Verdonk’s misinformatie en de bedenkelijke spin

Het Somalisch namenrecht is heel duidelijk: haar naam zou ’’Ayaan Hirsi Magan’’ moeten zijn. Zij heeft zich ingeschreven onder de naam ’’Ayaan Hirsi Ali’’. Ik wil duidelijkheid over wat nu haar echte naam is; dat is waar het om gaat.

Aldus sprak minister Verdonk tijdens het kamerdebat over de naturalisatie van Hirsi Ali om haar beslissing (lees: constatering) te verdedigen dat Ayaan geacht was het Nederlanderschap nooit te hebben verkregen. Verdonk hield tot op het einde vol dat zij onmogelijk anders kon dan zo te constateren, maar stemde toch in met een kamermotie waarin zij nog eens deze gestelde onmogelijkheid tegen het licht zou houden. Nu is zij 180 graden gedraaid en heeft geconstateerd (lees: besloten) dat Ayaan Hirsi Ali toch altijd Nederlandse is gebleven. Een brief met uitleg is vandaag naar de volksvertegenwoordiging gekoerierd.

Ayaan’s advocaat voert aan dat zij niet gelogen heeft en de opgegeven naam mocht voeren omdat de opa van Ayaan de naam ‘Ali’ bij geboorte bezat en zichzelf pas later ‘Magan’ is gaan noemen. Maar Rita neemt dat natuurlijk niet klakkeloos aan en slaat aan het wroeten:
“Nu er twijfel is ontstaan over de identiteit van mevrouw Ayaan Hirsi Ali, niet in het minst door toedoen van betrokkene, heb ik het nodig geoordeeld materiaal te verkrijgen dat de verklaringen van de gemachtigde geloofwaardig ondersteunt.”
De ondersteuning komt in de vorm van getuigenverklaringen van de broer en de schoonzus van Hirsi Ali. Voor Verdonk geloofwaardig genoeg.

Het addertje onder het gras zit in de tweede grond die de advocaat aanvoert. Ayaan mocht tevens de naam ‘Ali’ voeren omdat een van haar voorvaderen deze bezat. De minister van Buitenlandse Zaken beaamt in een ambtsbericht dat het acceptabel kan zijn dat in zo’n geval de naam van één van de voorvaderen wordt gevoerd. Daarna komt nog een riedel met voorbehouden, maar hiermee is vast komen te staan dat de minister de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd. Het Somalisch namenrecht is namelijk blijkbaar niet zo duidelijk als Verdonk deed voorkomen. En in elk geval had dit beter uitgezocht moeten worden hetgeen Verdonk’s beslissing tot een overhaaste en onzorgvuldige maakt.

De spin die aan het verhaal is gegeven om Verdonk de ruimte te geven voor haar draai is duizelingwekkend in haar bureaucratische spitsvondigheid. De brief van Verdonk gaat vergezeld van een heuse verklaring van Hirsi Ali waarin zij door het stof gaat voor het voorliegen van de minster annex haar partijgenote. Ayaan toont een Stockholmcomplexachtig begrip voor Rita en verontschuldigt zich ervoor dat zij heeft gelogen over het liegen over haar naam, want achteraf heeft zij altijd de waarheid gesproken. Dus.

De verklaring van Hirsi Ali opent als volgt:
Op 15 mei j.l. heb ik van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een brief ontvangen waarin mij werd meegedeeld dat de uitlatingen die ik over mijn identiteit heb gedaan zouden kunnen impliceren dat ik het Nederlanderschap nooit had verkregen.
ZOUDEN KUNNEN IMPLICEREN! Dat is niet de woordkeus waar Rita de kamerleden, het land en de ‘wereldpers’ mee op de kast heeft gekregen.

Verdonk komt er ongetwijfeld mee weg. Groen Links sputtert straks nog wat over een vergelijkbaar, maar echt zielig gezin dat ook een verkeerde naam opgaf en niet zo’n luxe spindokterbehandeling in het pakket kreeg. Rouvoet zal misschien een enkeling nog verbazen met juridische kennis die de rest ontbeert. Maar de coalitiepartijen zullen de overwinning van deze formalistische vondst veilig stellen.

Een vieze nasmaak blijft achter. Verdonk zal nooit hoeven erkennen dat de jurisprudentiële ‘bijzondere omstandigheden’ haar heus wel meer beoordelingsvrijheid verschaften dan zij deed voorkomen. Ik voorspel dat de toekomst zal leren dat het kamerdebat nog eeuwen lang zal dienen als schoolvoorbeeld van politici die het volk voorhielden het land een bepaalde visionaire richting op te stuwen, maar eigenlijk bezig waren hun inhoudsloze rituele rondjesdans om elkaar heen te volvoeren.