Harttransplantatieproef ‘succes’?
Een hart transplanteren van een baby die slechts 75 seconden geen hartslag meer had is volgens het ANP een ‘onethisch succes’. Volgens het bericht (onder andere op NU.nl) overleefde 100% van de testgroep het, vergeleken met slechts 84% van een controlegroep.
Over de mogelijk onethische aspecten van de transplantatie kunnen we het eens zijn. Het is namelijk omstreden wanneer je een mens dood verklaart. Doe je dat op basis van hersenactiviteit, of bijvoorbeeld op basis van een gestopt hart? Daar valt over te discussiëren. Maar op het succes, zoals deze door het ANP wordt gedefinieerd, is wel het een en ander af te dingen. Zoals bijvoorbeeld het feit dat de testgroep 3 baby’s omvatte, en de controlegroep 17. Van de eerste groep overleefden alle baby’s het, en van de tweede groep 14. Buiten het feit dat dat laatste, ook afgerond, nooit 84% kan worden is het nogal dubieus om op basis hiervan de proef een succes te noemen.
De baby’s van de controlegroep hadden namelijk een voorafkans van 82,4% (14 uit 17) om het te overleven. Had de controlegroep ook uit drie baby’s bestaan, dan was de kans 56% geweest dat deze drie het ook allemaal zouden overleven. De vraag blijft dus bestaan of de nieuwe techniek wel beter is, en niet gewoon een toevalstreffer. Immers, bij één dood kind zou de succesfactor direct duikelen naar 66%. En dat laatste zou dan ook helemaal niets zeggen.