De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
Het democratisch tekort
Nu de vreugde over het vertrek van Berlusconi is bekoeld, rijst de vraag hoe de recente ontwikkelingen in Italië zich verhouden tot de democratische principes. Zeker is dat Mario Monti aan het werk moet met de zittende Kamer en Senaat, gekozen door de Italianen in 2008. Dat is wat er rest van onze democratische inbreng. Maar zelf komt hij uit het niets en een deel van zijn verwachte toekomstige ministersploeg eveneens.
Het moet, hoor ik u zeggen. Het is nodig. Ik betrapte mezelf de afgelopen weken, maanden ook al op dat gevoel dat de democratie maar even buitenspel moest worden gezet. Maar dat is wat alle dictators die ooit democratische regeringen omver wierpen, ook al zeiden. Zelfs die slappe drol van een Mussert moest niets hebben van de partijdemocratie waar hij aan meedeed – dat schiep maar verdeeldheid. Volkseenheid moest er zijn, want alleen krachtige maatregelen, enzovoort.
En wat ‘moet’ precies? Van wie? Het Italiaanse nieuws heeft het dagelijks over ‘de markt’, hoe ‘de markt’ reageert, wat ‘de markt’ denkt en zelfs wat ‘de markt’ wil. Niet dat ‘de markt’ middels een vertegenwoordiger laat weten dat ze graag zouden zien dat er bijvoorbeeld minder belasting op speculatie zou worden geheven – nee. ‘De markt’ wilde dat Berlusconi opstapte. De man die, hoe je het ook went of keert, om welke redenen dan ook, door het volk was aangewezen om het land te leiden.
De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.
In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.
Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.