Brief aan Johan Derksen

Niet meer doen hoor, dat weglopen. Straks gaat u ook nog met jasjes gooien! Geachte heer Derksen, Als een olifant in een porseleinkast walst u door de (voetbal)wereld heen, wars van reputaties naar iedereen uithalend die dat in uw ogen verdient. Ik voelde altijd een behoorlijke aversie tegen u, maar ben u door de jaren heen steeds beter gaan pruimen. U bent meestal namelijk erg goed geïnformeerd en weet dus waarover u het heeft. U bent dus wel hard, maar praat vrijwel nooit onzin. Dat is prettig. Sinds u bij VI een trio vormt met Wilfred Genee en René van der Gijp ben ik officieel fan van het programma en zie ik iedere uitzending. Desnoods kijk ik ze terug. Het pretentieloze geouwehoer, onderbouwd met de nodige knowhow, vind ik topvermaak. De zelfspot waarmee het programma wordt gemaakt, is daarbij van groot belang. Maar daar ging het afgelopen week even mis.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.