Van Wob-kastje naar Wob-muur

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-09-2022

Een vrouw moet een parkeerboete betalen en dat kost de gemeente Aalsmeer uiteindelijk ruim 1450 euro. En dat is maar goed ook.

Een interessant vonnis deze week van het Gerechtshof in Amsterdam (LJN: BX0725). Overheden en bestuursorganen kunnen niet eindeloos en ongestraft Wob-verzoeken doorsturen, letterlijk ten koste van de verzoeker. Er rust een plicht op het orgaan waar het verzoek is ingediend om zèlf de benodigde documenten te verzamelen bij andere diensten of organen.

Dat is al geregeld in de Wob, maar in de praktijk wordt daar regelmatig de hand mee gelicht. Zo ook in het geval van een parkeerboete in Aalsmeer. De dame in kwestie vroeg aan de officier van Justitie met een beroep op de Wob om de onderliggende stukken rond het lokale parkeerschijfbeleid. De officier stuurde het verzoek door aan de afdeling Regionale Incasso en Opsporing van de politie Amsterdam-Amstelland. Die zond het weer verder naar de dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam, die het weer naar de gemeente Aalsmeer stuurde met het verzoek de gevraagde stukken aan verzoekster te geven.

Aalsmeer deed dat, maar sloot tevens een nota in à € 32,75 voor legeskosten (half uur ambtelijk werk, kosten microfiches en kopiëerkosten).

Daar steekt de belastingkamer van het Hof in Amsterdam nu een stokje voor. Volgens het Hof was het aan de officier van Justitie geweest om de benodigde documenten zelf op te vragen bij de andere diensten. Verzoekster hoefde er geen rekening mee te houden dat haar verzoek driemaal zou worden doorgezonden. Bovendien kon van haar niet worden verlangd dat ze bij iedere kennisgeving van doorzending naging ‘of zij hiertegen bezwaar had moeten maken in verband met de mogelijkheid dat bij eventuele doorzending aan een opvolgend bestuursorgaan aan haar leges in rekening zouden worden gebracht als aan haar documenten zouden worden verstrekt’.

De gemeente Aalsmeer had uit de brieven kunnen afleiden dat het Wob-verzoek diverse malen was doorgezonden en dat verzoekster niet kon worden aangemerkt als aanvrager van een dienst – in welk geval het heffen van leges (soms) is toegestaan. Het verzamelen en kopiëren van de documenten gebeurde volgens het Hof dus niet ten behoeve van de verzoekster, maar ten behoeve van de officier van Justitie. Het heffen van leges was daarom in dit geval niet toegestaan. De raadsheren laten zich niet uit over de principiële – en elders lopende – discussie of legesheffing over Wob-verzoeken acceptabel is.

Aalsmeer is veroordeeld tot betaling van de griffiekosten (€ 153) en de kosten voor rechtsbijstand (€ 1311). Overigens is verzoekster op grond van de documenten vrijgesproken van de parkeerovertreding. Het arrest (LJN: BX0725) is na te lezen via Rechtspraak.nl.

Heeft u tips over onderwerpen die een Wob waard zijn? Mail ons op wob at sargasso punt nl. Hoe concreter, hoe beter.

Foto flickr cc ardenswayoflife

Reacties (4)

#1 Jos van Dijk

Hoeveel kost het om de gevraagde stukken op een website te zetten?
Hoeveel valt er in het voordeel van de belastingbetaler te besparen als dit soort verzoeken overbodig wordt omdat de documenten al op internet staan? Een kind ziet hier de kansen, de bureaucraten blijven er blind voor.

  • Volgende discussie
#2 vage uitspraak.nl

Ingevolge artikel 4 van de WOB is er alleen een doorzendplicht waarbij het vermelden van een bezwaarmogelijkheid tegen het doorzenden nergens wordt vermeld, slecht een mededelingsplicht aan de verzoeker, wat in dit geval ook is gebeurd. Een doorgezonden stuk moet worden aangemerkt als een bij het juiste orgaan ingediende stuk en dit brengt dus geen wijziging mee in de aanwijzing van de belastingplicht. De gemeente krijgt een door de burger ingediend verzoek binnen en heeft deze afgehandeld. In dit geval had de burger voor de behandeling van het verzoek ook een brief gehad waarin melding was gemaakt van de afhandeling van het verzoek en de heffing van leges. De burger had op dat moment ook bezwaar kunnen maken. Aan dit feit wordt door het Hof echter makkelijk voorbij gegaan. Nu wordt de “schuld” bij de gemeente gelegd terwijl de burger gelegenheid heeft gehad om in bezwaar te gaan en waarbij de officier van justitie had moeten aangeven dat dit verzoek tot zijn vergaarplicht behoort als dit het geval was, het is immers niet aan de gemeente om dit te toetsen.
Wat dit arrest nu zegt is dat ieder bestuursorgaan dat een WOB verzoek krijgt, eerst moet nagaan of dit is doorgestuurd, zo ja, of bij het doorsturen een bezwaarmogelijkheid is vermeld door het bestuursorgaan dat het verzoek heeft doorgestuurd, door wie dit is doorgestuurd en wie op grond van allerlei regels als belastingplichtige moet worden aangemerkt, een ondoenlijke situatie en overbodige regelgeving ten top. De gemeente draait volgens deze uitspraak en de mening van het HOF dus op voor de “onvolledigheid” van andere bestuursorganen. Ook is dit een vreemde uitspraak daar de verplichte vermelding van een bezwaarmogelijkheid bij het doorsturen (die het Hof noemt) nergens in de WOB wordt vermeld, ook artikel 2.3 Awb vermeld dit vereiste niet, slechts een mededelingsplicht waaraan in deze zaak werd voldaan. Wel een zeer makkelijke weg die het Hof heeft gekozen om geen inhoudelijk beslissing over de legeskosten bij een WOB verzoek te hoeven maken.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 servetius

Overigens is verzoekster op grond van de documenten vrijgesproken van de parkeerovertreding. Het arrest (LJN: BX0725) is na te lezen via Rechtspraak.nl.

Schitterend.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie