Afgelopen weekend vond in Den Haag het Crossing Border-festival plaats. Op zaterdag was ik er met vrienden. Ik heb het al eerder kort over dit festival gehad, daarom bij deze een verslag.
Een van de openingsacts was Spinvis. Ik voel altijd met Spinvis mee, want hij komt uit Nieuwegein en daar heb ik zelf ook ooit een paar jaren doorgebracht, dus ik weet hoe dat is. Hij kwam met zijn band het podium op en begon direct te spelen. Veel nummers van de nieuwste plaat “Tot ziens Justine Keller” uiteraard, maar ook andere stukken. Veel tekst, leuke tekst ook. Een tekst die begint met “Als het goed is, moet ik hier ergens op de gastenlijst staan…”, bevalt me wel. Verder deed het optreden mij erg aan Lou Reed denken. De manier waarop Spinvis het podium op komt, zijn leren jack en hoe hij weinig vertelt tussen de stukken door bijvoorbeeld. Ook hoe hij de tweede gitaar speelt en hoe hij duidelijk de baas is over de rest van de groep, een gitarist/bassist, een multi-instrumentalist, een drummer en celliste Saartje van Camp doet mij aan Lou denken.
Behalve een mooie solo à la Jane Scarpantoni in Venus in Furs op Animal Serenade van Saartje van Camp werden er weinig solo’s gespeeld. Dat is wel een duidelijk verschil met Lou Reed. Sterling Morrison, Robert Quine of Mike Rathke ontbreken gewoon. Er waren wel meerdere gitaristen, maar het waren allemaal tweede gitaren en geen eerste. Inmiddels weet ik dat dit voor veel Sargasso-lezers ook niet echt hoeft en dan maakt het niet uit, maar ik vond het jammer.