Verstilling

Midden in het geraas van het nieuws doemt iets heel anders op, iets kleins en stils, iets ongeremd sterks en krachtigs: de liefde voor de mensen van wie we houden, en de hunkerende behoefte hen te stutten en te beschermen. Een vriend die tobt met de liefde, mijn ouders die langzamerhand wel érg oud worden, een andere vriend die klem zit tussen twee twistende partijen. Mijn ouders worden oud en het kost ze tegenwoordig meer moeite hun dagelijkse leven overeind te houden. Het wereldnieuws lijkt te groot voor ze te zijn geworden. ‘Hoe heet het ook weer, die stad waar al dat gedoe was,’ zegt mijn moeder. ‘Parijs,’ antwoorden mijn vader en ik tegelijk. De naam glijdt van haar af, of misschien denkt ze: het zal mijn tijd wel duren. We hebben het er dat weekend niet meer over. Twee dagen lang bestaat Parijs niet. Brussel is al helemaal niet ter sprake gekomen, zelfs niet in het vergeefs zoeken naar de naam van de stad.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ik heb het niet van Joris Luyendijk, maar…

Uitsnede van de cover van 'Je hebt het niet van mij, maar…' van Joris Luyendijk

Met veel interesse heb ik het boekje van Joris Luyendijk gelezen ‘Je hebt het niet van mij, maar…‘. Luyendijk, journalist en antropoloog bracht een maand door aan het Binnenhof en probeerde de relaties tussen journalisten, politici, voorlichters en lobbyisten bloot te leggen. Luyendijk legt interessante patronen bloot.

In de ogen van Luyendijk is er een rare dynamiek aan de hand. We reduceren politiek tot wat er op het Binnenhof gebeurt en dat dan weer tot conflicten tussen politici. Maar daar ligt volgens Luyendijk eigenlijk niet de echte macht: de slecht ondersteunde Nederlandse politici laten hun oren met name hangen naar lobbyisten. Veel mensen wisselen ook tussen deze rollen: oud-politici worden lobbyisten, woordvoerders worden journalist en journalisten worden politici. Volgens Luyendijk is dit allemaal niet transparant en krijgen burgers hier maar moeilijk zicht op.

Luyendijk legt mooi de opmerkelijke elementen van de Haagse politiek weer. Laat ik een voorbeeld noemen: kamerleden hebben maar weinig ondersteuning. De medewerkers zijn vaak net-afgestudeerde academici. Luyendijk vergelijkt hen met co-assistenten die lange dagen en weken draaien in de hoop om een positie als ‘specialist’ (kamerlid) te krijgen. Sommige Amerikaanse senatoren hebben een staf van wel meer dan vijftig mensen. Een Nederlandse kamerlid heeft ongeveer één medewerker. Veel van de problemen in Den Haag zijn in mijn ogen op een manier op te lossen: betere ondersteuning. Meer medewerkers zodat Kamerleden zichzelf beter kunnen informeren, wat betekent dat ze minder afhankelijk zijn van lobbyisten; dat Kamerleden minder afhankelijk zijn van fractiespecialisten en dus zelfstandiger op kunnen treden; dat kamerleden beter contact kunnen houden met ‘de mensen in het land’ en dus niet alleen via de krant zich hoeven te informeren over wat er in de samenleving gebeurt; en dat de Tweede Kamer een beter tegenwicht kan geven tegen de ambtenaren op ministeries.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.