De economische crisis is het gevolg van een onbegrensd optimisme en verminderd risicobesef, zegt econoom Jaap van Duijn in deze gastbijdrage. Na dertig jaar schulden maken, is de koek op, ook in Nederland. Om de crisis te bestrijden en de schuldenberg te verkleinen, moet de burger zich weer bewust worden van de risico’s die aan lenen zijn verbonden.
De huidige economische neergang begon in 2007 als een kleine crisis op de Amerikaanse markt voor ‘sub-prime’-hypotheken. Dit type hypotheek werd verstrekt aan huizenkopers met een slechte kredietgeschiedenis of die feitelijk onvoldoende inkomen hadden om voor een hypotheek in aanmerking te komen. Banken verschaften deze groep toch geld vanuit de veronderstelling dat de huizenprijzen alleen maar zouden stijgen, zodat de lener uiteindelijk gemakkelijk zijn schuld zou kunnen aflossen. De hypotheekbanken zagen dan ook weinig risico in het uitlenen aan marginale klanten.
De schuldenlast stijgt versneld vanaf de jaren negentig
Vanaf begin jaren tachtig begint de schuldenlast – behalve hypotheken ook een veelvoud aan andere leningen- in Nederland en de andere westerse landen voortdurend te stijgen. Aanvankelijk verloopt de stijging geleidelijk, maar in het midden van de jaren negentig treedt er een versnelling op. De totale schuldenlast van bedrijven, gezinnen, banken en overheden stijgt tot nooit eerder bereikte niveaus.
Een puur economische verklaring voor de stijging van de schuldenlast is de renteontwikkeling. Het is niet voor niets dat schulden vanaf 1981 absoluut en relatief (ten opzichte van het bruto binnenlands product) toenemen: vanaf dat jaar gaan namelijk overal ter wereld de rentes dalen. Lenen wordt steeds goedkoper. In Nederland was de 10-jaarsrente in het najaar van 1981 opgelopen tot 12 procent, het hoogste niveau sinds de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Onlangs is een nieuw laagterecord gevestigd: 2,2 procent.
De daling van de kapitaalmarktrente werd mogelijk gemaakt door de gestaag afnemende inflatie, maar er was meer. Niet alleen de nominale rente daalde, ook de reële rente (nominale rente min inflatie) ging omlaag. Was de reële rente in Nederland in het midden van de jaren tachtig nog 6 procent, nu is ze vrijwel nihil. De sterke daling van de reële rente duidt op een sterk afnemend risicobesef. De reële rente is te zien als de vergoeding die beleggers eisen – bovenop de gevraagde vergoeding voor inflatie – voor het beschikbaar stellen van hun kapitaal. Die rente daalde van twee kanten: de inflatie nam af én de gevraagde risico-opslag nam af. Lenen en uitlenen werden als steeds minder riskant gezien. Dat afnemend risicobesef werd in de jaren negentig gevoed door de internethausse en de ‘nieuwe economie’. Niet voor niets bereikte het consumentenvertrouwen in Nederland zijn hoogste niveau ooit in januari 2000. Een nieuw millennium was aangebroken en recessies behoorden tot het verleden.
Schuldenexplosie door gezinnen en banken
De huizenhausses die in veel landen vanaf 1995 ontstaan, waren een gevolg van onbegrensd optimisme en van verlies aan risicobesef. De alsmaar oplopende huizenprijzen versterkten de blijmoedigheid alleen maar. Banken gingen nog gemakkelijker uitlenen, omdat het onderpand alleen maar meer waard leek te worden.
Soms loop je langs de afgrond en val je er in. Vaker komt het voor dat het lopen langs het randje zoveel schrik geeft dat het gevaarlijke pad tijdig wordt verlaten. Een crisis zoals die ons getroffen heeft, was niet per se onvermijdelijk. We zullen nooit weten wat er gebeurd was als de Amerikaanse overheid de zakenbank Lehman Brothers wel had gered. Duidelijk is dat veel leed was voorkomen als de banken in de westerse landen net zoveel vermogensbuffers hadden gehad als ze veertig jaar geleden gewoon waren te hebben, als centrale banken de rentes eerder hadden verhoogd en strenger toezicht hadden uitgeoefend. De crisis was niet het gevolg van een aardbeving of een tsunami.
Het was ook niet zo dat alle partijen aan de schuldenexplosie bijdroegen. De bedrijvensector had, toen de crisis uitbrak, relatief gesproken minder schulden dan tien jaar daarvoor. Overheidsschulden waren in veel landen dalende. In Nederland was de staatsschuld net voor de crisis op een van de laagste niveaus in de afgelopen tweehonderd jaar beland. De schuldenexplosie was vooral een gevolg van stijgende gezinsschulden en verslechterende bankbalansen. De huizenprijshausse was de verbinding tussen deze twee.
Nederland heeft een van de hoogste gezinsschulden ter wereld
De crisis heeft duidelijk gemaakt hoe ernstig de risico’s van lenen en uitlenen door banken en gezinnen werden onderschat. Huizenprijzen bleken ook te kunnen dalen, zoals veel ouderen uit eigen ervaring nog wel wisten, maar met welk fenomeen jonge gezinnen en hun hypotheekadviseurs onbekend bleken te zijn. Dat juist in Nederland de gezinsschulden, relatief ten opzichte van het inkomen, de hoogste in de wereld zijn, is een gevolg van de hypotheekrenteaftrek, die de netto te betalen rente nog eens halveert, waardoor de koper veel meer kan lenen en de huizenprijzen extra worden opgedreven. Maar het komt ook voort uit het verloren gaan van het besef van eigen verantwoordelijkheid. Nederlanders hebben zo’n groot vertrouwen in hun instituties, dat zij ervan uitgaan dat die alles wel geregeld zullen hebben en dat zij zich dus niet druk hoeven te maken over hun hypotheek, hun spaargeld, of hun pensioen. In tegenstelling tot Nederlanders hebben Grieken en Italianen geen enkel vertrouwen in hun instituties, met als gevolg dat ze ook veel minder schulden hebben.
De bijna dertig jaar durende beweging van meer schulden en minder risicobesef is nu omgeslagen. De pendule beweegt thans de andere kant op. Zoals economische groei voorheen aangewakkerd werd door steeds meer krediet, zal zij de komende jaren worden afgeremd door grotere voorzichtigheid en steeds minder krediet. De schuldenberg moet kleiner worden. Wat dat betekent, beginnen we nu aan den lijve te ervaren.
Jaap van Duijn was hoogleraar economie aan de faculteit Bedrijfskunde in Delft en buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit. Hij is de auteur van ‘De Schuldenberg’, uitgegeven door De Bezige Bij.
Reacties (15)
Dit boek kan ik een ieder aanraden. Is helder geschreven en is ook leesbaar voor niet financieel deskundigen. Heb het in een keer uitgelezen en veel van geleerd.
Zou verplichte lectuur voor onze politici moeten worden.
En doordat onze overheden het H woord niet in de mond durfden (¿) te nemen, zitten nu en straks steeds meer huiseigenaren in de H val
Uitleggen of anders praat je poep.
“De crisis heeft duidelijk gemaakt hoe ernstig de risico’s van lenen en uitlenen door banken en gezinnen werden onderschat.”
Wat ik me afvraag is in hoeverre het neo-liberale gedachtengoed debet is aan het verschuiven van de schuldenberg van de overheid naar banken en gezinnen. Ik bedoel, heeft de staat haar plichten wellicht verzaakt door risico’s naar gezinnen te verschuiven onder het mom van privatisering? Hoe denkt dhr Van Duijn hierover?
Om de crisis te bestrijden en de schuldenberg te verkleinen, moet de burger zich weer bewust worden van de risico’s die aan lenen zijn verbonden.
Wie heeft er nou problematische schulden/te weinig reservers in Nederland? De burger, de banken, of de overheid??? De heer van Duijn zou wel wat meer naar zichzelf/zijn (voormalige) organisatie en collega’s mogen kijken, in plaats van de focus op de burgers te leggen.
VOor de duidelijkheid: het roekeloos gedrag van banken werd mede veroorzaakt door het gedrag van overheden door:
a. garanties te geven voor hypotheken aan risicogroepen
b. een laag rentebeleid
c. goedkope kredietverlening
d. hypotheekrenteaftrek
e. verplichtingen voor hypotheekverleners om ook minderbedeelde groepen te helpen. DIt was in Amerika het geval. Banken waren verplicht die leningen aan te gaan.
De crisis is dus niet veroorzaakt door de vrije markt, maar door de controle die de overheid probeert uit te oefenen er over. Alleen de vrije markt zorgt voor meer verantwoordelijkheid.
a/e en b/c zijn hetzelfde. Voor de rest wat Cycloop zegt. Maar een heel klein deel van de hypotheken valt onder de CRA. En de hypotheekrenteaftrek is in V.S. ook vrij klein bier.
De controle die de overheden hadden over de financiële markten was in de periode 1950-1980 een stuk forser dan nu. Na 1980 werd flink geliberaliseerd met de ene na de andere financiële crisis tot gevolg.
Iets als een vrije markt zonder overheidsinmenging bestaat niet. Markten zijn tot stand gekomen door overheidsoptreden. Veel financiële producten zijn ontstaan door overheden die hun oorlogen wilden financieren. Later zijn banken zoals de postbank door overheid opgericht om sparen te stimuleren. Overheden spelen een centrale rol, het geloof in een vrije markt is een mirage. Door een te groot geloof in die vrije markt is deze crisis ontstaan, een te groot vertrouwen in zelfregulering.
Oh ja en over de verplichtingen de verplichtingen voor hypotheekverleners om ook minderbedeelde groepen te helpen, lees dit. Ik word een beetje moe van de de mare van de Community Reinvestment Act die geleid zou hebben tot de subprime crisis. lees hier:
http://www.businessweek.com/investing/insights/blog/archives/2008/09/community_reinvestment_act_had_nothing_to_do_with_subprime_crisis.html
Idd. De overheid is er bij betrokken, maar de crisis is juist ontstaan bij een zich terugtrekkende overheid. Vóór de grote crisis van de vorige eeuw was het geloof in de vrije markt even sterk. Tot aan de jaren 80 is er daarna voor een andere aanpak gekozen. Daarna hebben de aanbodseconomen hun kans schoon gezien hun vrije markt theorie weer als het algemeen geldende geloof geaccepteerd te krijgen, geholpen door de oliecrisis en de val van de muur. En natuurlijk blijven de aanbodseconomen hun eigen theorie nu zo luid mogelijk verdedigen door op de rol van de overheid te blijven wijzen, en niet op de fouten van de aanbieders in te willen gaan.
Raar trouwens, dat ‘vrije markt’ zo aan de aanbodstheorieën is gelinkt. Een vrije markt zou volgens mij evenveel rekening moeten houden met vraag als met aanbod.
De controle die de overheden hadden over de financiële markten was in de periode 1950-1980 een stuk forser dan nu. Na 1980 werd flink geliberaliseerd met de ene na de andere financiële crisis tot gevolg.
Nee, 10 a 20 procent inflatie per jaar, das lekker.
Overdrijven is ook een vak. In de periode van 1950 tot 1980 is de gemiddelde inflatie 5 tot 6 procent geweest, en zonder de oliecrisis zou dat nog veel lager gelegen hebben.
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/prijzen/publicaties/artikelen/archief/2008/2008-90164-wk.htm
Aan de andere kant draag je daar wel een goed argument ten gunste van de EU en de Euro aan, al was dat vast niet je bedoeling.
Nee, he he. Alsof er elk jaar tussen 1980 en nu een bancaire crisis plaatsvond.
Ja, ik weet het, ik had die laatste regel beter weg kunnen laten, want ik had moeten kunnen voorzien, dat je daar op in zou gaan, en dat het onderwerp van de inflatie geheel links zou laten liggen. Laat staan dat je toe zou geven, dat je onzin op hebt geschreven.
Ik vraag me af of JvD nu echt wel de hypotheekrenteaftrek zou willen afschaffen en nog meer of hij daar dan ook een werkbaar traject voor weet. Met (1) ruzie over de belastingen op schone autos, (2) de retributie voor de identiteitskaart , (3) de afbouw van het PGB wordt duidelijk dat afbouwen en bezuinigen pijn doet. Hoe vang je dat rond de HRA op? Jaap van Duijn, bent U daar nog?
De schuldenberg is het gevolg van alsmaar accumulerende rente op rente. Kijk maar eens naar
youtube.com/watch?v=7kk6fplyLTI&feature=related