Deze bespreking van het boek 'The reactionairy mind' van Corey Robin laat zien dat het conservatisme door links, maar ook door conservatieven zelf, vaak verkeerd wordt begrepen.
Onlangs had ik het genoegen aanwezig te zijn bij een referaat gehouden door Bart Jan Spruyt. Hij opende met de volgende zin: ‘Kijk u maar eens goed dames en heren, want dit ziet u zelden: hier zit een conservatief.’ Spruyt illustreert hiermee een typisch conservatieve karaktertrek: het spelen van de underdog. Het is natuurlijk spel want het conservatisme is een succesvolle politieke stroming. Anders dan vijftien jaar geleden, is het conservatisme hip. Er zijn conservatieve omroepen, de populairste politieke website is GeenStijl en de ooit progressieve Volkskrant en het links-liberale NRC Handelsblad hebben conservatieve columnisten. Conservatisme doet het goed in Nederland en conservatieven hebben niet langer een underdogpositie.
Er zijn veel verklaringen voor de opkomst van het conservatisme, variërend van verzwakking van de verzorgingsstaat, nostalgie, immigratie tot veranderingen van het opleidingsniveau van het electoraat. Het is ook moeilijk om conservatisme te definiëren want er zijn veel soorten conservatisme. Wat hebben al die conservatieve stromingen zoals Libertariërs, Tea Party, fundamentalistische christenen, de Edmund Burke Stichting en de PVV met elkaar gemeen? Hebben ze eigenlijk wel wat gemeen?