Een kwartiertje voor de vergadering, mail ik mijn twee Iraanse medewerkers met het verzoek of ze zich stipt op tijd in mijn kantoor willen melden. Normaal gesproken komen ze vijf minuten te laat. Soms voeren we filosofische gesprekken over de vraag of vijf minuten te laat komen niet een contradictie is. Een van hen heeft ooit de stelling verdedigd dat vijf minuten te laat eigenlijk te vroeg is.
Deze keer zal een onderzoeker van Harvard per telefoon aan het gesprek deelnemen en ik wil hem niet laten wachten. In zijn tijdzone is het zeven uur in de ochtend.
Een minuut voor aanvang melden de twee medewerkers zich in mijn kamer.
‘Hoe gaat het?’ vraag ik.
‘Gaat wel,’ zegt een van hen bedeesd.
Vroeger dacht ik dat er iets mis was wanneer hij dit antwoord gaf. Inmiddels weet ik dat het Nederlandse standaardantwoord, ‘Goed’, hem onbegrijpelijk voorkomt. Hoe kun je ooit je leven samenvatten met het woord ‘goed’? Na enkele experimenten in de eerste maanden van zijn aanstelling, heeft hij geconcludeerd dat ‘gaat wel’ het meest handzame antwoord is.
Wanneer ze klaar zitten met hun laptop op schoot, grinnikt hij. Ik vraag wat er grappig is.
‘Ik zie net je mail,’ zegt hij.
‘En toch ben je voor het eerst op tijd,’ zeg ik. ‘Heel interessant.’ Onder het mom van ironie indoctrineer ik hen met onze lokale tradities als punctualiteit en het veinzen van belangstelling voor de medemens. Ik constateer dat de indoctrinatie zijn vruchten begint af te werpen.
‘Ik ben eerder vanwege onze gast. Het leek me onbeleefd om hem te laten wachten.’
‘Aha,’ zeg ik. ‘Dus als ik het goed begrijp is het onbeleefd om een gast te laten wachten, maar niet om je baas te laten wachten.’
Hij schiet in de lach. Een hoog, enigszins manisch geluid, met een zweem van paniek. Hij kijkt me taxerend aan.
Dan zegt hij: ‘Jij bent extended family. Bij familie kun je nooit te laat komen.’
‘Aha.’ Ik schik de vergaderstukken. ‘Vermoedelijk is dat een compliment,’ zeg ik tegen niemand in het bijzonder.
De indoctrinatie schrijdt voort, maar het is nog onduidelijk bij wie.
Meer bij Bijzinnen.
Reacties (9)
Het volgende stukje (‘goedkope generalisaties’) op je blog is ook best aardig.
@gronk
‘best aardig’ als in ‘gaat wel’?
als we toch bezig zijn: ik kende een kunstenaar die vreselijk op z’n pik getrapt was als iemand z’n werk ‘leuk’ vond. Je moest het geweldig vinden of haten, maar ‘leuk’ was zo’n ontwijkend nietszeggend antwoord…
persoonlijk antwoord ik meestal op de vraag ‘alles goed?’ dat ik ‘alles’ toch wel een heleboel vind…
Ik heb hetzelfde probleem met “Hoe gaat het?” en “Alles goed?”
Mensen willen immers het echte antwoord toch niet weten.
Ik herken die geveinsde interesse en onderken het ontwijkende dat er van die antwoorden uitgaat maar vind het niet erg. Integendeel, lekker makkelijk. Vrienden/familie zullen het toch wel merken als je je problemen wilt bespreken en anders zeg je het ze. Maar oppervlakkig contact an sich is niet erg, zeker niet met bijv. collega’s.
Leuk om te lezen over andere gedragsnormen in andere culturen:)
@piet: ‘best aardig’ als in ‘de moeite waard om te lezen’.
@3 Ludieke antwoord-tip voor Alles goed? is Nee, twee fout..
Nog flauwer op Hoe gaat het? wordt dan Ik heet geen Hu.
@6
Alles goed? – Nee, twee fout..
LOL bedankt voor de tip – ga ik uitproberen
Irritant, die bazen die verwachten dat je al hun mailtjes binnen een kwartier leest. Ik ben blij dat ik niet meer op kantoor werk.
Verder een leuk stukje, hoor.
ook flauw maar waar gebeurd:
we stonden bij de afrit van een benzinestation.
ik op de passagiersstoel, de bestuurder vraagt: ‘piet, gaat het?’ ‘Ja hoor’, zei ik.
En toen zaten we op een haartje na onder een grote truck met oplegger die van links kwam….