Als ik om tien uur 's avonds na mijn dienst naar mijn auto loop, rijdt er een politiewagen de parkeerplaats op. Dat gebeurt regelmatig. Meestal komen ze voor de naastgelegen crisisopvanggroep.
Zo ook vandaag, zie ik als ik wegrijd. Twee agenten bellen aan bij de betreffende groep. Tussen hen in een meisje van een jaar of vier. Ze heeft een nachtjapon aan, draagt slippertjes en heeft een knuffel in haar hand. In haar haren tientallen vlechtjes. Ze heeft zo te zien geen tas of koffer bij zich. Crisisopvang is er voor kinderen direct opvang nodig hebben. Er is geen wachtlijst, wel een bed, schone kleding en een knuffelbeest.
En op ons terrein veel speelruimte. Niet zelden zie ik kinderen daar voetballen, lekker chillen, bramen plukken of eindeloos rondjes rennen om energie kwijt te kunnen. Een afgebakend terrein heeft nadelen, denk alleen maar aan stigmatisering van de kinderen die bij ons verblijven (‘Oh, woon je dáár?’), maar ook voordelen. Door de combinatie van verschillende woonvormen is een overplaatsing van de crisisopvang naar een leefgroep op hetzelfde terrein minder ingrijpend. En natuurlijk is het voor veel kinderen heerlijk om gewoon lekker te kunnen rennen op het grote grasveld.