Duopolie | Het einde van het einde van het einde van de geschiedenis?

Vlak na de val van de Berlijnse muur voorspelde de politicoloog Francis Fukuyama “Het einde van de geschiedenis”. Bij gebrek aan geloofwaardige alternatieven voor de combinatie van  economisch marktliberalisme en democratie zou volgens Fukuyama op termijn de hele wereld het Westerse systeem adopteren. Natuurlijk stuite deze thesis op veel kritiek. Eén van de meest bekende daarvan kwam van Samuel Huntington. In een essay in 1993, getiteld “The clash of civilizations”, argumenteerde hij dat toekomstige conflicten cultureel van aard zouden zijn, waarbij hij met name conflicten tussen Islam en het Westen voorspelde. De aanslagen van 11 september 2001 leken Huntington  gelijk  te geven en brachten de vooraanstaande journalist Fareed Zakaria ertoe  om in 2001 'het eind van het eind van de geschiedenis' te verkondigen. In de afgelopen weken lijken een aantal gebeurtenissen tegen Huntington's theorie te pleiten.  Ten eerste was daar de toenadering tussen Amerika en Iran, die illustreert dat de situatie in het Midden-Oosten helemaal niet lijkt op een eenvoudig conflict tussen culturen. De Amerikaanse toenadering tot Iran maakt 'Westers' Israël behoorlijk nerveus. Israël onderhoudt op haar beurt een anti-Iraanse samenwerking met het islamitische Saoedi-Arabië. Deze initiatieven worden gedreven  door  realpolitik en niet door wederzijdse liefde, maar ze weerspreken het idee dat er sprake is van twee monolithische culturele blokken die tegenover elkaar staan.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Open Access kan eenvoudiger

ANALYSE - Staatssecretaris Sander Dekker wil binnen tien jaar alle wetenschappelijke publicaties publiekelijke toegankelijk maken. Lovenswaardig, maar actie is nodig, schreef Jaap Walhout eerder op deze site. Vandaag een reactie van gastredacteur Aron Beekman, postdoc theoretische natuurkunde op RIKEN, Wako, Japan.

De laatste decennia is er eindelijk schot gekomen in het toegankelijk maken van onderzoeksartikelen en -resultaten. Met de komst van het internet zijn de technische voorwaarden voor open en vrije toegang aanwezig, en als we de wetenschapspraktijk opnieuw zouden beginnen, bestonden tijdschriften in hun huidige vorm niet. Er is dus sprake van traagheid in het systeem en een overgang wordt enkel belemmerd door vastgeroeste patronen.

In een recent artikel zet Jaap Walhout enkele mogelijkheden uiteen voor hoe de overheid publicatie in open access-tijdschriften kan bevorderen, of zelfs uitvoeren. Wat mij betreft is dit een overgecompliceerde, technische oplossing voor een sociaal probleem. Daarom wil ik aan de hand van de praktijk in mijn vakgebied, natuurkunde, waar onderzoekers al twintig jaar open en vrij hun resultaten delen, enkele aanknopingspunten geven die het makkelijker, goedkoper en sneller uitvoerbaar zouden kunnen maken.

De rol van tijdschriften

Eerst wat achtergrond over wetenschapspublicatie. Uitgevers vervullen op dit moment de volgende taken:

Foto: copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Open Access – de proefballon voorbij graag

OPINIE - Staatssecretaris Sander Dekker maakte afgelopen vrijdag bekend te streven naar volledige open toegang tot wetenschappelijke publicaties binnen tien jaar. Een mooi streven. Maar als wetenschappers niet meewerken, dan wil Dekker hen per wet gaan verplichten om alleen nog in Open Access tijdschriften te publiceren. Over het doel ansich zul je weinig wetenschapper horen klagen. Wel over de mogelijke consequenties.

Als wetenschapper wil je dat je werk zoveel mogelijk impact heeft. Wetenschappers proberen dus hun werk te publiceren in de tijdschriften die er toe doen. Impact-factoren en citaties zijn nu de (perverse) mechanismen waarop de wetenschap draait. Veel van deze top-tijdschriften zitten achter een flinke betaalmuur. Toegang tot deze verzameling van wetenschappelijke output kost ettelijke tienduizenden euro’s per instituut per jaar.

Open access heeft meer nodig dan alleen een doel

Publiceren in open access-tijdschriften begint wel iets gangbaarder te worden, maar is nog omgeven met veel twijfels over de kwaliteit van de tijdschriften. Een paar tijdschriften hebben zich daaraan weten te ontworstelen, zoals de tijdschriften van de Public Library of Science (PLOS), maar dat vergt tijd. Om een overgang naar open access te maken is het nodig dat er voor elk vakgebied voldoende wetenschappelijke tijdschriften met een goede reputatie zijn. Een gevestigd en prestigieus tijdschrift heeft vooralsnog een flinke voorsprong op een vergelijkbaar open access tijdschrift over hetzelfde onderwerp. Bovendien is publiceren in open access tijdschriften niet gratis, bedragen van 3000 dollar om een artikel te publiceren zijn niet uitzonderlijk.

De kosten van alles via open access publiceren, komen daarmee wel een flink stuk hoger te liggen dan de bedragen die universiteitsbibliotheken nu kwijt zijn aan abonnementsgelden. Ook al zou de gemiddelde publicatieprijs dalen naar 1000 dollar, dan komt dat al snel neer op minimaal 25 miljoen euro als extra kostenpost voor het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek. Gaat Dekker dat betalen? Zo niet, dan zou dat een verschraling van het Nederlandse wetenschappelijke onderzoek betekenen omdat dit geld niet meer ingezet wordt voor het doen van onderzoek.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Stadtkatze (cc)

“Links” en “rechts” veranderen van betekenis

ANALYSE - De termen ‘links’ en ‘rechts’ zijn niet weg te slaan uit het politieke discours. Politicologen, journalisten en kiezers maken gretig gebruik van dit jargon om de ideologie en bijbehorende standpunten van politieke actoren samen te vatten, al dan niet met voorvoegsels als ‘extreem-‘, ‘radicaal-‘, ‘ultra-‘ of ‘dom-‘.

Zo wordt de Amsterdamse grachtengordel vaak verweten links te zijn, terwijl in grote delen van die grachtengordel de VVD de populairste partij was bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. De PVV wordt door kiezers regelmatig gezien als een extreemrechtse partij, maar dat kan in ieder geval niet slaan op de huidige standpunten van die partij over het sociaal vangnet of het homohuwelijk. Wat betekenen de etiketten ‘links’ en ‘rechts’ vandaag de dag dan nog?

Gelijkheid

De termen ‘links’ en ‘rechts’ vinden hun oorsprong in de inrichting van de Staten-Generaal ten tijde van de Franse Revolutie. De groepen die het Ancien Régime steunden zaten ter rechterzijde van de voorzitter, de tegenstanders ervan ter linkerzijde. Tot op de dag van vandaag associëren velen ‘links’ met progressieve en ‘rechts’ met conservatieve denkbeelden, maar ook dit onderscheid kan misleidend zijn. Behoud van wat, immers? Zo heeft Tom Louwerse aan de hand van CPB-doorrekeningen van verkiezingsprogramma’s aangetoond dat er binnen economisch linkse en rechtse kampen zowel hervormers als conservatieven bestaan.

Foto: koschi (cc)

‘Belastingsysteem multinationals werkt niet goed meer’

INTERVIEW - Wat zijn de gevolgen van belastingontwijking voor ontwikkelingslanden? Daarop promoveerde Francis Weyzig afgelopen woensdag aan de Radbouduniversiteit Nijmegen. ‘Ik heb altijd geprobeerd heel duidelijk te zijn met de interpretatie. Dus van mij hoor je ook niet zo snel over hoe schandalig het allemaal is. Ik probeer juist om de maatschappelijke discussie te voeden met wetenschappelijk onderzoek.’

We horen veel in het nieuws over dit onderwerp, wat is er nieuw aan jouw onderzoek?

‘Één van de dingen die nieuw was, is dat ik de eerste was die de gedetailleerde data van de Nederlandsche bank heeft kunnen gebruiken. Dat zijn data over de Bijzondere Financiële Instellingen (BFI’s), de financiële draaischijven van buitenlandse multinationals. Omdat die data zo gedetailleerd zijn,  kan je daar heel veel mee in kaart brengen. Ik laat zien hoeveel dividenden of renteontvangsten er wordt ontvangen uit ontwikkelingslanden, maar ook hoeveel wordt doorbetaald aan obligatiehouders, hoeveel wordt doorbetaald binnen het concern en specifiek naar vestigingen op eilanden als Bermuda en de Kaaimaneilanden. Daarin is dit onderzoek heel specifiek dus dat is ook nieuw.’

Wat was je conclusie?

‘Het blijkt dat directe investeringen in ontwikkelingslanden best wel hoog zijn, zowel voor ontwikkelingslanden die geen belastingverdrag hebben met Nederland, als ontwikkelingslanden die wel een belastingverdrag hebben met Nederland. Het gaat om substantiële bedragen:  een aantal jaar geleden liep 53 miljard euro aan totaal bestaande investeringen via Nederland. Het grootste deel kwam uit de Europese Unie en andere hoge inkomenslanden zoals de VS, Japan en Canada. Er komt ook een gedeelte uit belastingparadijzen, zoals de Kaaimaneilanden, Bermuda maar ook Luxemburg en Zwitserland.  Het blijkt dat ook deze belastingparadijzen tussenschakels zijn, dus als geld uit Luxemburg via Nederland wordt geïnvesteerd in Zambia, dan is Luxemburg meestal ook een tussenschakel en komt het uiteindelijk bijvoorbeeld uit het Verenigd Koninkrijk.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Waarde van wetenschap is wél te meten

NIEUWS - Het CPB ziet wetenschap alleen als kostenpost, terwijl wetenschap wel degelijk opbrengsten heeft. Met name op de lange termijn. Aangezien de waarde van wetenschap op micro-economisch niveau lastig is vast te stellen, adviseert een commissie van de KNAW om een macro-economische invalshoek te kiezen. Hoewel beschouwd als minder solide, is er op macro-economisch niveau wel degelijk bewijs voor de toegevoegde waarde van wetenschap.

Foto: Sue Clark (cc)

Transport in zenuwcellen: over John op blauw-roze badslippers

ACHTERGROND - Wetenschapscommunicatie kan heel leuk zijn, laat de co-promotor van Eva Teuling zien.

In 2003 begon ik aan een promotieonderzoek bij het ErasmusMC in Rotterdam. Mijn onderzoek richtte zich op een ziekte van de zenuwcellen: Amyotrofe Laterale Sclerose (ALS). Bij deze ziekte gaan de zenuwcellen die de spieren in het lichaam aansturen, de motor-neuronen, dood, waardoor spieren verlamd raken. De patiënt overlijdt uiteindelijk door verlamming van de ademhalingsspieren. Hoe ALS precies ontstaat is nog steeds grotendeels onbekend, en er is ook nog geen medicijn beschikbaar. Mijn promotie-onderzoek richtte zich op het transport van stoffen in de zenuwcellen. Een motor-neuron kan namelijk enorm lang worden: het centrum van de zenuwcel bevindt zich in het ruggemerg, terwijl de uitlopers, de axonen, tot in de uiterste puntjes van de tenen en de vingers komen om de spieren aan te kunnen sturen. De hypothese was dat een verstoring van dit transport zou kunnen leiden tot de dood van zenuwcellen, en dit zou kunnen bijdragen aan het ontstaan van de ziekte ALS.

Vier jaar promotieonderzoek lijkt lang, maar uiteindelijk is het maar net genoeg om een heel klein puzzelstukje op te lossen. Maar nu, tien jaar later, is mijn co-promotor Casper Hoogenraad hoogleraar Celbiologie aan de Universiteit van Utrecht, en nog steeds gefascineerd door transport in zenuwcellen. In Utrecht heeft hij nu een grote onderzoeksgroep waarin meerdere postdocs en promovendi verschillende aspecten van dit proces bestuderen. Het onderzoek focust zich op de moleculaire biologie van dit transport: hoe werkt het transport precies, welke eiwitten zijn erbij betrokken, en wat gebeurt er met de cel als het transport niet meer goed werkt? Dit onderzoek kan uiteindelijk leiden tot inzichten in het ontstaan en het behandelen van ziektes.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Vorige Volgende