In een nieuwe, en ongetwijfeld onregelmatige, serie op Geencommentaar kijken we naar een stiefkindje van de Europese parlementaire democratie, de schriftelijke vraag. Het is een van de weinige machtsmiddelen die Europarlementariers hebben, en ze maken er dan ook gretig gebruik van (zo'n 6000 stuks in 2008). Toch halen ze zelden het nieuws. Dat is niet onbegrijpelijk, want in de eerste plaats duurt de beantwoording door (in de meeste gevallen) de Europese Commissie al gauw een maand of drie, zodat de politieke relevantie dan vaak al weg is, en bovendien blinken de antwoorden van de Commissie over het algemeen niet uit in helderheid. Europarlementariers kunnen Commissieleden ook niet ter verantwoording roepen om hun antwoorden, zoals hun collega's in de Tweede Kamer.
Dat betekent natuurlijk niet dat ze onopgemerkt moeten blijven. Een flink aantal vragen gaat over serieuze, belangrijke onderwerpen, een nog veel groter deel gaat om politiek scoren voor de eigen achterban en een laatste deel bestaat uit simpelweg belachelijke vragen. Omdat in de Europese politiek al weinig genoeg te lachen valt, zullen wij ons concentreren (maar niet beperken tot) de laatste categorie.
Daarom, om het spits af te bijten, hieronder de schriftelijke vragen van de Spaanse Conservatief Florencio Luque Aguilar over Chinese knoflook: