Marcus en wetenschapsfraude: Geheime Marcus

In zijn rubriek over de volkscultuur ging Hans Overduin maandag in op de evangelist Marcus. Er is, voorzichtig uitgedrukt, nogal wat verdichting rond die Griekse auteur. En verdichting is er nog steeds. Zo is er het bizarre Geheime Evangelie van Marcus, waarmee ik me in een andere context heb beziggehouden. Het is misschien leuk er iets meer over te vertellen. Om met het begin te beginnen: wat is het Geheime Evangelie van Marcus? Eerste antwoord: een oude tekst. Tweede antwoord: een vervalsing. Derde antwoord: we hebben geen idee. In elk geval: de tekst is uitsluitend bekend als citaat uit een brief van de vroeg-derde-eeuwse filosoof Clemens van Alexandrië aan een verder onbekende Theodoros. Die brief is verloren gegaan maar is in de achttiende eeuw in een Palestijns klooster overgeschreven op de laatste bladzijden van een zeventiende-eeuws boek. Dat is in 1958 gefotografeerd door de Amerikaanse oudheidkundige Morton Smith (1915-1991), die de vondst in 1973 publiceerde.

Door: Foto: De leeuw: het symbool van de evangelist Marcus én het wapen van Venetië. Gevelsteentje in Amsterdam (Stromarkt 7). copyright ok. Gecheckt 30-08-2022

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Bill Dickinson (cc)

Ring van wetenschapsfraudeurs ontdekt

ACHTERGROND - Wetenschapsfraude is niet alleen een probleem van de geesteswetenschappen, zoals de bèta’s wel eens graag lijken te denken.

Veel bèta’s deden de recente gevallen van wetenschapsfraude af als een probleem van de geesteswetenschappen. ‘Onze’ vakken zijn zo ingekaderd door de empirie en natuurwetten, dat fraude bijna niet mogelijk is, zo redeneren veel van mijn collega’s. Een voorbeeld van een groot fraudegeval uit de natuurkunde werd terzijde geschoven als een interessant freak accident.

Het idee dat fraude makkelijker in de geesteswetenschappen zou plaatsvinden is echter erg naïef! Het wordt gevoed door de notie dat fraude alleen kan plaatsvinden aan de start van de keten, het analyseren van de data en het schrijven van het artikel. Maar fraude kan worden gepleegd in het hele proces: data-aquisitie, schrijven, artikel aanbieden, en refereeing.

Peer review is het systeem dat wetenschappers benaderd worden door journals om het werk van hun collega-wetenschappers, hun peers, te beoordelen. Dit werk is vaak een publicatie die ter plaatsing is aangeboden bij het tijdschrift, maar het kan ook om voorstellen gaan. Vaak vindt peer reviewsingle blind‘ plaats. Dat wil zeggen: de referee weet wel de namen van de auteurs, maar de auteurs weten niet wie de referees zijn. Er zijn goede argumenten te geven voor waarom het proces zo is opgezet, maar blind review biedt kansen voor identiteitsfraude. En er zijn wetenschappers die in gat springen, zo blijkt.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Wetenschapsfraude in 1498

COLUMN - In 1498 publiceerde een geleerde monnik uit Viterbo, Giovanni Nanni (1432-1502), zeventien delen met Commentaria super opera diversorum auctorum de antiquitatibus loquentium, ofwel “Commentaren op de werken van diverse oudheidkundige auteurs”. Het ging om aantekeningen bij materiaal dat hij deels had gekregen van een Armeense monnik en deels had aangetroffen in een bibliotheek in Mantua.

Het was voor de geleerden van die tijd volkomen nieuw, al waren de auteursnamen Berossos en Megasthenes vertrouwd en waren uit hun oeuvre zelfs wat fragmenten bekend. Ook Manethon was een oude bekende: verschillende antieke auteurs verwezen naar zijn Egyptische geschiedenis. De vondsten vormden een sensatie, aangezien onder de herontdekte teksten beschrijvingen waren van gebeurtenissen waarbij het Joodse volk betrokken was geweest. Talloze Bijbelpassages waarvan de historische betrouwbaarheid in twijfel was getrokken, vonden nu onafhankelijke bevestiging, zodat het gelijk van de Kerk was vastgesteld.

Bovendien formuleerde Nanni als eerste westerling een principe dat sindsdien door alle historici wordt gehanteerd: primaire bronnen zijn in principe betrouwbaarder dan secundaire. Een primaire bron is een tekst die de directe neerslag vormt van een historische gebeurtenis, zoals een archiefstuk, de notulen van een vergadering of een ooggetuigenverslag. Secundaire bronnen daarentegen zijn gebaseerd op het oeuvre van eerdere auteurs.

Bello de kat

Iedere wetenschapper masseert data weg. Maar hoe hard moet je masseren?

Stel, u doet onderzoek naar katten. Van twintig proefdieren meet u hoogte en breedte. De afmetingen van negentien katten blijken redelijk dicht bij elkaar te liggen, alleen één ervan, Bello genaamd, blijkt bijna eens zo hoog en breed. U bekijkt hun ogen en ziet dat ze allemaal groen of geel zijn, behalve de bruine kijkers van, alweer, Bello. U meet hoe ze spinnen, en alweer blijkt Bello sterk van de andere katten af te wijken. Er komt een punt waarop u concludeert dat u Bello beter buiten de statistieken kunt houden.

In de wetenschap komt dit vaak voor. Bello’s kunnen het gevolg zijn van ruis in de apparatuur, maar kunnen zich ook voordoen als de onderzoekscategorieën niet scherp zijn. U tekent bijvoorbeeld een sterrenkaart en noteert van alle sterren coördinaten, maar u merkt dat, terwijl alle sterren voortdurend op dezelfde plaats staan, andere van plaats veranderen. Op uw sterrenkaart laat u ze achterwege. Misschien noemt u deze dwalende bello’s met een mooi Grieks woord ‘planeten’. Als u mensen bestudeert, kan een bello erop wijzen dat ze op u reageren. De klachtenlijn van Schiphol constateerde ooit dat sommige mensen tientallen keren per dag klaagden, en die werden voortaan buiten de statistieken gelaten omdat er geen informatie aan kon worden ontleend over de ontwikkeling van de overlast.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Tijd voor grote schoonmaak in de wetenschap

Laten we de laatste affaire rondom wetenschapsfraude gebruiken voor een fundamentele discussie over kennisvergaring.

Diederik Stapel, Roos Vonk, Don Poldermans. In het buitenland Karl-Theodor zu Guttenberg, Philippe Gugler en Raphael en Norman Golb. De lijst opzichtig falende wetenschappers begint verontrustend lang te worden en het ergste aan de affaire rond de Rotterdamse hoogleraar Dirk Smeesters is haar godvergeten voorspelbaarheid.

Ik ben niet de enige die de indruk heeft dat er iets mis is met de wetenschap. Er zijn al onderzoekers die proberen deze indruk te onderbouwen met harde cijfers. Er wordt bijvoorbeeld vaak verwezen naar het onderzoek van Daniele Fanelli, die op tafel kreeg dat onderzoekers vaker rommelen met gegevens dan goed is. In Nederland constateerden Bakker en Wicherts dat psychologen moeite hadden met statistiek. Ik heb zelf een boek gepubliceerd over de problemen in de oudheidkundige disciplines. Het valt te verwachten dat er ook in de toekomst pijnlijke onthullingen zullen zijn.

Die voorspelbaarheid is al erg genoeg. Wat we nu vooral moeten vermijden, is dat het toch al slinkende vertrouwen nog verder vermindert doordat de bestuurders van de wetenschappelijke instellingen de problemen blijven bagatelliseren.

Dat doen ze immers al maanden. KNAW-president Robbert Dijkgraaf zei op 9 september dat de Stapel-affaire niet-representatief was. Hij legde uit hoe wetenschap behoorde te zijn en nam gemakshalve aan dat ze ook werkelijk zo is, hoewel dat nu juist ter discussie staat. De voorzitter van de VSNU, Sijbolt Noorda, verklaarde op 2 december dat het aanzien van de Nederlandse universiteiten niet was geschaad. Ook de directeur van NWO, Jos Engelen, meende dat het wel meeviel. Getuige de discussie die volgde in de wetenschapsbijlage van hetHandelsblad, laat niet iedereen zich nog door alle geruststellende woorden overtuigen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.