Weense meisjes en likeurbonbons: over de Alkmaarse chocoladefabriek Ringers (1905-1970)

Foto: copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

De beste chocolade van Nederland, dat wilde de jonge banketbakker Hendrik Ringers gaan maken en daarom reisde hij in 1901 naar Zwitserland om bij het beroemde chocoladehuis Cailler in de leer te gaan. Via Parijs kwam hij vier jaar later terug naar Nederland en begon hij een chocoladefabriek in Alkmaar. De bonbons die Hendrik Ringers maakte smaakten verrukkelijk, al lukte het hem niet direct om het bedrijf winstgevend te krijgen. Daar kwam verandering in toen zijn broer Theo in de zaak kwam werken en het cijfermatige werk overnam; vanaf dat moment ging de handel voor de wind. In de jaren twintig werd er een nieuwe fabriek neergezet, de Historische Vereniging Almaar vecht nu voor behoud van het gebouw. De fabriek van Ringers groeide snel, er kwam een tweede vestiging in Rotterdam, maar na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om het productieproces in Alkmaar te concentreren.

De chocolade van Ringers werd wereldberoemd. Vooral de kersenbonbons en de likeurbonbons, maar ook hun sinaasappel-chococolades, zoals Orlacta en de Sina-schilletjes moeten heerlijk zijn geweest. In 1928 werd de Amsterdamse chocoladefabriek De Bont & Leijten uit Amsterdam overgenomen, vanaf dat moment kreeg Ringers ook koosjere chocolade in zijn assortiment. Een ander bekend product was de chocolade voor diabetici. De producten van Ringers waren duurder dan de chocolade van andere merken, daarom moesten de vertegenwoordigers van de fabriek veel kennis hebben over het productieproces.

‘Niets schaadt het verkoopgesprek meer dan de algemeenheden zonder inhoud, niets werkt overtuigender dan kennis van zaken’

 

 

Vanwege het vooruitstrevend sociaal beleid van de fabriek wordt Hendrik Ringers tegenwoordig gezien als een van de economische aardvaders van ons land. Ondanks de goede arbeidsvoorwaarden was het regelmatig een groot probleem om aan geschikt personeel te komen. Alkmaar was geen industriestad en werken in een fabriek was niet populair. Zeker in de beginjaren van de chocoladefabriek hadden ouders liever dat hun dochter ergens dienstmeid werd. Johan Ringers, de zoon van Theo, werd na verloop van tijd hoofd personeelzaken en hij ontwikkelde een modern personeelsbeleid. Werknemers kregen opleidingen, er was een psychologische dienst, de wanden van de fabriek werden in warme kleuren geverfd en elk meisje kreeg een eigen werktafel. Bij het selecteren van personeel werden psychologische tests gebruikt er werd kritisch beoordeel of een inpakmeisje snel en behendig was:

‘Beter geen meisje, dan een meisje dat het werk ophoudt’

De inpaksters werden beloond volgens merit-rating. De werkneemsters kregen een standaardloon voor het minimale aantal dozen dat ze moesten inpakken. Als ze meer dozen inpakten, dan kregen ze een premie, bleven ze onder de norm, dan kregen ze het standaardloon. Uit onderzoek in de jaren vijftig zou zijn gebleken dat de algemene ontwikkeling van de werkneemsters van Ringers 15% hoger lag als bij de arbeidsters in een Twentse textielfabriek, maar of dit enkel aan het personeelsbeleid van Ringers is toe te schrijven?

 

 

Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebrek aan goed personeel zo nijpend, dat er besloten werd om meisjes uit het buitenland te halen. De eersten kwamen uit Brussel. Zij kwamen in 1947 enkele weken de inpakafdeling versterken. Later kwamen er vijfendertig meisjes uit Wenen. Ringers schakelde ook vrouwelijke gedetineerden in uit de strafgevangenis van Alkmaar. In 1950 kwam er nog eens een ploeg meisjes uit Oostenrijk. Zes jaar later wilde de fabriek honderd jonge vrouwen uit Denemarken aanstellen, maar hiervoor kwam geentoestemming uit Den Haag.

In de bonbon- en chocoladefabriek bleef kwaliteit tot het einde het parool. Er werden wel 1500 roducten gemaakt, zowel machinaal als met de hand. Door de oprukkende massaproductie kon Ringers de concurrentie niet langer bijbenen. In 1970 werd de fabriek overgenomen door Droste.

Bij Ringers werden ook suikerwerken gemaakt. Op de tentoonstelling zijn bijzondere creaties te zien die de tand des tijd goed hebben overleefd. Bezoek de tentoonstelling en vergaap je aan de suikerkunstwerken en prachtige bonbondozen en snuif ondertussen de zoete chocoladegeur op. Als je in historisch personeelsbeleid geïnteresseerd bent, dan is een bezoek aan de tentoonstelling over Ringers eveneens een aanrader.

Via de website van het museum kun een sollicitatietest doen. Zo kun je te weten komen welke werkzaamheden in de chocoladefabriek het beste bij jou passen. Voor mij was de uitslag: ‘baas decoratie suikerwerken’

De VARA zond een interessante radiodocumentaire uit over de Ringerstentoonstelling.

RINGERS – De Alkmaarse Chocoladefabriek, tot 4 maart 2012 in het Stedelijk Museum Alkmaar

foto’s: Stedelijk Museum Alkmaar

Reacties (2)

#1 about:

Ha leuk, ik word ook baas decoratie suikerwerken. Zullen we elkaar moeten bazen, of komt er nog iemand anders bij?

  • Volgende discussie
#2 Kyra

Misschien dat we de baan kunnen delen? Anders doe ik de sollicitatietest nog een keer.

  • Vorige discussie