinnevelt (red). Wolters Kluwer/Radboud Universiteit, 2015

(2) Wie regelt, beperkt? De ontwerp-Wet op de politieke partijen en de traditie van het non-interventionisme. Gerrit Voerman, Gohar Karapetian en Sam Maasbommel (red.). Deel 22 van de Montesquieu-reeks, 2023

+23

Reacties (4)

#1 F.A.Suwijn

Dat is al zo vaak herhaald, en met instemming begroet door zelfs hen die in Wilders zijn. En toch laat men het bijna stilzwijgend voorbij gaan als een wond waarvan het korstje vanzelf wel zal afvallen.

  • Volgende discussie
#2 Eric

Laat andere partijen maar beginnen de wet zo aan te passen dat een interne democratische structuur een vereiste wordt ongeacht de verdere organisatie.

Dat kan in Duitsland ook en alle overige partijen die in de tweede kamer zitten zijn, voor zover ik weet, intern democratisch georganiseerd dus dat moet te regelen zijn. Zelfs in de grondwet. Dan zaag je tenminste direct aan de stoelpoten van de grote geert zonder op het voortschrijdend inzicht van de pvv kiezer te hoeven wachten.

Prachtig campagneonderwerp ook, dan kan je het steeds over mogelijk foute buitenlandse invloed hebben en partijen die niet te controleren zijn en dan allemaal tegelijk naar naar de grote geert kijken in het tv-debat.

Dat shot komt gegarandeerd in het journaal en op de voorpagina van de krant. De pvv kiezer heeft het tot nu toe allemaal weinig uitgemaakt maar allicht daalt dan bij een aanzienlijk deel daarvan het idee in dat dit een serieus probleem is.

El grandísimo en zijn ploeg van volgelingen hebben nu wel genoeg kunnen freewheelen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#2.1 Jos van Dijk - Reactie op #2

Dat kan in Duitsland ook

Wat bij onze buren van de geschiedenis is geleerd schijnt hier al vergeten te zijn

#3 Eric

@Jos 2.1 Dat leerproces hebben we niet zelf doorgemaakt. Het is niet dat het nooit ter sprake komt maar als daar in Nederland aan gedacht wordt is de algemene conclusie maar al te vaak dat het de moffen waren en een enkele Nederlander collaboreerde.

Dat half Nederland gewoon mee werkte en een flink deel daarvan met genoegen zijn we gemakshalve maar een beetje vergeten toen in mei 45 iedereen in één keer in het verzet zat. Nederland was bevrijd, Duitsland was bezet en kon daardoor niet zo makkelijk verdergaan zonder aanpassingen.

Hoe goed je ook overeenkomsten kan vinden, je kan het ook niet gebruiken. Als je de tweede wereldoorlog erbij haalt sluit iedereen zijn oren en gaat vol op het orgel dat het een schande is dat je die vergelijking maakt want mijn opa etc.

Dat leidt alleen maar af van het punt dat je wilde maken, de beste manier om de volgelingen te overtuigen is ze de juiste informatie blijven geven om tot de juiste conclusie te kunnen komen. Anders schieten ze in de verdediging en worden ze nog blinder voor wat ze toch al niet wilde zien.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie