ACHTERGROND - Onderzoek heeft aangetoond dat plastic deeltjes in zeewater problemen oplevert voor het leven in de zee. Maar vooralsnog nemen overheden geen maatregelen.
Blauwe mosselen die leven in water met daarin kleine plastic deeltjes, eten minder dan mosselen in schoon zeewater. Steeds meer plastic afval belandt in de oceanen, met vooralsnog onduidelijke gevolgen voor het zeeleven. Een onderzoeksteam onder leiding van Bart Koelmans, hoogleraar water- en sedimentkwaliteit in Wageningen onderzocht de gevolgen van polystyreen nanodeeltjes in zeewater voor de blauwe mossel.
Onvoorstelbaar grote massa’s plastic drijven in het zeewater. Stromingen verplaatsen zwerfafval zodat het zich verzamelt in extra hoge concentraties op bepaalde plekken in de grote oceanen. Het is moeilijk de grootte van deze zogenoemde plasticsoep in kaart te brengen, maar schattingen lopen op tot wel twee keer het oppervlak van de Verenigde Staten. Ook in afgelegen gebieden, ver weg van vervuilende samenlevingen, drijft veel plastic in het water. Steeds meer vogels of zeezoogdieren blijken menselijk afval in hun maag te hebben.
De ingrediënten van de plasticsoep
Het probleem gaat verder dan het zichtbare plastic in de oceanen. Plastic verdwijnt eigenlijk niet nadat het geproduceerd is, maar het kan na lang dobberen wel tot kleinere deeltjes uiteenvallen. Zonlicht maakt het broos of de kracht van golfslag breekt het af, resulterend in plastic deeltjes kleiner dan vijf millimeter. Zeeorganismen kunnen deze deeltjes niet onderscheiden van voedsel.