De logica achter een vuurwerkverbod

Tja, het vuurwerkverbod. Arno Bonte en David Rietveld stelden het vorig jaar voor en konden rekenen op een heleboel bijval, en vooral ook een hele hoop afkeuring: betutteling, waar bemoeiden ze zich mee, neem ons niet een jaarlijks stukje lol af! Ikzelf bevond me toen stevig in die laatste groep. Ja, het is slecht voor het milieu, en ja, er vallen een paar slachtoffers, maar dat gebeurt ook in het verkeer. Maar na een aantal discussies met mensen in mijn omgeving die voor zo'n verbod zijn kom ik er steeds meer achter dat ik eigenlijk helemaal geen echte argumenten heb voor mijn standpunt, anders dan een sentimenteel beroep op 'traditie'. Ja, het hoort erbij en ja, het is leuk, maar als je naar de cijfers rondom vuurwerkgebruik kijkt, dan schrik je flink. Bijvoorbeeld, een groot deel van de slachtoffers van vuurwerk is omstander. Dat zijn dus mensen die niet zelf vuurwerk afsteken, maar die geraakt worden door andermans spul. Dat heeft niets te maken met eigen verantwoordelijkheid en voorzichtig doen, wat een verbod betuttelend zou maken. Daarnaast is er de schade. Uiteraard is dat de directe schade van die door jeugd opgeblazen brievenbussen, maar ook ziekenhuisopnames, extra politieinzet en de niet direct zichtbare milieuverontreiniging. Een Groningse econoom schatte de totale schade op bijna 1 miljard. Dat is 16 keer meer dan de totale verkoop van vuurwerk! Op basis hiervan zou een vuurwerkverbod niets van betutteling hebben. Integendeel. Mens en maatschappij worden zo beschermd. Niet tegen zichzelf, maar tegen elkaar. Zo schuift mijn standpunt langzaam op richting dat van Rietveld en Bonte. Maar echt van harte gaat dat niet, want iets in mij blijft roepen: "Maar het is traditie!"

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.